Pagina's

maandag 29 april 2013

'Elektrische auto steeds interessanter voor de consument'

De elektrische auto is de pioniersfase nog niet voorbij.  Toch wordt de elektrische auto steeds interessanter voor de consument. Uit ervaringen van de ANWB en voorlichtingsorganisatie Milieu Centraal blijkt dat veel autorijders zonder al te grote praktische problemen over kunnen stappen op een elektrische auto.
Bijna 60 procent van de autoritten is korter dan tien kilometer, ruim 90 procent van alle autoritten is korter dan 50 kilometer. Deze ritten zijn makkelijk te doen met een volledig elektrische auto met een gemiddelde actieradius van 170 kilometer, Voor wie dit bereik onvoldoende is, zijn elektrische auto's met een range-extender en de zogenaamde plug-in hybrides een uitkomst, Een andere mogelijkheid is een volledig elektrische auto te combineren met een deelauto of huurauto voor de incidentele lange ritten, zoals vakantievervoer.
Door over te stappen van een auto met benzine of dieselmotor op een elektrische auto wordt ongeveer 40 procent CO2-uitstoot vermeden, ook als het gaat om elektrische auto's met range extender en plug-in hybrides. Bij de laatste typen is consequent opladen wel een belangrijke voorwaarde.
Hoewel de elektrische auto in aanschaf duurder is dan een auto met een brandstofmotor, is het gebruik voordeliger. Gelukkig komen er steeds meer elektrische auto's met een lagere aanschafwaarde op de markt. Een realistische kostenvergelijking kan pas worden gemaakt als er meer duidelijk is over de restwaarde van de elektrische auto en de levensduur van de accu.

OrangeGas blij met extra stimulans gemeente Amsterdam

Vanaf 1 mei 2013 staat de regeling voor ondernemers die veel rijden en over willen stappen op schoner vervoer ook open voor schone voertuigen, zoals Groengas, hybride en Euro6/VI. De regeling was eerder alleen van toepassing op elektrische voertuigen.
De gemeente hoopt zo zakelijke veelrijders, zoals taxi’s, bestelvoertuigen en vrachtwagens te stimuleren om sneller over te stappen op schoner vervoer, zoals bijvoorbeeld Groengas. Daardoor wordt de uitstoot van fijnstof en NO2 verder teruggedrongen. Tot en met 2015 is 8,4 miljoen euro beschikbaar voor deze regeling, naast de eerder al voor elektrisch beschikbaar gestelde 8,6 miljoen.
In Amsterdam zijn er al vier Groengas-vulpunten van OrangeGas. In de nabije toekomst staan er nog twee locaties binnen de ring op de planning.
De bron van het Groengas van OrangeGas in Amsterdam is de rioolzuivering van Waternet. Het slib van de zuivering zet Waternet om in biogas en het Afval Energie Bedrijf (AEB) zet het biogas om in Groengas.

vrijdag 26 april 2013

Nederland in middenmoot bij fiscale stimulering 'groene' groei

De Nederlandse overheid kan veel meer fiscale prikkels invoeren om ‘groene’ economische groei te stimuleren en daarmee beleidsdoelstellingen op het gebied van economie, innovatie, de arbeidsmarkt en duurzaamheid realiseren. In vergelijking met andere landen in de wereld is Nederland met name actief met fiscale maatregelen als het gaat om het stimuleren van energie-efficiency, bijvoorbeeld in de gebouwde omgeving op het gebied van groene gebouwen. Op andere terreinen, zoals CO2-reductie en het stimuleren van onderzoek & ontwikkeling, loopt Nederland op fiscaal gebied duidelijk achter.
Dit blijkt uit internationaal onderzoek van KPMG naar de fiscale stimuleringsmaatregelen die overheden nemen om in te spelen op de dreigende tekorten aan energie, water en grondstoffen en om economische groei te stimuleren. Het onderzoek dat vandaag in Sjanghai wordt gepresenteerd op een internationale belastingconferentie geeft een beeld van de fiscale regimes die overheden in ruim twintig verschillende landen hanteren. Hierbij is zowel gekeken naar fiscale prikkels die goed gedrag belonen als naar sancties die milieubelastende activiteiten zwaarder belasten.
De Verenigde Staten loopt wereldwijd voorop als het gaat om inzetten van fiscaliteit om groene groei te stimuleren. “Het land bezet de eerste plaats met name vanwege de belastingvoordelen die de bedrijven kunnen krijgen bij een efficiënt gebruik en hergebruik van energie en het opwekken van duurzame energie”, constateert Barend van Bergen, partner bij KPMG Advisory.
Van Bergen: “Als alleen gekeken wordt naar de boetes die landen opleggen om een duurzaam gedrag af te dwingen, dan zakt de Verenigde Staten naar een veertiende plaats, een teken dat het land vooral de wortel hanteert en veel minder de stok. Japan bezet een tweede plaats op de ranglijst. Het land legt vaker boetes op om energie-intensief en vervuilend gedrag te ontmoedigen. Het is ook niet verwonderlijk dat Japan de ranglijst aanvoert als het gaat om fiscale maatregelen die het gebruik en de productie van energiezuinige auto’s moeten stimuleren. Verder gooien China, Zuid-Korea, het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk hoge ogen in het onderzoek.”
Uit het onderzoek blijkt dat de onderzochte landen meer dan tweehonderd fiscale prikkels en sancties hanteren, gericht op het stimuleren van groene economische groei. Ongeveer dertig van deze maatregelen zijn sinds begin 2011 geïntroduceerd. Van Bergen: “Een groot aantal ondernemingen blijkt zich echter niet bewust van het fiscale landschap dat de afgelopen jaren is ontstaan en is dan ook nauwelijks op de hoogte van fiscale stimuleringsmaatregelen waarop zij een beroep kunnen doen. Dat is een gemiste kans. Niet alleen kunnen bedrijven zelf gebruik maken van de diverse fiscale stimuleringsmaatregelen. Het is nog veel interessanter wanneer bedrijven hun afnemers gaan adviseren over het gebruik van fiscale prikkels die verbonden zijn aan hun producten en diensten.
Bedrijven adviseren hun klanten nu al vaak op financieel gebied of helpen hun afnemers bij de financiering. Zo schermen ze bijvoorbeeld met de lage kosten van hun product gedurende de levenscyclus. Het aantal bedrijven dat in staat is de klant op wereldwijde basis te adviseren over het toepassen van groene fiscale stimuleringsmaatregelen is echter op één hand te tellen. Dit kan en moet veranderen. Temeer gezien het feit dat de belastingdruk in de toekomst verder zal verschuiven van kapitaal en arbeid naar grondstoffen en milieu.”

Dubbeltelling noodzakelijk voor halen bijmengverplichting

Aan de zijlijn van de bijmengverplichting voor het gebruik van biobrandstoffen is een nieuwe markt ontstaan, de markt voor ‘Biotickets’. Biotickets kunnen worden gebruikt om te voldoen aan de bijmengverplichting, zonder zelf te hoeven bijmengen. Dit is vooral van belang voor kleinere oliehandelaren en pomphouders, omdat die vaak niet in staat zijn zelf fysiek voldoende biobrandstoffen bij te mengen. Om te voldoen aan de Nederlandse doelstellingen (oplopend tot 10 procent bijmenging in 2020) bieden zich kansen aan voor het gebruik van biogas, Bio Methanol en Bio LNG. Van belang om verdringing van voedsel door biobrandstoffen (biodiesel uit palmolie) te minimaliseren. Daarom kunnen voor duurzaam geproduceerde biobrandstoffen extra tickets worden gegenereerd. Dit is Europees vastgelegd in de Renewable Energy Directive (RED).
Duurzame bronnen zijn bijvoorbeeld GFT, resthout, maar ook materialen zoals grassen, bijvoorbeeld uit natuurgebieden. Deze worden nu met hoge kosten verwerkt. De biotickets bieden daarmee een kans voor natuurbeheerders om natuurafval om te zetten in duurzaam geproduceerde brandstoffen, en dat met een forse kostenreductie.
Mark van Seventer van Ekwadraat: “We verwachten dat de huidige kosten van verwerking van natuurgras volledig kunnen worden vermeden. Het is een prachtige ontwikkeling als duurzame brandstoffen ook nog kunnen bijdragen aan natuuronderhoud.” 
Hiervoor zijn nieuwe installaties en uitbreidingen nodig en een maximale benutting van de - door Europese regelgeving geboden –ruimte voor dubbeltelling. De hoop van initiatiefnemers in de markt is daarom gevestigd op Staatssecretaris Wilma Mansveld van Infrastructuur & Milieu. Zij zal door een maximale benutting van dubbeltelling in Nederland de productie van duurzame biotickets een steun in de rug kunnen geven. Een maatregel die Nederlandse innovatieve bedrijven nog geld oplevert ook.
Van Seventer: “Ik hoop dat de juiste keuzes gemaakt worden, en dat er een werkbare regeling ontstaat, zoals in andere EU landen. Het zou ondernemers helpen om te investeren. In de huidige economische crisis een absolute no-brainer, natuurlijk. Het ministerie van Economische Zaken is in ieder geval enthousiast, hopelijk ziet mevrouw Mansveld het ook zo.”
De prijs van RINs, een soortgelijk systeem als biotickets in Amerika, is in een paar maanden geëxplodeerd van 2-3 dollarcent naar 79 dollarcent per gallon (bron: Platts). Dit komt neer op een meerprijs van ca. 15 eurocent per liter diesel! Het vooraf contracteren van biotickets kan voorkomen dat prijzen te hoog oplopen, en biedt investeerders in productie-installaties zekerheid.

