Pagina's

vrijdag 30 november 2012

DNV KEMA breidt testlaboratorium uit voor super grids

Energiekennisbedrijf DNV KEMA zal circa EUR 70 miljoen investeren in de uitbreiding van zijn kortsluitlaboratorium in Arnhem. Door deze uitbreiding realiseert DNV KEMA het eerste laboratorium ter wereld in het segment van extreme testen voor de toekomstige markt van super grids: bulktransport van energie via lange afstand mega-elektriciteitsnetten op een spanningsniveau van 800.000 volt en hoger. De investering is mogelijk gemaakt door DNV, de meerderheidsaandeelhouder van DNV KEMA en internationaal aanbieder van diensten op het gebied van risicomanagement.
"Het staat vast dat de wereldwijde vraag naar elektriciteit de komende decennia snel zal toenemen. Volgens onafhankelijke onderzoeken zal deze groei leiden tot een sterke toename van de investeringen in de wereldwijde elektriciteitstransmissie- en distributienetwerken (T&D)", aldus David Walker, CEO, DNV KEMA. "Er zijn vier belangrijke trends in onze toekomstige elektriciteitsvoorziening. De eerste trend is de sterke toename van gedistribueerde en lokale elektriciteitsopwekking, waarbij mensen steeds meer zelf voorzien in hun eigen elektriciteitsbehoefte. Dit omvat tevens de ontwikkeling van intelligente energiediensten en energienetten, evenals het gebruik van intelligente apparaten."
"De tweede trend is de ontwikkeling van super grids, ofwel mega-elektriciteitsnetten: een omvangrijk, transnationaal of zelfs transcontinentaal transmissienetwerk dat het transport van grote volumes elektriciteit over grote afstanden mogelijk maakt", vertelt Walker. Deze mega-elektriciteitsnetten maken onder meer de grootschalige integratie van duurzame energie mogelijk. Voorbeelden van mega-elektriciteitsnetten zijn de lange afstand ultra-hoogspanningsleidingen tussen de waterkrachtcentrales in het westen van China en de grote afnamegebieden van elektriciteit aan de Chinese oostkust, zoals Peking en Sjanghai. Andere voorbeelden zijn te vinden in Canada en India, en ook de mogelijke verbinding tussen het Europese continent en grootschalige zonnecentrales in de Sahara-woestijn in Afrika.
"De derde trend die zich voordoet, is de sterke, wereldwijde groei van traditionele hoogspanningsnetten en de toename van nieuwe fabrikanten van T&D-componenten zoals elektriciteitsschakelaars en vermogenstransformatoren. Energiebedrijven eisen dat deze nieuwe T&D-componenten worden getest en dat ze naar behoren werken voordat ze in het elektriciteitsnetwerk worden geïnstalleerd. Door de groei van deze markt is er meer behoefte aan flexibele testfaciliteiten in het huidige kortsluitlaboratorium van DNV KEMA."
"De laatste belangrijke trend is dat energiebedrijven, investeerders, regelgevende instanties en verzekeringsmaatschappijen het testen van componenten steeds vaker als een essentieel onderdeel beschouwen van een veilige en betrouwbare energie-infrastructuur. De aanwezigheid van niet-geteste onderdelen in een elektriciteitsnetwerk kan leiden tot onvoorziene onderbrekingen van de elektriciteitsvoorziening met grote technische, financiële, economische en sociale gevolgen."
Hoewel de technologie voor mega-elektriciteitsnetten gericht is op veiligheid en betrouwbaarheid, blijft er altijd een risico van stroomonderbreking bestaan. Het uitvallen van mega-elektriciteitsnetten heeft zeer grote gevolgen op economisch, sociaal en technisch gebied. "De noodzaak van veilige en betrouwbare mega-elektriciteitsnetten is enorm, aangezien miljoenen en soms zelfs tientallen miljoenen mensen afhankelijk zijn van deze mega-elektriciteitsnetten voor hun elektriciteitsvoorziening", aldus Gerd Enoch die wereldwijd verantwoordelijk is voor het onderdeel Testen, Inspecties & Certificatie van DNV KEMA. Merkwaardig en paradoxaal genoeg is testen nog niet wettelijk verplicht voor de hedendaagse T&D-sector. "Het is cruciaal dat schakelaars en vermogenstransformatoren in mega-elektriciteitsnetten feilloos werken, aangezien hiermee complete wereldsteden of grote regio's in een land worden bediend."
Als onderdeel van de plannen van DNV KEMA wordt het aantal kortsluitgeneratoren uitgebreid van vier tot zes en wordt de beschikbare testruimte uitgebreid, zodat DNV KEMA zowel qua technologie als ruimte over meer testcapaciteit beschikt. "De nieuwste technologie vereist andere testmethoden. Voor het testen van onderdelen zoals grote transformatoren is een hoog vermogen vereist dat alleen kan worden gerealiseerd door zes kortsluitgeneratoren met een testvermogen dat overeenkomt met 15 GW. Dit staat gelijk aan ongeveer tweederde van het opgestelde elektriciteitsproductievermogen in Nederland met zijn 16 miljoen inwoners", stelt Bas Verhoeven, directeur van het kortsluit- en hoogspanningslaboratorium van DNV KEMA.
Het kortsluitlaboratorium van DNV KEMA is nu al het grootste testlaboratorium ter wereld voor het uitvoeren van testen voor transmissie- en distributienetwerken. Het biedt een spanningsniveau dat geen enkel ander laboratorium kan realiseren. "Nu de lengte van transmissie- en distributienetwerken sterk toeneemt tot wel meer dan 2000 kilometer, willen fabrikanten van componenten netwerken ontwikkelen met spanningsniveaus van 800 kV of hoger", legt Verhoeven uit. "De fabrikanten moeten de componenten vervolgens ook op deze hoge spanningsniveaus kunnen testen om de veiligheid en betrouwbaarheid van de energie-infrastructuur te waarborgen. Daarnaast zullen we nu meer testruimte beschikbaar hebben om aan de grote vraag van fabrikanten en energiebedrijven te kunnen voldoen."
Wanneer de uitbreiding in 2015 is voltooid, zal het kortsluitlaboratorium van DNV KEMA de enige faciliteit in de wereld zijn waar kortsluittesten met een spanningsniveau van 800 kV of hoger kunnen worden uitgevoerd. Hierdoor beschikt DNV KEMA over een solide platform om te groeien in een markt die hoge financiële en technische toetredingsbarrières kent.