Groen software project

De Software and Network Engineering (SNE) groep van het Instituut voor Informatica heeft subsidie ontvangen van het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO), om te onderzoeken hoe software en hardware optimaal op elkaar kunnen worden afgestemd om data centra ‘groener’ te laten opereren.
Het project wordt gefinancierd door EFRO en staat onder toezicht van de Amsterdam Economic Board.  SNE zal samenwerken met o.a. Hogeschool van Amsterdam (HvA), Vrij Universiteit van Amsterdam (VU), SURFsara, GreenIT Amsterdam en commerciële bedrijven (SIG, Schuberg Philis en Equinix).
Verscheidene Amsterdamse deelnemers zijn centrale spelers op het gebied van onderzoek en het valideren van nieuwe ideeën die leiden tot groenere en duurzamere computing (in data centra). Met dit onderzoeksproject heeft de SNE groep de mogelijkheid de optimale integratie van software en virtuele infrastructuren voor groene ICT diensten te onderzoeken, en dit in werkelijke scenario’s te valideren door de faciliteiten die in dit project beschikbaar zijn te gebruiken.

donderdag 25 april 2013

Planning van Europa's elektriciteitssnelwegen van de toekomst

Een Europees onderzoeksconsortium, dat mede wordt ondersteund door de Europese Commissie, is gestart met het e-Highway2050-project. Dit project heeft de ontwikkeling van een lange termijnplanning voor de noodzakelijke uitbreiding en omzetting van de Europese elektriciteitstransportnetten tot doel. De resulterende benadering zal een modulair ontwikkelingsplan voor het pan-Europese transmissienet 2020-2050 voorstellen. De ontwikkeling van een geïntegreerde Europese elektriciteitsmarkt benadrukt het belang van meer onderlinge verbondenheid tussen bestaande en toekomstige transportnetten. Dit onderzoeksproject legt de fundering voor een geïntegreerd pan-Europees net, dat ervoor zorgt dat aan Europese afspraken, zoals de integratie van grote hoeveelheden elektrische stroom, opgewekt door hernieuwbare energiebronnen (wind, biomassa en zon) en het transport hiervan over lange afstanden naar verbruikslocaties, kan worden voldaan. Een dergelijk complex en genetwerkt transmissiesysteem op pan-Europees niveau verhoogt de interesse in het innovatieve concept 'elektriciteitssnelwegen'.
Het e-Highway2050-partnerschap bestaat onder meer uit de exploitanten van transmissiesystemen, energieverenigingen, een ngo, onderzoeksinstituten, universiteiten en bedrijven uit heel Europa.
 Op dit moment is het Ten Years Network Development Plan - TYNDP - opgesteld door het European Network of Transmission Systems Operators for Electricity (ENTSO-E) - de basis voor de uitbreiding en omzetting van het Europese elektriciteitsnet: het identificeert potentiële investeringslacunes in de komende tien jaar en onderstreept welke technologische en sociaaleconomische benaderingen van belang zijn om de energiedoelstellingen van het EU-beleid te bereiken. Het e-Highway2050-onderzoeksproject heeft als doel om een ​​geschikte methodologie voor de langere termijn te ontwikkelen en duurzame en economisch gunstige ontwikkeling te garanderen.
 Binnen deze context onderzoekt het e-Highway2050-onderzoeksproject randvoorwaarden en ontwikkelt het oplossingen voor de planning van de Europese elektriciteitsnetexpansie 2020-2050, waarbij verschillende groei- en energiescenario's voor Europa onderzocht worden. De voornaamste belanghebbenden uit heel Europa worden uitgenodigd om tussentijdse resultaten te bespreken in consultaties en workshops en actief bij te dragen aan de beïnvloeding van de resultaten.
 Het Network Development Plan zal in eerste instantie beleidsmakers, regelgevende instanties en de energie-industrie ondersteunen als belangrijkste spelers in de uitbreiding van het pan-Europese transportnet. De methodologie voor netwerkplanning zal beschikbaar zijn voor alle ENTSO-E-leden: deze zal ook roadmaps bieden voor verder onderzoek en innovatie met betrekking tot de ontwikkeling van verbeterde planningsinstrumenten voor netwerkuitbreiding.
 

Convenant Duurzaam Ameland 2.0

In 2007 ondertekenden Gemeente Ameland, Nederlandse Aardolie Maatschappij B.V., Eneco Energy Services B.V. en GasTerra B.V. het convenant Duurzaam Ameland. Binnen dit convenant zijn een aantal projecten gerealiseerd zoals: groen licht, waterstofproductie en injectie in aardgas, gaswarmtepompen, bussen op aardgas, mini WKK’s en HRe-ketels.
Zes jaar later is een vervolg gegeven aan deze samenwerking met de ondertekening van het convenant Duurzaam Ameland 2.0. Naast eerder genoemde partijen heeft ook Philips Nederland B.V. dit convenant ondertekend. Met de ondertekening van het convenant spreken de partijen de intentie uit om samen verder te werken aan en te experimenteren met (duurzame) energie-innovaties op het eiland Ameland.

woensdag 24 april 2013

Vergunning RWE-centrale Eemshaven aangevuld

De provincies Groningen, Fryslân en Drenthe hebben de vergunning Natuurbeschermingswet voor de RWE-energiecentrale in de Eemshaven aangevuld. De natuurmaatregelen zijn concreter vastgelegd en de natuureffecten in Duitsland zijn verder onderzocht. Het energiebedrijf heeft nu ook een vergunning voor een extra havenkade.
Met de aanvullingen komen de drie provincies tegemoet aan de bezwaren tegen de vergunning die zij vorig jaar aan RWE hebben afgegeven. Tegen de vergunning kwamen ruim 6.000 bezwaren. Om deze zorgvuldig te kunnen beoordelen is onafhankelijk advies gevraagd aan de commissie rechtsbescherming. In oktober 2012 en in maart 2013 hebben bezwaarmakende organisaties hun bezwaar mondeling kunnen toelichten bij de commissie.
De meeste bezwaren vindt de commissie ongegrond. Wel is verzocht om concretere onderbouwing en invulling van de natuurmaatregelen en een uitbreiding van de vergunning met een extra havenkade.

Uniek Shared Research Centrum voor aromaten uit biomassa

Green Chemistry Campus, VITO en TNO hebben begin maart het startsein gegeven voor een Shared Research Center Biobased Aromatics. De twee kennisinstellingen gaan in nauwe samenwerking met het bedrijfsleven toegepast onderzoek doen naar aromaten uit biomassa. Daaraan is grote behoefte omdat we voor aromaten, chemische verbindingen die de bouwstof vormen van tal van producten, nu nog volledig afhankelijk zijn van aardolie.
Zo moeten biobased aromaten een grote bijdrage leveren aan de verduurzaming. Aromaten zijn vooral belangrijk als grondstof voor kunststoffen, coatings en speciale chemicaliën. Ze uit biomassa maken is een grote technologische en economische uitdaging. ‘In de industrie bestaat hieraan grote behoefte’, zegt Joop Groen van TNO. ‘Bedrijven willen hun producten en productieprocessen vergroenen. Er wordt her en der wel onderzoek gedaan naar biobased aromaten maar dat is kleinschalig en versnipperd. Met ons Shared Research Center pakken we dit vraagstuk grootschalig bij de kop. Over een paar jaar zullen hier zo’n vijftig technologen van VITO en TNO in open innovatie samenwerken met medewerkers van bedrijven die zich hierbij aansluiten. Het is dan een mondiaal toonaangevend onderzoekscentrum dat ervoor zorgt dat biobased aromaten in steeds meer producten te vinden zullen zijn.’
Het Shared Research Center is gevestigd op de Green Chemistry Campus in Bergen op Zoom, een onderdeel van de Biobased Delta waar al een aantal ondernemers, instellingen en overheden samenwerken aan de biobased economy en is strategisch gelegen tussen de industriële centra Rotterdam en Antwerpen. TNO heeft de vraag van de markt in kaart gebracht en werkt nu uit welke routes technologisch en economisch het meest aantrekkelijk zijn. Om van biobased aromaten een commercieel succes te maken, is nog veel innovatief werk nodig. ‘Het bedrijfsleven heeft zich enthousiast getoond. Bij de kickoff waren een kleine twintig topbedrijven uit de chemie en biotechnologie aanwezig. Biobased aromaten bestaan nog niet commercieel en ze verwachten dan ook veel van dit centrum. We gaan het nu samen oppakken. Eind dit jaar verwacht ik dat tenminste vijf industriële partijen hieraan meedoen en er al een grote groep onderzoekers uit VITO, TNO en het bedrijfsleven hard aan het werk is.’
Dat TNO sterk inzet op dit initiatief komt volgens Groen voort uit de ambitie een bijdrage te leveren aan doorbraken om de chemie te verduurzamen. ‘We zijn onafhankelijk, werken multidisciplinair en combineren kennis van biotechnologie, chemie, procestechnologie, toepassingen en samenwerkingsvormen. We hebben als een van de weinigen al een jaar of tien ervaring met shared research op uiteenlopende gebieden. En samen met VITO beschikken we over een groot internationaal industrieel netwerk.’ Dit jaar moet duidelijk worden welke programmalijnen de belangrijkste zijn om biobased aromaten te gaan ontwikkelen. Daarbij gaat het om zowel bulk- als speciale producten. Ook verwacht Groen eind dit jaar de eerste onderzoeksresultaten op labschaal, want er wordt zeer resultaatgericht gewerkt, het gaat niet om de wetenschap. ‘Hoewel de eerste geïnteresseerde partijen zich hebben gemeld, hoop ik dat zoveel mogelijk bedrijven, van groot tot klein, aansluiting zullen zoeken bij dit initiatief. We beschikken hier over een unieke kennisinfrastructuur en een fantastisch ecosysteem van samenwerkende partijen.’

dinsdag 23 april 2013

Ondernemen met biomassa makkelijker gemaakt

Het wordt makkelijker voor bedrijven om te investeren in economische activiteiten die biomassa  als grondstof voor chemische producten, materialen en energie gebruiken: de ‘Biobased Economy’. Het kabinet heeft 24 belemmeringen in wet- en regelgeving opgelost. Dat schrijft minister Kamp van Economische Zaken  aan de Tweede Kamer.
Kamp: 'We willen naar een duurzame economie, dan is het goed dat ondernemers die daar speciaal in investeren, een duwtje in de rug krijgen. Knellende regels wegnemen zorgt voor minder kosten en gedoe en levert meer tijd op om te ondernemen. Dat is goed voor de economie en levert banen en inkomsten op.'
Voortaan kunnen bijvoorbeeld 80 nieuwe afvalsoorten als grondstof worden gebruikt voor vergisting voor energieopwekking, zoals groente- en aardappelresten. Ook is het niet meer nodig om een vergunning aan te vragen voor het opslaan van grote hoeveelheden snoeihout. Dat scheelt ondernemers tijd en geld. Groen gas van kleine producenten kan voortaan meedoen met de aanvraag voor duurzame energiesubsidies.
Ondernemers hebben zelf bijna negentig problemen geconstateerd waar zij in hun dagelijkse werk tegen aanlopen. Minister Kamp informeert de Kamer deze kabinetsperiode over de voortgang van de overige problemen. De Biobased Economy (BBE) gaat het over het gebruik van biomassa voor toepassingen zoals chemicaliën, materialen, transportbrandstoffen en elektriciteit

Groen gas: een overzicht van innovatieve technieken en leveranciers

Groen gas is de duurzame variant van aardgas en wordt gemaakt door biogas op te waarderen tot het dezelfde kwaliteit heeft als aardgas. Groen gas wordt schoon geproduceerd en is hernieuwbaar. De productie en afzet van biogas zijn grotendeels technologische processen.
De Stichting Groen Gas Nederland heeft in samenwerking met o.a. TNO een informatieboekje uitgebracht van de betrokken processtappen. Bij elke processtap wordt een uitleg gegeven van de beschikbare en innovatieve technologieën. Elke technologie wordt van een lijst van leveranciers voorzien. De hoofdstappen voor het verkrijgen van biogas zijn altijd noodzakelijk. Nadat ruw gas is verkregen zijn de benodigde processtappen afhankelijk van de beoogde toepassing.
Voorbeelden van technologieën waar TNO aan werkt zijn verwijdering van H2S uit biogas gebaseerd op ijzer chelaten, verwijdering van CO2 uit biogas door middel van amines/aminozuurzouten, en de gecombineerde verwijdering van H2S/CO2 door middel van één wasvloeistof.

maandag 22 april 2013

Shell de nieuwe Meest Favoriete Werkgever van Nederland

Shell is de nieuwe Meest Favoriete Werkgever van Nederland. Daarmee neemt zij het stokje over van de Rabobank, die vier opeenvolgende jaren de nummer-1 positie innam. Was in de eerste helft van 2012 al sprake van een nek-aan-nek-race tussen de Rabobank en Shell, eind 2012 is Shell verder op de Rabobank uitgelopen en de nieuwe koploper over 2012. Voor de Rabobank, was het Philips die, inmiddels op plek 6, tot 2008 de ranking domineerde. De Rabobank staat nu 2de binnen de ranking van Meest Favoriete Werkgevers van Nederland, met in haar kielzog de Politie (3de) en KLM (4de). Dit blijkt uit de meest recente gegevens van het Arbeidsmarkt GedragsOnderzoek (AGO) van onderzoeksbureau Intelligence Group, afgenomen onder 10.912 personen uit de (potentiële) Nederlandse beroepsbevolking in 2012.

Energieverbruik hoger in 2012

Het energieverbruik in Nederland in 2012 was met 1,3 procent iets hoger dan in 2011. Er is meer energie verbruikt, omdat het kouder was dan in 2011. Ook zijn in de petrochemische industrie meer olieproducten verbruikt.
Het verbruik van aardolie en -producten steeg met 3,3 procent. Ondanks de economische teruggang trok de buitenlandse vraag naar Nederlandse petrochemische producten aan. Het verbruik van olieproducten in de petrochemische industrie steeg daardoor. Deze producten worden ingezet als grondstof voor het maken van kunststof. Het olieverbruik voor het vervoer nam licht af. Er is dus minder benzine en diesel getankt.
Het steenkoolverbruik steeg in 2012 met 10 procent sterk. Er werd meer steenkool gebruikt voor de productie van elektriciteit (+ 16 procent). Deze ontwikkeling is prijsgestuurd. Steenkool was vorig jaar relatief goedkoop ten opzichte van aardgas. In totaal is er wel circa 2 procent minder elektriciteit verbruikt in ons land in 2012. Faillissementen van enkele grootverbruikers speelden hierbij een belangrijke rol.

Groei zonne-energie explodeert door lokale initiatieven

De groei van zonne-energie in Nederland is niet meer te stoppen. Dankzij honderden lokale initiatieven, die zowel streven naar duurzaamheid als onafhankelijkheid, groeit de markt van onderaf. In 2012 zelfs met 250 procent. Ook de komende jaren zal het aantal zonnepanelen en opgewekte zonnestroom meer dan verdubbelen, verwachten deskundigen.
In Nederland werd vorig jaar 145 Megawatt aan nieuwe zonnepanelen geïnstalleerd. Dat is 3,5 keer zoveel als er in 2011 aan vermogen bijkwam. De meeste panelen worden aangeschaft door gezamenlijke initiatieven van burgers. 
'In Nederland zijn op dit moment meer dan 300 lokale energiecoöperaties. Dat geeft aan dat het populair is. Nederland is echt een land waar de groei van onderaf plaatsvindt. Ik noem dat power of the crowd,' zegt René Moerman. Hij is directeur business development bij Solar Insurance & Finance en voorzitter van CALorie in Noord-Holland. Dit lokale burgerinitiatief opende onlangs zijn eerste zonnecentrale met 112 panelen en wil er dit jaar nog twee tot vier in gebruik nemen. 'Wij bestaan sinds 2010 en zijn eigenlijk een oude club. Wij hebben al diverse projecten gerealiseerd, terwijl nieuwe coöperaties pas volgend jaar echt tot bloei komen. Daarom verwacht ik dat zonne-energie in Nederland de komende jaren meer dan verdubbelen zal, puur door die kracht van onderuit,' aldus Moerman.
Ook hoogleraar sociologie aan de Rijksuniversiteit Groningen en voorzitter van de lokale energiecoöperatie Grunneger Power prof. Dr. Frans Stokman ziet die ontwikkeling. 'Ondanks de beperkingen van de saldering en de moeilijkheden om te investeren in zonne-energie op een andere locatie dan je eigen dak, zien we toch een enorme groei. Dat komt duidelijk door coöperaties als Grunneger Power die mensen laten zien dat het rendabel en goedkoper is dan stroom van het energiebedrijf," zegt de professor.
Grunneger Power legt in Groningen elke twee werkdagen een dak vol zonnepanelen. 'Je ziet wereldwijd het aantal zonnepanelen groeien met een snelheid waar je u tegen zegt. Dat gaat elk jaar over de kop. In Nederland staan mensen uit een straat zelf op om samen met andere mensen zonnepanelen aan te schaffen. Dat is het sociaal effect dat we steeds beoogd hebben en dat zich nu waarmaakt,' aldus Stokman.
Beiden treden op als spreker tijdens The Solar Future: NL '13 conferentie in Eindhoven op 23 mei, samen met beroemdheden als visionair Jeremy Rifkin, activist Danny Kennedy en Nederlands eigen zonne-energiegoeroe Professor Wim Sinke.
Wereldwijd groeide het aantal zonne-energiesystemen met dubbele cijfers. In Europa zal de markt in 2016 verdubbeld zijn ten opzichte van dit jaar, verwacht de Europese brancheorganisatie EPIA.
In Nederland kost een Kilowattuur zonnestroom inmiddels circa 16 cent. Stroom uit het stopcontact kost gemiddeld 21 cent. Zonnepanelen verdienen zich in tien jaar terug, terwijl ze minstens twintig jaar meegaan. ,,Oftewel tien jaar gratis stroom," zegt Edwin Koot van Solarplaza, dat de conferentie organiseert. Hij heeft verschillende verklaringen voor de enorme groei die Nederland doormaakt. ,,Enerzijds willen mensen bijdragen aan een duurzame groene energievoorziening. Anderzijds willen ze onafhankelijk zijn van grote instanties als banken en energiebedrijven. Dit alles heeft het kenmerk van een sterk groeiende bottom-up beweging," aldus Koot.
Tijdelijke importheffingen op zonnepanelen uit China, waar de EU momenteel mee dreigt, zullen dit proces volgens hem niet stoppen. Koot: ,,In Amerika is de markt in 2012 ondanks vergelijkbare importheffingen verder gegroeid."

vrijdag 19 april 2013

Teamintroductie Nuon Solar Team

Het Nuon Solar Team heeft vandaag een filmpje online gezet waarin zij zichzelf introduceren. Het team zit middenin de bouw van hun nieuwe zonneracer, Nuna7. Met de voorgaande zonnewagens wonnen zij vier keer de World Solar Challenge, een race van 3000km dwars door de hete woestijnen van Australië. Deze ambitieuze groep van 16 studenten van de TU Delft ontwerpt, bouwt en racet deze wagen helemaal zelf.
Met een groot aantal technische studies wordt elk onderdeel van de wagen tot perfectie ontworpen. De Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek studenten zorgen dat Nuna7 zo min mogelijk luchtweerstand heeft. De drie Werktuigbouwkundigen ontwerpen een wielophanging die alle klappen aan kan en zorgen dat de zonnewagen zo min mogelijk rolweerstand heeft. Om de energie zo goed mogelijk te gebruiken ontwerpen de Elektrotechniekstudenten een elektrisch systeem waar alle energie zo efficiënt mogelijk gebruikt wordt.
Na het bouwen van de auto transformeert het team in een ware raceploeg. Elke pitstop wordt tot in de seconde geöptimaliseerd en alle schaduw die je per ongeluk op het zonnepaneel laat vallen wordt genadeloos afgestraft. De teamleden van het Nuon Solar Team knallen tot de finish is bereikt, om uiteindelijk het goud weer naar Delft te halen.