Kartonnen secundaire verpakkingen FrieslandCampina op weg naar 100% duurzaam

FrieslandCampina heeft een grote stap gezet op weg naar een 100% duurzame inkoop van álle kartonnen verpakkingssoorten. Vanaf 2013 zijn alle kartonnen secundaire verpakkingen, omverpakkingen (dozen, ‘wrap arounds’, ‘trays’), die door Royal FrieslandCampina Consumer Products Europe, Ingredients en Cheese, Butter & Milkpowder op de West-Europese markt worden gebruikt 100% duurzaam. Op dit moment is 80% van het karton dat wordt gebruikt voor de secundaire verpakkingen voorzien van een FSC-keurmerk. Ongeveer 75 procent daarvan is afkomstig van gerecyclede papiervezels en 25 procent van verse vezels uit verantwoord beheerde bossen. In totaal gebruikt de zuivelonderneming 75 miljoen kilogram karton voor ongeveer 550 miljoen omverpakkingen. Al sinds 2011 dragen bijna alle primaire drankenverpakkingen van FrieslandCampina op de West-Europese markt het FSC-keurmerk.
Duurzaamheid is volgens Kees Gielen, CFO Royal FrieslandCampina, één van de fundamenten onder de ondernemingsstrategie route2020. ‘Bij het inkopen van producten kun je veel winnen als het gaat om duurzaamheid. Als onze leveranciers duurzaam ondernemen, helpt dat ons bij het realiseren van onze duurzaamheidsdoelstellingen en die van onze klanten. Hoe duurzamer wij inkopen, hoe duurzamer het uiteindelijk bij onze zakelijke afnemers en bij de consument terecht komt,’ aldus Gielen.
‘De acties van FrieslandCampina op het gebied van FSC-verpakkingen maken het bedrijf tot absolute koploper op de West Europese markt,’ zegt Liesbeth Gort, directeur van FSC Nederland. ‘Het delen van opgedane ervaring en kennis tijdens het International Supply Management Congress is niet alleen waardevol voor FSC, maar ook voor de groeiende groep producenten van consumentenartikelen die gebruik willen maken van FSC-gecertificeerde verpakkingen.’
 Voor haar primaire verpakkingen, zoals van Appelsientje en de melkpakken, koos FrieslandCampina in 2010 al voor duurzaam geproduceerd karton. Bij de keuze van het materiaal wordt gekeken naar de hele ‘footprint’: grondstofgebruik, uitstoot van CO2, transport, hergebruik van verpakkingen en zo meer. FrieslandCampina streeft ernaar om groei van haar activiteiten integraal klimaatneutraal plaats te laten vinden, zowel op de melkveebedrijven van de leden als in de onderneming. Daarbij wordt gekeken naar het verduurzamen van de melkveehouderij en de ketens voor verwerking en distributie.