Twee nieuwe subsidies voor duurzame projecten MKB

Voor twee innovatieve en duurzame projecten heeft de provincie Groningen een subsidiebedrag van in totaal 112.000,- euro beschikbaar gesteld. De KleinsteSoepFabriek uit Leek is van plan recyclebare aluminiumzakken te gebruiken bij het verpakken van producten. AXiair uit Haren wil een energiezuinige afzuigkap ontwikkelen. Het geld komt uit het subsidieprogramma Innovatief en Duurzaam MKB Groningen.De KleinsteSoepFabriek, waar onder andere biologische soepen en pesto's worden gemaakt, krijgt van de provincie een bedrag van ruim 87.000,- euro. De fabriek uit Leek wil haar producten verpakken in recyclebare aluminiumzakken, in plaats van glazen potten. De verpakkingsmethode is energiezuiniger. Bovendien wordt het volume van de producten kleiner, waardoor er meer vervoerd kunnen worden per keer. Voor aXiair is 25.000,- euro beschikbaar. Het bedrijf is van plan om een energiezuinige afzuigkap te ontwikkelen. De installatie zuigt de kooklucht op en blaast deze niet naar buiten, maar geurvrij terug de keuken in (recirculatie). Een huishouden waar gekookt wordt kan zodoende jaarlijks 50 tot 100 m3 gas besparen. Tot 2015 is er bijna 3 miljoen euro beschikbaar voor bedrijven die bezig zijn met duurzame en innovatieve projecten. Meer over het programma Duurzaam en Innovatief MKB is te vinden op de website.

Nieuw onderzoeksprogramma STW en Philips richt zich op efficiëntere LED-verlichting

Om aan de groeiende vraag naar duurzame verlichting te voldoen hebben Technologiestichting STW en Philips het initiatief genomen tot het partnership ‘Advanced Sustainable Lighting Solutions’.Met acht recent gehonoreerde onderzoeksvoorstellen gaat het programma nu daadwerkelijk van start. Doel van deze projecten is om innovatieve, efficiënte verlichting te ontwikkelen,die ook voor nieuwe toepassingen beschikbaar zal zijn. Met het vijfjarige programma is een bedrag van drie miljoen euro gemoeid; de partners betalen elk de helft. De eerste resultaten worden in 2014 verwacht. 
Het lichtverbruik in de wereld wordt steeds hoger; de verwachting is dat mede door de verschuiving naar een 24 uurs-economie rond 2050 het wereldwijde lichtverbruik bijna drie keer hoger zal zijn dan nu. Meer energie-efficiënte manieren om met verlichting om te gaan zijn daarom gewenst. Het Partnership “Advanced Sustainable Lighting Solutions” gaat op zoek naar hoog-efficiënte, aantrekkelijke en betaalbare verlichting die ook nog eens op een verantwoorde manier ontwikkeld wordt. Zulke lichtsystemen kunnen vervolgens bijdragen aan oplossingen voor maatschappelijke uitdagingen op uiteenlopende gebieden als voedselproductie, gezondheid en welzijn.
Een ‘call for proposals’ onder universiteiten leverde maar liefst 44 vooraanmeldingen op. Na beoordeling door een comité van experts zijn acht projecten gehonoreerd, die zijn onder te verdelen in twee categorieën . Vijf projecten richten zich op exploratie van nieuwe materialen, verbetering van efficiëntie en optimalisering van duurzame productie van LED’s. In de drie overige projecten wordt gekeken hoe LED-verlichting kan worden gebruikt voor gezondheid en energiebesparing, efficiëntere algengroei voor biomassaproductie en betere fruitkwaliteit.
“Advanced Sustainable Lighting Solutions (ASLS)” is één van de nu zeven Partnershipprogramma’s van Technologiestichting STW om de Nederlandse wetenschap toegankelijk te maken voor specifieke vragen vanuit de industrie. De onderzoeksprojecten in ASLS worden in Nederland uitgevoerd, deels op de universiteit, deels bij Philips Research.

donderdag 18 april 2013

Duidelijkheid omwonenden hoogspanningslijnen

Bestaande hoogspanningslijnen worden waar mogelijk onder de grond gebracht. Bewoners die direct onder hoogspanningslijnen wonen die niet onder de grond worden gebracht, kunnen een aanbod tot uitkoop van hun woning krijgen. Deze maatregelen worden vanaf 2017 uitgevoerd, er is geen ruimte op de begroting ze direct door te voeren. Dat schrijft minister Kamp van Economische Zaken (EZ) woensdag 17 april 2013 aan de Tweede Kamer.
'Bewoners die onder hoogspanningslijnen wonen krijgen nu duidelijkheid,' aldus minister Kamp. 'Gezien de huidige economische situatie kunnen we de maatregelen echter pas in 2017 uitvoeren.' Nieuwe hoogspanningslijnen worden al zo veel mogelijk aangelegd in gebieden zonder bebouwing. Met dit voorstel komt het kabinet vanaf 2017 tegemoet aan de maatschappelijke wens om ook in bestaande gevallen mensen die direct onder hoogspanningslijnen wonen te ontzien. De periode tot 2017 wordt gebruikt om de uitvoering van de maatregelen grondig voor te bereiden.
In dorpen of steden worden bestaande hoogspanningslijnen met een  voltage van 110 en 150 kilovolt binnen vijftien jaar onder de grond gebracht. Dat geldt voor ongeveer 135 kilometer aan hoogspanningslijnen. De kosten bedragen 440 miljoen euro, betrokken gemeenten betalen een kwart hiervan. De resterende 330 miljoen worden vanaf 2017 door netbeheerder Tennet verrekend in de transporttarieven voor energie.
Hoogspanningslijnen met een voltage 220 en 380 kilovolt kunnen niet onder de grond worden gebracht. Mensen die direct onder deze hoogspanningslijnen wonen kunnen een aanbod voor uitkoop krijgen van hun gemeente. Dit geldt ook voor bewoners onder hoogspanningslijnen met een voltage van 110 en 150 kilovolt die in het buitengebied wonen. Het gaat in totaal om circa 400 woningen. De kosten van de uitkoop van woningen bedragen naar verwachting 140 miljoen euro en worden betaald via de Rijksbegroting. De regeling heeft een looptijd van vijf jaar.


Nuon verlaagt opnieuw energietarieven

Voor de tweede keer op rij verlaagt Nuon de energietarieven. In januari 2013 gingen deze al scherp omlaag en nu profiteren onze klanten opnieuw. Deze laatste tariefsaanpassing zal de klant ruim € 20 per jaar opleveren op zijn energienota. Afgelopen januari gingen de energieprijzen al omlaag met ongeveer € 85. De daling van ruim € 20 per juli 2013 komt vooral door een scherpere inkoopprijs van gas. De prijs van elektriciteit daalt ook licht.
Twee keer per jaar (per januari en juli) stelt Nuon de tarieven voor levering gas en elektriciteit opnieuw vast. Dit om voor bestaande én nieuwe klanten energie steeds tegen een zo scherp mogelijk tarief te kunnen leveren. De verlaging van januari 2013 is deels teniet gedaan door een gelijktijdige stijging van de energiebelasting, netbeheertarief en de btw. Dit zijn kosten waarop Nuon geen invloed heeft. Rond 1 juli stijgen deze kosten niet.
Nuon merkt dat klanten steeds bewuster omgaan met hun energiekosten. De afgelopen maanden heeft een record aantal klanten gebruik gemaakt van de TermijnbedragManager. De klant kan zo via internet de hoogte van zijn maandtermijn zelf bepalen, op basis van het eigen energieverbruik.

Uitbreiding gebieden windenergie in Delfzijl en Eemshaven

De provincie Groningen is van plan om de bestaande gebieden waar windmolens mogen komen bij Delfzijl en de Eemshaven, uit te breiden. In januari 2013 hebben de provincies een akkoord gesloten met het kabinet voor de verdeling van 6.000 megawatt windenergie op land. Voor Groningen betekent dit een verhoging van de provinciale taakstelling van 750 naar 850 megawatt (15 tot 33 extra windmolens). In ruil voor die toezegging ontwikkelt het Rijk geen windparken in gebieden waar de provincies dit niet willen. Er komen daarmee geen nieuwe gebieden voor windenergie in de provincie.
De uitbreiding bij Delfzijl vindt plaats in het gebied ten westen van het bestaande windpark richting Meedhuizen. De uitbreiding bij de Eemshaven is ten westen van het bestaande windpark richting het Noordgasstation. Het is niet mogelijk om de extra windmolens, die nodig zijn voor het opwekken van 100 megawatt, binnen de bestaande windmolenparken in Groningen te plaatsen. Omdat windturbines veel impact hebben op de omgeving kiest de provincie er voor om de turbines te concentreren op drie plekken. Er wordt voor de uitbreiding aansluiting gezocht op de bestaande windparken in de gemeenten Delfzijl en Eemsmond.
De besluitvormingsprocedure voor de uitbreiding wordt binnenkort gestart. Het college van Gedeputeerde Staten heeft Provinciale Staten hierover op dinsdag 9 april in een brief geïnformeerd. Het college vindt het belangrijk om de inwoners van de gemeenten Delfzijl en Eemsmond zorgvudig over de plannen te informeren.  Er worden twee bijeenkomsten georganiseerd:

Vereniging Eigen Huis: NAM moet huiseigenaren waardedaling vergoeden

NAM (Nederlandse Aardolie Maatschappij B.V.) moet huiseigenaren financieel compenseren voor alle schade die zij lijden als gevolg van aardbevingen door gaswinning in Groningen. Ook schade door waardevermindering van eigen woningen zal volgens Vereniging Eigen Huis moeten worden vergoed. De vereniging gaat daarom NAM formeel wijzen op haar aansprakelijkheid. Die aansprakelijkheid gaat verder dan alleen het vergoeden van de herstelkosten van zichtbare schade, waartoe NAM zich nu toe lijkt te willen beperken. Vereniging Eigen Huis vindt dit niet aanvaardbaar en gaat zo nodig zelf in haar hoedanigheid van behartiger van de belangen van huiseigenaren de rechter vragen om een uitspraak over de reikwijdte van de aansprakelijkheid. Ook gaat Vereniging Eigen Huis overheden en autoriteiten wijzen op hun verantwoordelijkheid voor de veiligheid van de inwoners van het gebied. Vereniging Eigen Huis vindt dat de overheid direct preventief moet ingrijpen als blijkt dat de veiligheid van mensen in het geding kan zijn.
In februari 2013 benaderde Vereniging Eigen Huis haar leden in het getroffen gebied met de vraag of zij voor Vereniging Eigen Huis in deze al langer lopende problematiek een taak zien. Vrijwel unaniem werd deze vraag door de leden bevestigend beantwoord. Vervolgens is de vereniging met een team van specialisten twee dagen in Noord-Oost-Groningen geweest. Hier zijn gesprekken gevoerd met ruim 100 particuliere huiseigenaren. Ook is gesproken met Groninger Bodembeweging (GBB), bouwkundigen en met vertegenwoordigers van overheden, wetenschap en makelaardij. Uit de gesprekken met de betrokkenen uit de omgeving Loppersum blijkt dat waardedaling en veiligheid de grootste zorgpunten zijn voor woningeigenaren.

woensdag 17 april 2013

Duurzaamheidsstrategie UvA-HvA: discussie in de Amsterdamse Academische Club

De UvA en HvA kiezen voor een duurzame toekomst. Niet alleen door het thema terug te laten komen in onderwijs en onderzoek, maar ook door het veel aandacht te geven in de bedrijfsvoering en bij de nieuwbouw en renovatie. Zo hebben beide instellingen zich een reductie ten doel gesteld van de CO2-uitstoot van gebouwen met 3 procent per jaar en van het energiegebruik met 2 procent per jaar. Om na te gaan hoe de activiteiten van UvA en HvA elkaar verder kunnen versterken en om meer samenhang tussen deze activiteiten te creëren, organiseert de Amsterdamse Academische Club op donderdag 25 april een discussie. Het programma start om 17.30 uur.

AkzoNobel en Philips gaan voor schone energie

Kort na de start van de campagne Mission Possible, zeggen verf-, coatings- en chemiegigant AkzoNobel en elektronicaproducent Philips toe voor schone energie te kiezen. Daarmee scharen deze multinationals zich bij de groene koplopers van Nederland die al goed bezig zijn.  Greenpeace praat mee in de Sociaal Economische Raad (SER) over een energieakkoord om de kabinetsdoelstelling van schone energie van 16 procent in 2020 te halen. Daarom is het zo belangrijk dat bedrijven als AkzoNobel en Philips zich juist nu uitspreken voor schone energie. AkzoNobel en Philips hebben ambitieuze, concrete doelen gesteld waarmee ze écht werk gaan maken van energiebesparing en het gebruik van schone energie.
Zo wil AkzoNobel in 2020 ruim 40 procent energie uit duurzame bronnen gebruiken en 2 procent energiebesparing per jaar realiseren. Daarnaast wil het bedrijf de CO2-uitstoot met 40 tot 50 procent per ton product verminderen bij de productie van de verven, lakken en chemische stoffen. Philips streeft naar een wereldwijde CO2-reductie in zijn fabrieken en kantoren van 40 procent in 2020 ten opzichte van 2007 en wil vasthouden aan aparte doelen voor vergroting van het aandeel schone energie, verdere CO2-reductie en energiebesparing in 2030.


Universiteit Hasselt stapt mee in groen bodemsaneringsproject in Genk

De Universiteit Hasselt neemt de komende drie jaar deel aan een demonstratieproject in Genk waarbij onderzocht wordt of fytoremediatie – het gebruik van planten bij de sanering van bodems en (grond)water – een haalbaar alternatief is voor de meer klassieke saneringstechnieken. Het onderzoek is een initiatief van studiebureau Arcadis en wordt deels gefinancierd door de Vlaamse afvalstoffenmaatschappij OVAM. Fytoremediatie is één van de speerpunten van het Centrum voor Milieukunde (CMK) van de UHasselt.
Bij fytoremediatie worden planten (inclusief bomen) gebruikt voor het vastleggen, verwijderen, omzetten en/of afbreken van schadelijke stoffen uit bodems of (grond)water. “In veel gevallen spelen daarbij in feite vooral de plantgeassocieerde micro-organismen (bacteriën, schimmels…) de hoofdrol”, zegt prof. dr. Jaco Vangronsveld, verbonden aan het Centrum voor Milieukunde.
Deze – letterlijk en figuurlijk – groene saneringstechniek heeft in meerdere opzichten een groot voordeel in vergelijking met de klassiekere methoden zoals het afgraven of chemisch ‘wassen’ van vervuilde gronden of het oppompen van verontreinigd water. “Fytoremediatie is om te beginnen minder duur (enkel de aanplant en onderhoud van bomen), er komt geen transport aan te pas (het kan op de plek van de verontreiniging uitgevoerd worden) en het werkt op zonne-energie (want aangedreven door de fotosynthese van de plant). Daarnaast is fytoremediatie veel minder belastend voor de omgeving, het laat een minder grote CO2-voetafdruk na”, aldus professor Vangronsveld.
Maar ondanks de voordelen wordt de techniek momenteel slechts beperkt toegepast in Vlaanderen. Het Arcadis-project in Genk moet de mogelijkheden van fytoremediatie bijkomend aantonen en de kennis over deze biotechnologie in de Vlaamse bodemsaneringssector vergroten.
Dat Arcadis voor dit project samenwerkt met UHasselt-onderzoekers is geen toeval. Het CMK is een pionier als het gaat om onderzoek naar en het in de praktijk brengen van fytoremediatie. Zo experimenteerde de Universiteit Hasselt midden jaren negentig al met planten bij het ‘schoonmaken’ van vervuilde bodems. De expertise van Jaco Vangronsveld en zijn team is intussen wereldwijd erkend.
 

dinsdag 16 april 2013

Dertien organisaties naar rechter om kolencentrale

Greenpeace en Natuur & Milieu stappen samen met nog 11 Duitse en Nederlandse organisaties naar de Raad van State. Zij willen de natuurvergunning voor de nieuwe kolencentrale van RWE/Essent aan de Waddenzee van tafel krijgen. Vandaag wezen de provincie Groningen en het ministerie van Economische Zaken de bezwaarschriften van de milieuclubs af.
De eerste natuurvergunning voor deze grootste kolencentrale van Nederland, aan de Eemshaven, werd in augustus 2011 op vier belangrijke punten door de Raad van State  afgewezen. Ron Wit, hoofd klimaat en energie bij Natuur & Milieu: `De nieuwe natuurvergunning rammelt weer aan alle kanten en de overheden overtreden de wet. Wij achten de kans groot dat de Raad van State ons weer in het gelijk gaat stellen.'
Ondertussen gaat de bouw van de kolencentrale gewoon door. Beide milieuorganisaties wijzen erop dat de centrale niet nodig is voor de energievoorziening van Nederland. Deze kolencentrale zou straks de grootste uitstoter van broeikasgassen in Nederland worden, evenveel als 3,5 miljoen personenauto's. Minder vervuilende gascentrales staan stil vanwege overcapaciteit.
De milieuorganisaties maken zich ook grote zorgen over de natuurschade die deze overbodige centrale zal veroorzaken. ‘Elk jaar zouden straks miljoenen kilo's schadelijke stoffen en honderden kilo's zware metalen zoals kwik uit de schoorstenen van RWE/Essent komen,' vertelt Sanne van Keulen, hoofd Klimaat en Energie van Greenpeace. 'Die viezigheid valt neer op natuurgebieden en richt daar schade aan, dat kun je niet schoon rekenen. De kwetsbare natuur in en om de Waddenzee verdient bescherming, geen kolencentrale.
Naast de 15 milieuorganisaties die nu naar De Raad State stappen, tekenden ook alle zeven Duitse Waddeneilanden een resolutie tegen de kolencentrale.


Duurzaamheid en innovatie centraal op Europees congres procesindustrie

Tussen 21 en 25 april komen in Den Haag ruim 1600 gerenommeerde wetenschappers uit Europa, topmanagers van bedrijven, beleidsmakers en getalenteerde studenten bij elkaar om te praten over innovaties die nodig zijn om de Europese duurzaamheidsdoelstellingen te behalen. Het congres 'Shaping a Sustainable Future, a Partnership of Academia, Industry & Society' vindt plaats in het World Forum in Den Haag. Laurentien van Oranje houdt een toespraak tijdens de opening en topmanagers uit het bedrijfsleven en overheid gaan met elkaar in debat over de rol van hun bedrijf in het creëren van een duurzame toekomst.
Tijdens de openingsceremonie op zondag 21 april gaan Atzo Nicolaï (DSM), Sjaak Remmerswaal (Bronswerk Heat Transfer), Gerard Schotman (Shell), Marc van Heyningen (Fluor) en Chris Buijink (Ministerie van Economische Zaken) met elkaar in debat over de belangrijkste uitdagingen om de duurzaamheidsambities te verwezenlijken en de opdracht voor beleid, industrie en wetenschap om hier innovatieve oplossingen voor te bieden. Vervolgens houdt Laurentien van Oranje (oprichter en voorzitter van de Missing Chapter Foundation) een toespraak over het belang van de dialoog tussen kinderen, jongeren en huidige besluitvormers als het gaat om toekomstgerelateerde dilemma's en besluiten.
De wereld staat voor grote uitdagingen. Vraagstukken als voedsel- en waterschaarste en de toenemende vraag naar energie en consumptiegoederen vragen om nieuwe partnerschappen en slimme innovaties. De procesindustrie (chemische-, olie en gas-, voedsel- en farmaceutische bedrijven) heeft hierin een belangrijke rol en wil zich dan ook inzetten om de transitie naar een meer energie en grondstof efficiënte economie te ondersteunen. Met het 5-daagse programma wil de organisatie een forum creëren waar gedebatteerd wordt over nieuwe ideeën, praktische uitdagingen van de industrie ter tafel komen, nieuwe oplossingen worden ontwikkeld en nieuwe partnerschappen worden aangegaan.
Het congres is een combinatie van de negende editie van European Congress of Chemical Engineering (ECCE) en tweede editie van het European Congress on Applied Biotechnology (ECAB) . Het congres wordt om de twee jaar georganiseerd door de European Federation of Chemical Engineering (EFCE) in samenwerking met de European Society of Biochemical Engineering Sciences (ESBES).