Standaardbezwaar tegen langer openhouden Borssele beschikbaar

WISE roept burgers van Nederland op om bezwaar te maken tegen het voornemen de kerncentrale in Borssele nog 20 jaar langer in bedrijf te houden. De milieuorganisatie heeft een standaard bezwaarschrift ("zienswijze") beschikbaar gesteld via haar website Wisenederland.nl en roept mensen op gebruik te maken van deze standaard-reactie.
Peer de Rijk van WISE: "Het is absurd dat er geen Milieu Effect Rapportage gemaakt hoeft te worden. Als dit doorgaat wordt er 20 jaar langer kernafval geproduceerd, wordt er 20 jaar langer uranium gewonnen, gaan de transporten door en bestaat er 20 jaar langer kans op een ongeluk. Natuurlijk heeft dat vergaande gevolgen voor het milieu".
Tot 5 december kan elke Nederlander bezwaar aantekenen tegen het voornemen. Het is belangrijk dat veel mensen dat doen. Borssele is nu 39 jaar oud en daarmee een van de oudste reactoren die nog in bedrijf is. De 7 kerncentrales die Duitsland na Fukushima om veiligheidsredenen uit bedrijf nam zijn allemaal minder oud dan Borssele. De Duitse kerncentrales die nog tot uiterlijk 2022 open mogen blijven zullen dan maximaal 34 jaar oud zijn.
De Rijk:"In april 2013 pas wordt het reactorvat van Borssele gecontroleerd op scheurtjes. De uitslag van dat onderzoek moet op z'n minst eerst afgewacht worden voor er besloten wordt of de centrale nog 20 jaar langer in bedrijf kan blijven".
De haast waarmee nu het besluit om langer open te blijven genomen dreigt te worden, zelfs zonder een fatsoenlijke Milieu Effect Rapportage te maken, geeft weinig vertrouwen.

donderdag 29 november 2012

Yacht krijgt contract voor inhuur technici Gasunie

De combinatie Yacht, Randstad Engineering en Randstad Techniek wordt één van de twee hoofdleveranciers voor de technische interim vacatures van Gasunie. Het contract heeft een looptijd van 4 jaar en kan eenmalig met twee jaar verlengd worden.
Yacht gaat voor Gasunie vooral de hogere en specialistische technische interim-aanvragen invullen. Denk aan technisch specialisten op het gebied van geotechniek, engineering, project- & constructiemanagement en technici op werktuigbouwkundig & elektrotechnisch gebied. De specialisten gaan zich onder andere bezig houden met een aantal grote onderhoudsprogramma's bij Gasunie.
Gasunie, een Europees gasinfrastructuurbedrijf met een netwerk van meer dan 15.000 km pijpleiding in Nederland en Noord-Duitsland, schreef deze zomer een Europese aanbesteding uit voor de inhuur van tijdelijk technisch personeel.

Mulder Obdam lanceert Happy Energy Huis

Tijdens de PROVADA 2012, begin juni van dit jaar, ondertekenden een elftal partijen een bouwteamovereenkomst waarbij zij duidelijk maakten hun energie te willen steken in de ontwikkeling van een nieuw levensvatbaar huisconcept. Het huis, deze woning, is ontworpen volgens de 'Back to Basic'-principes uit het Gezond & Energiezuinig Wonen concept van Boparai Associates Architecten.
De 'Back to Basic' standaard kent als basis een woning waarbij primair gebruik gemaakt wordt van natuurlijke ventilatie en passieve opwarming. Daarbij wordt geen gebruik gemaakt van, fossiele brandstoffen en ingewikkelde installaties die vereisen dat ruimten hermetisch moeten worden afgesloten en daarbij leiden tot comfort- en gezondheidsproblemen. Door gebruikmaking van de meest duurzame energiebron, de zon, kunnen de woonlasten voor zover betrekking hebbend op het energieverbruik zeer laag worden gehouden.
In samenwerking met SEARCH ingenieursbureau zijn de initiatiefnemers in contact gebracht met Happy Energy, een op de toekomst gericht initiatief dat het positieve gedachtegoed van een duurzame samenleving wil uitdragen en streeft naar een samenleving die zoveel mogelijk gebruik maakt van herbruikbare producten en schone energie.
De oprichters van Happy Energy, Erik Schoppen, Wubbo Ockels en Marleen Zoon, zijn zodanig enthousiast over de positieve insteek van dit duurzame concept, dat ze de woning opnemen als icoonproject van Happy Energy, onder de naam 'Happy Energy Huis'.
Mulder Obdam zal een 15 tal van deze woningen in de vorm van 8 twee onder één kap woningen en 7 gelijkvloerse woningen gaan bouwen in Polderweijde te Obdam. Bij voldoende afname zal de bouw naar verwachting in de tweede helft van 2013 starten en zal de oplevering in de eerste helft van 2014 plaatsvinden.

woensdag 28 november 2012

Oplichters misbruiken naam GasTerra

Op naam van GasTerra worden recentelijk bestellingen gedaan bij verschillende bedrijven in binnen- en buitenland met betrekking tot levering van in ieder geval goederen en transportdiensten. Er is hier sprake van oplichting, dan wel frauduleus handelen, meldt het aardgasbedrijf. Wanneer men een bestelling op naam van GasTerra ontvangt, is het verstandig om de juistheid van deze bestelling zorgvuldig te verifiëren. GasTerra bestelt in beginsel nimmer (in substantiële hoeveelheden) metalen, bouwmaterialen, buizen, machinerieën etc. dan wel het transport van dergelijke goederen. Bovendien heeft GasTerra geen vestigingen of fysieke bedrijfsactiviteiten in het buitenland. GasTerra doet nooit bestellingen via fax of telefoon.

Tijdige controle cv-ketel voorkomt onnodig in de kou zitten

Essent en haar servicepartners roepen consumenten op om hun cv-ketel tijdig te laten nakijken. Voor eind volgende week worden vorst en sneeuwbuien voorspeld. Hoewel er nog geen sprake is van lange en aanhoudende vorstperiodes, is het raadzaam om cv-ketels nu al te laten nakijken. Begin dit jaar hebben monteurs in 2 extreem koude weken tijd bijna 20.000 storingen aan cv-ketels en geisers opgelost; wat twee keer zoveel was als gebruikelijk.
'Wie nu zijn installatie laat nakijken voor komende winter, voorkomt dat hij op een later moment in de kou komt te zitten. Bovendien is het een kleine moeite, waar je veel plezier van hebt', zegt Dorkas Koenen, directeur Marketing van Essent. 'Nu zijn er nog geen wachtlijsten, maar wanneer het echt koud gaat worden, zal dat snel veranderen. Een goed werkende cv-ketel helpt je energienota verlagen.'
Begin dit jaar maakten monteurs overuren om mensen een warm huis te bezorgen. Het merendeel van de problemen werd veroorzaakt door bevroren toevoerleidingen, waardoor lekkages aan de cv-ketels en geisers ontstonden. Monteurs kwamen toen ook situaties tegen, waarbij cv-ketels onder ongeïsoleerde daken stonden en ze tussen dakpannen door naar buiten konden kijken.
Essent werkt samen met zes gespecialiseerde servicepartners - verspreid over Nederland - op het gebied van verwarmingsinstallaties. Dat zijn Kemkens, Volta, Energiewacht Groep, Energiewacht, GEAS Energiewacht en Delta Gasservice. Naast het oplossen van technische problemen aan cv-ketels en geisers geven medewerkers van de servicepartners tips om woningen zo efficiënt mogelijk te verwarmen en problemen te voorkomen.