GFT-verwerking levert duurzame energie op

In 2012 heeft afvalverwerkingsbedrijf de Meerlanden 4.275 ton GFT-afval uit Amstelveen verwerkt. Door dit GFT-afval te vergisten en te composteren werden 133.809 m3 groengas (een gemiddeld huishouden gebruikt 1600 m3 gas) en 303.038 kWh warmte opgewekt. Dat heeft voor Amstelveen een CO2-reductie van 403.336 kilo opgeleverd (een gemiddeld huishouden stoot 8400 kilo CO2 uit per jaar).
In totaal heeft de Meerlanden in 2012 43.450 ton GFT verwerkt van gemeenten. Dat heeft 1.360.000 m3 groengas en 3.080.000 kWh energie opgeleverd. Deze hoeveelheid duurzame energie is goed voor een CO2-reductie van 4,1 mln kilo.
Wethouder Duurzaamheid en Energie Jan-Willem Groot (CDA): “In ons streven naar een energieneutrale regio in 2040 is het verwerken van GFT-afval natuurlijk een belangrijk onderdeel. Op deze manier kunnen we groengas en duurzame warmte produceren, waardoor we een aanzienlijke CO2-reductie kunnen realiseren.”
Wethouder Afvalverwerking John Levie (bbA): “We zijn in Amstelveen in 2011 begonnen met een verbeterd inzamelsysteem voor GFT. In 2011 haalden we 1500 ton GFT op en in 2012 al het drievoudige, 4275 ton. Een mooi resultaat. Ik hoop dat we de komende jaren nog meer stappen maken.”

Samenwerking op het gebied van duurzaamheid

Industriële symbiose die leidt tot Innovatie; dát is de doelstelling van het project SILVER dat op 11 april gestart werd door de Provincie Limburg, Agentschap.NL en de Limburgse Werkgevers Vereniging. SILVER staat dan ook voor Symbiose In Limburg Versnellen en Realiseren.
De organisaties die zich committeren aan SILVER tekenden op 11 april 2013 een samenwerkingsovereenkomst. Jan Zuidam (voorzitter LWV), Rob Boerée (Directeur Energie en Klimaat, Agentschap.NL) en Bert Kersten (Gedeputeerde voor Arbeidsmarkt en Onderwijs, Duurzaamheid en Energie, Provincie Limburg) lichten toe waarom het project zo belangrijk is voor de economische groei in Limburg. In een tijdperk waarin steeds meer nagedacht wordt over een aantal fundamentele waarden in onze samenleving maakt het zorgvuldig omgaan met onze natuurlijke bronnen en respect voor het milieu steeds meer integraal onderdeel uit van de bedrijfsstrategie van onze ondernemers. Deze aanpak heeft bovendien als voordeel dat ze in veel gevallen zowel het milieu respecteert, werkgelegenheid oplevert en de concurrentiepositie van bedrijven versterkt.
Het SILVER project legt verbindingen en samenwerkingsverbanden tussen bedrijven uit de meest diverse sectoren en zet hen aan tot het delen van informatie omtrent aanbod van en vraag naar reststromen respectievelijk grondstoffen en energie. Het programma is opgezet om kansen te bieden voor het bedrijfsleven, het creëren van nieuwe innovaties en werkgelegenheid. Ook helpt het bedrijven opnieuw en op een andere manier te kijken naar de te gebruiken energie, grondstoffen en afval- en reststromen. Kortom het draagt bij aan meer innovatie, economische groei en vermindert de milieudruk. SILVER betreft een methode rond ketensamenwerking die eerder in Engeland succesvol bleek te zijn en nu in Limburg als eerste pilot binnen Nederland gestart wordt.



Interessant zijn de combinaties van activiteiten en productinnovaties tussen de verschillende sectoren, de cross-overs. Het project stimuleert deze verbindingen en faciliteert de totstandkoming van verrassende combinaties. Het project loopt tot eind 2014.

maandag 15 april 2013

Annemieke Traag legt eerste zonnepaneel Energiesprong Montferland

Donderdag 11 april legde gedeputeerde Annemieke Traag het eerste zonnepaneel op het dak van een zeer energiezuinige woning in ’s-Heerenberg. Deze nieuwbouwwoning maakt deel uit van Energiesprong Montferland. Alle 61 woningen van Energiesprong Montferland zijn energieneutraal of zeer energiezuinig, mede door de zonnepanelen. Hierdoor hebben de toekomstige bewoners een lage energierekening.
In ’s-Heerenberg, Zeddam en Stokkum realiseert Energiesprong Montferland 61 nieuwe woningen, waarvan er 30 energieneutraal en 31 energiezuinig zijn. De verwachting is dat de energierekening van de toekomstige bewoners van deze woningen maar liefst 60 tot 80 procent lager is dan bij een gewone nieuwbouwwoning. Alle woningen zijn eind 2013 klaar en opgeleverd.
Vanuit het Programma Energietransitie ondersteunt de provincie Gelderland de bouw van zeer energiezuinige woningen die minimaal 60 procent zuiniger zijn dan de bouwregelgeving voorschrijft. Dat gebeurt via het project Woonpark Gelderland, waarin samengewerkt wordt met deelnemende gemeenten. Woonpark Gelderland past in de visie van de provincie om te komen tot een toekomstbestendige energievoorziening met bijbehorende economische innovatie en groei. Tegelijk moet het project partners in de (woning)bouw ertoe bewegen anders te bouwen: integraal, innovatief, duurzaam en denkend in lange(re) termijn. De gemeente Montferland was de eerste deelnemer aan het project Woonpark Gelderland.

 

Greenpeace naar Raad van State om levensduurverlenging Borssele

Kerncentrale Borssele mag 20 jaar langer open blijven op basis van flinterdunne veiligheidsgaranties. Greenpeace stapt daarom naar de Raad van State. ‘De Nederlandse overheid tekent blind voor levensduurverlenging van een van de oudste kerncentrales van Europa’, stelt campagneleider kernenergie Jorien de Lege.
Op 13 maart besloot Minister Kamp dat Borssele tot 2033 in bedrijf mag blijven, twintig jaar langer dan het oorspronkelijke ontwerp toestaat. Om de veiligheid te beoordelen zijn uitgebreide tests nodig. De veiligheidscontroles die worden uitgevoerd zijn echter beperkt en worden uiterlijk pas in 2020 afgerond. Dit, plus het ontbreken van een Milieueffectbeoordeling (MER), roept zoveel vragen op dat een gang naar de rechter nodig is. Greenpeace gaat de Raad van State vragen om de vergunning van Borssele te vernietigen. De Lege: ‘Borssele krijgt een voldoende uitgedeeld voor het examen is afgenomen. Dat is onacceptabel in een land dat zegt de nucleaire veiligheid hoog in het vaandel te hebben. Laat EPZ, de exploitant van Borssele, eerst maar eens serieus onderzoeken hoe Borssele ervoor staat na 40 jaar elektriciteitsproductie.’
Na de toevallige vondst van duizenden scheurtjes in twee reactorvaten in België, zijn nieuwe twijfels ontstaan over de veiligheid van Borssele. EPZ zegt tijdens de jaarlijkse onderhoudsstop die vandaag start, het reactorvat te controleren op haarscheurtjes. Greenpeace is blij met deze extra controle waarvoor zij in oktober al een handhavingsverzoek indiende. ‘Als het vat volledig met ultrasone technieken wordt gecontroleerd zoals in België ook is gedaan, is dat een stap in de goede richting’, aldus De Lege. ‘Wij vinden echter dat eerst al het veiligheidsonderzoek moet worden afgerond voor een vergunning kan worden verleend.’
Kerncentrale Borssele zou oorspronkelijk in 2003 gesloten worden, dit is na extra investeringen opgerekt tot 2013. Minister Kamp heeft nu besloten dat de vergunning van Borssele tot 2033 geldig blijft. Hij sluit hierbij aan op het in 2006 afgesloten ‘Borssele Convenant’. Hierin is afgesproken dat Borssele tot 2033 open mag blijven als de centrale behoort tot de 25 procent veiligste kerncentrales van hetzelfde type in Europa, Canada en de VS. De commissie die dit moet beoordelen, heeft echter nog geen uitspraak gedaan. Greenpeace is van mening dat kernenergie onacceptabele risico’s kent en Borssele zo snel mogelijk gesloten moet worden. De Lege: ‘Het Duitse lucht- en ruimtevaartcentrum heeft onlangs voor Greenpeace uitgerekend dat Borssele nog dit jaar dicht kan zonder dat het licht uit gaat.’

vrijdag 12 april 2013

Nieuwe boring Roswinkel-gasveld van de baan

De NAM gaat niet naar gas boren in Ommelanderwijk bij Veendam en in Roswinkel. De reden is dat onderzoek heeft uitgewezen dat de hoeveelheid gas dat op beide locaties in de bodem zit niet rendabel is. In de periode tussen 1980 en 2005 heeft NAM aardgas gewonnen uit het Roswinkel-veld in Drenthe. In 2010 maakte de NAM bekend dat ze het voornemen had om een nieuwe gaswinningsput te boren in een ander deel van dit veld. Ook al waren de plannen nog pril, de NAM vindt het belangrijk om vroegtijdig met de inwoners en overheden te communiceren over de activiteiten in hun omgeving. Zo werden ondermeer inloopsessies georganiseerd voor de bewoners. Omdat de plannen nog pril waren, heeft de NAM in de tussentijd nog nadere studies uit voor dit project uitgevoerd. In oktober 2012 heeft de NAM bekend gemaakt dat de studies uitwezen dat er nog verder onderzoek nodig was naar de te verwachten hoeveelheid aardgas die gewonnen zou kunnen worden door deze nieuwe boring. Deze laatste studie is onlangs afgerond; uit dit onderzoek blijkt dat de te verwachten hoeveelheid aardgas niet rendabel is. Daarom heeft NAM besloten dit project te beëindigen. Daarmee is een nieuwe boring en dus nieuwe gaswinning uit het Roswinkel-gasveld van de baan.