Elektriciteit uit het moeras

Een onverwachte bron van nieuwe en schone energie: Dat is de Plant-Microbiële Brandstofcel die elektriciteit genereert uit de natuurlijke wisselwerking tussen levende plantenwortels en bodembacteriën. De techniek is al toepasbaar op kleine schaal en straks in grote moerassen wereldwijd.
De Plant-Microbiële Brandstofcel tapt elektriciteit af uit de bodem waar planten intussen gewoon doorgroeien. De plant produceert organisch materiaal via fotosynthese. Een groot deel hiervan (tot 70 procent) wordt ongebruikt uitgescheiden via de wortels in de bodem. Rondom de wortels breken bacteriën de organische resten af. Dit bacteriële afbraakproces is de bron van de elektriciteit. Tijdens de afbraak komen elektronen vrij. Marjolein Helder en collega’s maakten daarvan gebruik door een elektrode nabij de bacteriën aan te brengen die de elektronen opvangt waardoor het opgewekte spanningsverschil de elektriciteit genereert.
De Plant-Microbiële Brandstofcel levert inmiddels 0,4 Watt per vierkante meter begroeiing. Dat is al meer dan elektriciteit maken via vergisting van biomassa. Bio-elektriciteit uit planten kan in de toekomst wel 3,2 Watt per vierkante meter groene beplanting opleveren. Daarmee zou een huishouden (met een gemiddeld verbruik van 2800 kWh/jaar) voldoende hebben aan een geschikt dak van 100 m2. De beplanting kan bestaan uit diverse plantensoorten, waaronder verschillende grasachtigen, zoals Engels slijkgras en in warme landen, rijst.
Plant-Microbiële Brandstofcellen zijn op verschillende schalen toe te passen. Aanvankelijk op platte begroeide daken, of in afgelegen gebieden in ontwikkelingslanden, later kan het werkzame oppervlak groter worden en zijn centraal elektriciteitssystemen in grote moerassen mogelijk. De onderzoekster voorziet groene elektriciteit leverende daken reeds over enkele jaren, de toekomst voor grootschalige productie is ook niet ver weg, na 2015. De techniek is veelbelovend, maar nog niet uitontwikkeld. Verbeteringen zijn nog nodig aan het volledig hernieuwbaar en duurzaam maken van het systeem en door het materiaalgebruik voor de elektroden verder te beperken. Door de elektroden slim rondom de plant te plaatsen steeg de elektrische opbrengst reeds en daalde het materiaalverbruik met ongeveer 2/3. Het huidige vermogen van de Plant-Microbiële Brandstofcel kan in afgelegen gebieden al economisch concurreren met zonnepanelen.
In haar promotieonderzoek concentreerde Marjolein Helder zich niet alleen op de technische aspecten van de Plant-Microbiële Brandstofcel, maar ook op de maatschappelijke inpasbaarheid van de technologie. Daaruit komt naar voren dat deze hernieuwbare bron van energie economisch haalbaar is, de milieubelasting beperkt en het systeem sociaal gemakkelijker geaccepteerd wordt. Er is geen ‘horizonvervuiling’ zoals bij windmolens of ontsieringen zoals bij zonnepanelen, en ook hoeft er geen natuur te wijken zoals bij stuwdammen en concurreert het systeem niet met landbouwgrond in de discussie over voedsel en biobrandstoffen.
Het principe van de plant-Microbiële Brandstofcel werd ontdekt en gepatenteerd in 2007 door groep Milieutechnologie van Wageningen University. Bedenker is Bert Hamelers. De eerste proefjes werden door David Strik uitgevoerd, waarna grote projecten van start gingen, zoals het EU-project PlantPower.

dinsdag 27 november 2012

Energieverbruik in oktober 2012 gedaald

Het door TenneT gemeten elektriciteitsverbruik in Nederland laat in de maand oktober een daling zien. De dalende trend in het verbruik van de afgelopen maanden wordt daarmee voortgezet. In vergelijking met oktober vorig jaar is het verbruik (2,66%) lager. Daarnaast laten de cijfers in oktober 2012 opnieuw een daling zien in de binnenlandse productie van elektriciteit. De export van elektriciteit is verder gedaald. De import laat opnieuw een lichte stijging zien. De elektriciteitscijfers (voortschrijdend jaartotaal in gigawattuur) van oktober 2012 zijn: Verbruik: 102.434Productie: 87.377Import: 11.159Export: 26.255

Schaliegas: duidelijke regels nodig over "scheuren"