Philips realiseert 's werelds meest energiezuinige warmwitte LED-lamp

Koninklijke Philips Electronics maakt naar eigen zeggen een nieuwe doorbraak in LED-verlichting bekend: 's werelds meest energiezuinige LED-lamp die geschikt is voor algemene verlichtingstoepassingen. Onderzoekers van Philips hebben een TLED-prototype ontwikkeld - ter vervanging van TL-verlichting - die een recordopbrengst van 200 lumen per watt aan wit licht van hoge kwaliteit produceert (in vergelijking met 100 lm/W voor fluorescentieverlichting en slechts 15 lm/W voor traditionele gloeilampen). Dit prototype TLED-lamp is tweemaal efficiënter dan voorgaande lampen en halveert in feite het energieverbruik.
Aangezien verlichting verantwoordelijk is voor meer dan 19% van het totale elektriciteitsverbruik op de wereld, belooft deze innovatie de bron te worden van aanzienlijke energie- en kostenbesparingen over de hele wereld. De 200 lm/W TLED-lamp zal naar verwachting in 2015 op de markt komen voor kantoor- en industrietoepassingen en zal daarna uiteindelijk ook voor woningen beschikbaar komen.
De nieuwe TLED-lamp laat voor het eerst zien dat verlichtingstechnici erin zijn geslaagd een verlichtingsrendement van 200 lm/W te bereiken zonder afbreuk te doen aan de kwaliteit van het licht, waarbij alle parameters voldoen aan de strenge eisen voor kantoorverlichting. “Dit is opnieuw een belangrijke doorbraak op het gebied van LED-verlichting, die de transformatie van de verlichtingssector verder voortstuwt”, aldus René van Schooten, CEO Light Sources & Electronics van Philips Lighting. “Nadat we erkenning hebben gekregen voor de kwaliteit van ons LED-licht (dat het licht van traditionele lampen nabootst) en voor het creëren van een nieuwe beleving met Philips Hue (het slimme draadloze verlichtingssysteem voor thuisgebruik), presenteren we nu de volgende innovatieve stap door het verdubbelen van het verlichtingsrendement. Het is fascinerend je voor te stellen welke enorme energie- en kostenbesparingen dit teweeg zal brengen voor onze planeet en onze klanten.”
De TLED-lampen zijn bedoeld als vervanger voor de fluorescentiebuisverlichting (TL-lampen) in kantoren en de industrie, die op dit moment meer dan de helft van de totale verlichting op de wereld uitmaakt. Overschakelen op de tweemaal efficiëntere 200 lm/W TLED-lampen zal leiden tot uitgebreide energie- en kostenbesparingen.
Alleen al in de VS verbruiken fluorescentielampen bijvoorbeeld jaarlijks ongeveer 200 terawatt aan elektriciteit. Als al deze lampen zouden worden vervangen door 200 lm/W TLED's, zouden de VS ongeveer 100 terawatt minder energie verbruiken (vergelijkbaar met de productie van 50 middelgrote energiecentrales). Dat zou een besparing opleveren van meer dan 12 miljard dollar en voorkomen dat ca. 60 miljoen ton CO2 in de atmosfeer terechtkomt.
Deze nieuwe LED-innovatie onderstreept het belang en de kracht van de verlichtingsactiviteiten van Philips, waar expertise wordt gebundeld op het gebied van LED-technologie, -lampen, -toepassingen en -systemen. De toonaangevende innovaties van Philips Lumileds, zoals die op het gebied van fosfortechnologie en blauwe LEDs, dragen bij aan de hoge lichtkwaliteit en de vooruitgang die wordt geboekt ten aanzien van rendement.

GroenLinks tegen bezuiniging op natuur en duurzame energie

De Statenfractie van GroenLinks is tegen de stevige bezuinigingen op natuur en duurzame energie van het nieuwe college van GS.Ook vindt de Statenfractie het een slecht plan dat GS geld uit de afgeblazen OV-projecten Regiotram en de spoorlijn Groningen-Heerenveen wil gebruiken voor de aanleg van de N33 tussen Zuidbroek en Appingedam. “Afspraak uit het collegeprogramma is dat vrijgevallen geld uit OV-projecten alleen gebruikt mag worden voor andere OV-projecten en dus niet voor een nieuwe weg”, aldus Statenlid Harrie Miedema. “Bovendien is de N33 een rijksweg en moet het rijk geld uittrekken voor deze weg, maar die wil dat niet. Het kan echt niet dat de provincie die weg nu zelf maar gaat betalen”.
Natuur en landschap zijn juist kerntaken van de provincie en GroenLinks vindt het niet kunnen dat juist daar stevig op bezuinigd wordt, terwijl het rijk er ook al heel stevig op heeft bezuinigd. Zo komt de realisatie van de EHS in Groningen nooit van de grond. Duurzame energie is een kernpunt in het collegeprogramma van GS in Groningen. Daarom is het vreemd dat de nieuwe coalitie stevig op wil bezuinigen op nieuw beleid, terwijl bijna alle energieprojecten daaronder vallen.
GroenLinks ziet ook goede punten in het programma. Zo staat men achter de aanpak van de jeugdwerkloosheid en het goedkoper maken van het leerlingenvervoer met OV. GroenLinks staat ook nog steeds achter het oude collegeprogramma dat grotendeels in stand blijft, met veel aandacht voor duurzaamheid.

donderdag 11 april 2013

Minister Schultz geeft startsein voor eerste LNG-aangedreven binnenvaarttanker

Minister Schultz van Haegen (Infrastructuur en  Milieu) heeft in aanwezigheid van Dick Benschop, president-directeur Shell Nederland, het startsein gegeven voor de eerste volledig door vloeibaar aardgas (LNG) aangedreven binnenvaarttanker: de Greenstream.
De Greenstream is de eerste van twee binnenvaarttankers die Shell gaat charteren voor productvervoer over de Rijn. Het schip biedt veel innovaties op het gebied van veiligheid en energie efficiëntie. Zo heeft het schip niet één grote motor, zoals bij traditionele binnenvaartschepen, maar vier kleine, efficiënte motoren. Hierdoor kan het vermogen beter worden gevarieerd en worden brandstofbesparingen mogelijk. Ook maken de motoren minder toeren dan traditionele binnenvaartschepen. Dit vermindert het trillings- en het geluidsniveau, wat bij het varen door dichtbevolkte gebieden langs de Rijn een voordeel kan zijn. Minister Schultz: “De maritieme sector is een belangrijke motor voor onze economie. Met dit schip bewijst Nederland maar weer eens dat zij het maritieme centrum van Europa is. We laten zien dat innovatie, groen en groei hand in hand kunnen gaan. Voor dit project hebben markt en overheid de handen ineen geslagen. Ik ben er namens ‘Den Haag’ dan ook trots op dat we mede aan de wieg hebben gestaan van deze mooie stap.”
Shell ziet voor LNG op de korte en middellange termijn vooral groeimogelijkheden in het zware wegvervoer en bij de kust- en binnenvaart. Het gebruik van LNG als brandstof zal binnenvaartschippers helpen om aan strenge emissienormen te voldoen. Ik voorzie dan ook  een mooie toekomst voor LNG, met de ontwikkeling op langere termijn van een nieuwe Europese industrie voor LNG als scheepsbrandstof.”

Raamovereenkomst 1 mW zonnestroom met woningcorporatie de Alliantie

KiesZon(r) heeft een raamovereenkomst voor 1 mW zonnestroom met woningcorporatie de Alliantie gesloten. De woningcorporatie hoeft niets te investeren en heeft er gedurende de exploitatieperiode geen omkijken naar. Ondertussen zijn de gebouwen verduurzaamt, wordt groene zonnestroom opgewekt en zijn risico's voor prijsstijgingen van de elektriciteitsprijs uitgesloten.
Met dit project bewijst KiesZon(r) naar eigen zeggen dat zonnestroomprojecten zonder eigen investering en risico's door woningcorporaties gerealiseerd kunnen worden. Dat geldt ook voor scholen, gemeentelijk vastgoed en veel andere daken.
Het is het eerste zonnestroomproject van deze omvang dat zonder subsidies tot stand komt bij een corporatie. Deze maand nog worden tien wooncomplexen voorzien van in totaal 364 zonnepanelen.

Principeakkoord overname HaCe door Tamoil Nederland

Tamoil Nederland heeft overeenstemming bereikt met de aandeelhouder van Handel Centrale “HaCe” B.V. (Allesco) over een beoogde overname van alle HaCe-activiteiten. De NMa moet nog haar goedkeuring aan de transactie verlenen. Tamoil vergroot met deze overname het aantal tankstations in Nederland van 170 naar ruim 220 waardoor haar marktaandeel in aantallen tankstations stijgt naar vijf procent.
Het HaCe netwerk bestaat uit een vijftigtal tankstations in het noorden en noord-oosten van Nederland en een brandstofdepot in Groningen. Het merendeel van de tankstations wordt geëxploiteerd onder de Esso vlag. Vooralsnog zal Tamoil niet overgaan tot een volledige omkleuring van het netwerk.

woensdag 10 april 2013

Delta: geen SDE+ subsidie voor kolencentrale

Delta heeft geen subsidie voor het ombouwen van zijn kolencentrale in Borssele tot een houtverbrander aangevraagd op grond de SDE+. Dat zegt een woordvoerder van het energiebedrijf in reactie op een bericht in de Volkskrant. GroenLinks stelde het onderwerp dinsdag onder meer aan de orde bij minister Kamp (Economische Zaken). De kolencentrale in Borssele zal voor 100 procent  draaien op biomassa, houtsnippers uit Amerikaanse en Oost-Europese bossen, zo is het plan.

KiesZon wekt ruim 850.000 kWh op in 2012

De zonnestroom-installaties van KiesZon wekten in 2012 meer dan 850.000 kWh groene zonnestroom op. Genoeg om bijna 300 huishoudens van groene energie te voorzien. Daarnaast nam KiesZon in 2012 nieuwe zonnestroom-installaties in gebruik op de daken van het Muziektheater Amsterdam, Desso Waalwijk, De Apenheul in Apeldoorn en het vastgoed van woningcorporatie Mitros in Utrecht. Tevens installeerde KiesZon nog bij 800 particuliere huishoudens zonnepanelen.
In 2012 was de zonnestroom opbrengst bij alle installaties hoger dan verwacht. Een hele mooie prestatie voor de dak-eigenaren en de energie gebruikers.
KiesZon verwacht dat het aantal zonnestroom-installaties in 2013 verder groeit. Dit ondanks de dreigende importheffing op Chinese zonnepanelen. Met name de mogelijkheid om zonder inbreng van kapitaal zonnestroomprojecten te realiseren brengt deze enorme vraag op de been.
KiesZon exploiteert inmiddels ruim 1,3 megawatt aan zonnestroom-installaties onder de naam KiesZon Samen, het eerste product in Nederland dat een zonnestroom-project financiert en exploiteert. Aan het einde van de financieringslooptijd gaat de installatie in goede staat en ‘om niet’ over naar de gebouweigenaar. Alle risico’s gedurende de looptijd zijn voor KiesZon. KiesZon®Samen waarbij KiesZon investeert en de zonnestroom-installatie exploiteert is voor gemeenten, woningcorporaties, scholen en andere organisaties een interessante manier om duurzame groene energie op te wekken zonder kapitaalbeslag.

'Werknemers Zuidas gaan massaal aan zonnepanelen'

Van woensdag 10 t/m vrijdag 12 april 2013 organiseert de Green Business Club de 'Zuidas Solar Week', een grootschalige campagne om de werknemer­s op de Zuidas bewust te maken van de voordelen van zonne-energie. In samenwerking met de actie 'Zon Zoekt Dak' van Natuur & Milieu worden de werknemers verleid om met z'n allen massaal zonnepanelen aan te schaffen.
Tijdens de actie staat er een informatiestand afwisselend op het Gustav Mahlerplein en het Zuidplein om 'Zon Zoekt Dak' te promoten. Medewerkers kunnen hier informatie krijgen, vragen stellen, zich online inschrijven en materialen bekijken. Er staan twee stroomopwekkende fietsen bij de stand waar medewerkers zelf energie mee kunnen opwekken en kunnen strijden tegen de energiekracht van een zonnepaneel. En als primeur zijn er 250 exclusieve exemplaren van de nieuwe WakaWaka lights te koop, een innovatieve solar powered LED lamp.
Veel grote bedrijven op de Zuidas doen mee aan de actie. "De daken van de bedrijven op de Zuidas zijn te klein voor grootschalige opwekking van zonne-energie", aldus Joost Brinkman, werkzaam bij Accenture en bestuurslid van de Green Business Club. "Alleen het dak van de RAI is geschikt en daar zijn we met de RAI al hard mee bezig. Voor consumenten is de business case op dit moment echter zo interessant dat we met extra aandacht en ontzorging gezamenlijk echt impact kunnen maken!"
De actie past in de ambitie van de Zuidas om een hoogwaardig duurzaam gebied te zijn. Bedrijven zijn druk bezig om hier hun steentje aan bij te dragen. Belangrijke voorwaarde voor succes is de bewustwording van medewerkers omtrent duurzaam gedrag. Door hen te wijzen op de mogelijkheden zelf bij te dragen aan de transitie naar duurzame energie hopen de bedrijven hun medewerkers nog meer te enthousiasmeren voor de gezamenlijke ambitie.
De Zuidas Solar Week is één van de projecten binnen de werkgroep Energie van de Green Business Club. Deze stichting is een samenwerking tussen grote bedrijven op de Zuidas en heeft als doel om de Zuidas gezamenlijk te verduurzamen.


dinsdag 9 april 2013

Inspiratielab: Hoe stimuleren we energiebesparing?

Op dinsdag 23 april houdt de provincie Gelderland het Inspiratielab 'Thuis energie besparen'. De centrale vraag: hoe stimuleren we woningisolatie én energiebesparing van huishoudens? Het is een van de uitdagingen waar Gelderse gemeenten, woningcorporaties en de provincie samen voor staan.
Het plaatsen van zonnepanelen; bron provincie GelderlandHoe maken we gezinnen bewust van hun energiegedrag? Hoe krijgen we iemand zover dat hij zijn woning isoleert? Hoe overtuigen we een huurder akkoord te gaan met een kleine huurverhoging die dubbel en dwars wordt terugverdiend na woningisolatie?
Aan de hand van zes praktijkvoorbeelden worden manieren getoond waarop energiebesparing en woningisolatie gestimuleerd kunnen worden. Wat werkt goed? Waar lopen we in de praktijk tegen aan? Wat kunnen we van elkaar leren? Waar hebben we elkaar nodig en welke inzichten biedt dit?
Voor het Inspiratielab worden niet alleen degenen die bezig zijn met de Gelderse isolatieregeling en betrokken medewerkers van woningcorporaties uitgenodigd. Ook geïnteresseerde beleidsmedewerkers duurzaamheid, wonen en communicatieadviseurs zijn welkom.

maandag 8 april 2013

Bioraffinage De Marke na opstart nog regelmatig verbeterd

In het najaar van 2012 is KTC De Marke gestart met de ontwikkeling van een nieuw type mestraffinagesysteem genaamd de Fermtech. Door een gezamenlijke investering van het Interreg IVb-project DAIRYMAN en Fermtech Systems BV doet De Marke onderzoek naar het functioneren van deze installatie in de praktijk. In de opstartfase zijn wat kinderziektes geconstateerd, zoals te veel zuurstof in het systeem en verstoppingen in de toevoerleiding van de mest. Eind maart zijn hiervoor aanpassingen in het systeem aangebracht, waarna het systeem weer wordt opgestart. De opstart duurt ongeveer een maand. Dit heeft te maken met het feit dat het een BIOraffinage systeem is waarin bacteriën zich moeten ontwikkelen en dat kost tijd.
Het bijzondere van het bioraffinagesysteem is de tweetraps aanpak: in de eerste fase wordt de mest afgebroken (hydrolyse) waarna in de tweede fase de afbraakproducten worden omgezet in methaangas (methanogese). Door deze werkwijze verwachten we meer afbraak van organische stof, een hogere methaangas productie en meer vrije mineralen in het digestaat. Een beschrijving van het systeem en de bijdrage aan het bedrijf is te vinden in De Marke nieuwsflits 3.
De Fermtech zit nog in de opstartfase, waarin, zoals eigenlijk wel werd verwacht, nog kinderziektes zijn tegenkomen. Bij de opstart is cruciaal dat zich in het systeem het goede chemische en biologische milieu ontwikkelt. De hydrolyse eenheid moet een laag zuurstofniveau en een lage pH hebben. Als de omstandigheden niet stabiel zijn, verloopt het hydrolyseproces niet goed. Tijdens de opstart werd aanvankelijk lucht naar binnen geslagen waardoor teveel zuurstof bij de mest kwam. Dat is verhinderd door technische aanpassingen.
Ook bleek een continue aanvoer van verse drijfmest lastiger dan gedacht. De mestleiding is dun om een constante aanvoer van mest te verkrijgen (vergelijk met een waterstraal uit de kraan, 500 liter per uur). Maar deze raakt makkelijk verstopt doordat in drijfmest meer dan mest alleen zit. Het bevat zand, kuilvoer, een verloren klauwklosje, een stukje touw, enzovoort. Inmiddels is de oplossing gevonden voor de verstoppingen. Deze week worden de aanpassingen gerealiseerd zodat we volgende week weer gaan opstarten.

Meer brandstofbesparing door betere coatings

Om brandstof te besparen worden schepen uitgerust met een antifouling coating, die de aangroei van organismen tegengaat. TNO ontwikkelde een methodiek om de weerstandseigenschappen van coatings onafhankelijk te beoordelen. Daarmee kunnen coatingproducenten hun product verbeteren en scheepseigenaren de beste keus maken.
Zeewier, zeepokken, mosselen, kokerwormen: dit soort organismen hecht zich graag aan de romp van een schip. Zo’n ongewenste dierentuin kan wel een centimeter dik worden. Vervelend voor rederijen, aangezien deze fouling leidt tot veel hogere brandstofkosten. De aangroei zorgt voor een ruwer oppervlak, en daardoor voor meer vaarweerstand. De motor moet dan harder werken om de gewenste vaarsnelheid te behouden en zal dan meer schadelijke broeikasgassen uitstoten. Speciale coatings kunnen fouling tegengaan. Maar de levensduur van een coating is sterk wisselend. Dat hangt af van vele factoren, bijvoorbeeld de vaaractiviteit van een schip, het vaargebied en het seizoen. De watertemperatuur en het zoutgehalte variëren sterk per regio en daarmee ook de aangroei. ‘In de praktijk is gebleken dat zeker nieuwe coatingproducten soms onaangename verrassingen vertonen. De prestatie is wel eens minder goed dan de leverancier verwacht’, weet Job Klijnstra, senior scientist bij TNO.
TNO heeft een nieuwe methodiek ontwikkeld om duidelijkheid te geven over de prestaties van coatings. Vanaf 2006 hebben onderzoekers hiervoor twee testopstellingen in eigen huis ontwikkeld. In de Friction Disk Machine (FDM) wordt de weerstand onder water gemeten. Daartoe wordt een schijf, voorzien van een coating, rondgedraaid in een bak met zeewater. De prestaties van de schijf worden eerst gemeten in schone conditie, dus zonder aangroei. Vervolgens wordt de schijf een aantal weken of maanden in de zee geplaatst. Dat gebeurt op het testvlot van TNO in de haven van Den Helder. Waterplanten en ongedierte kan zich op de schijf nestelen. De schijven worden teruggehaald naar het laboratorium en nu, met aangroei, opnieuw gemeten op weerstand. Het verschil tussen de tweede en eerste meting aan dezelfde schijf geeft aan hoeveel extra weerstand die aangroei op een bepaalde coating geeft.