De opmars van het ontginnen van schalie-olie en -gas in Europa moet gebeuren op basis van een "robuust wetgevingskader", zegt het Europees Parlement in twee resoluties waarover woensdag is gestemd. Lidstaten moeten ook "voorzichtig" zijn met het toestaan van exploitatie van onconventionele fossiele brandstoffen in afwachting van verdere analyse of wetgeving op Europees niveau wenselijk is, zeggen de Europarlementariërs.
Iedere lidstaat heeft het recht zelf te beslissen of zij wel of geen schaliegas willen ontginnen, staat in de resolutie van de Commissie voor Industrie, Onderzoek en Energie, voorbereid door Niki Tzavela (EFD, EL) die aangenomen werd met 492 stemmen voor, 129 stemmen tegen en 13 onthoudingen.
Wel is er een "robuust wetgevingskader" nodig voor alle activiteiten op het gebied van leisteengas (schaliegas), inclusief hydraulisch scheuren. Milieuvriendelijke processen en de best beschikbare technieken moeten worden ingezet om een zo veilig mogelijke norm te bereiken. Wel stelt de tekst dat er extra investeringen nodig zijn om de nodige infrastructuur te bouwen, maar voegt toe dat dit "geheel voor de rekening van de industrie komt ".
Gasproductie in Europa zal de komende jaren afnemen, terwijl de vraag er naar toeneemt. In 2035 zal de import zal zijn toegenomen tot 450 miljard kubieke meter. Het voegt daaraan toe dat nieuwe bronnen van natuurlijk gas, samen met andere maatregelen als het stimuleren van hernieuwbare energie en energiebesparing, kunnen helpen de toevoer aan Europa te verzekeren.
De Europese Commissie heeft geconcludeerd dat Europese regels in voldoende mate gaan over vergunningen en de vroege exploitatie en productie van schaliegas. Toch dient er met de uitbreiding van de exploitatie van onconventionele fossiele brandstoffen een "grondige beoordeling" van de Europese wetgeving over dit onderwerp te worden uitgevoerd. Dit zeggen Europarlementariërs in een verslag van de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid, dat werd opgesteld door Boguslaw Sonik (EPP, PL) en dat werd aangenomen met 562 stemmen voor, 86 stemmen tegen en 43 onthoudingen.
Speciaal opgestelde plannen voor watergebruik moeten altijd samengaan met iedere activiteit op het gebied van hydraulische fracturering ("scheuring"). Ook zou zoveel mogelijk water hergebruikt moeten worden, staat in de resolutie. Het voegt tevens toe dat bedrijven duidelijkheid moeten verschaffen over de chemische stoffen die worden gebruikt, om zo te voldoen aan de EU wetgeving.

Elektrotechnische sector tekent convenant

Vorige week hebben Stichting KIEN, Stichting Dutch Power en de Federatie Elektrotechniek (Fedet) een intentieovereenkomst ondertekend, waarin zij uitspreken dat een energie-neutrale omgeving voor ieder huishouden en bedrijf haalbaar is en met man en macht nagestreefd moet worden.
Duurzame energie is een van de belangrijkste maatschappelijke thema’s in de komende decennia. De technologie is weliswaar grotendeels voor handen en wordt steeds geavanceerder, maar in de praktijk gaan de ontwikkelingen nog te langzaam. Daarom slaan Stichting KIEN, Stichting Dutch Power en Fedet de handen ineen en zoeken met elkaar de samenwerking op. Het doel is om aan gebruikers, consumenten, bedrijven en (overheids-) instellingen te bewijzen dat innovatie in energie werkt en dat dit kan leiden  tot kostenbesparing, meer comfort en efficiëntie. De concrete projecten die voortvloeien uit deze overeenkomst worden gerealiseerd in samenwerking met de vraagkant, zoals gemeenten en burgers.

maandag 26 november 2012

Nederland moet gebruik van voedsel als biobrandstof tegengaan

Voedselgewassen zijn momenteel een veel te grote bron voor de productie van biobrandstoffen. De huidige, ook Nederlandse manier, van biobrandstof stimulering draagt nauwelijks bij aan de beheersing van de klimaatverandering, drijft de prijzen van voedsel scherp op en leidt tot honger en landroof in ontwikkelingslanden. Dat blijkt uit Oxfam Novib’s nieuwe rapport Voedsel in de tank!? Het verplicht bijmengen van biobrandstoffen in benzine en diesel werd gezien als het ei van Columbus om CO2-uitstoot tegen te gaan, maar het Nederlandse en Europese biobrandstoffenbeleid brengt totaal niet wat het belooft. Oxfam Novib roept de Nederlandse regering op het gevaarlijke en marktverstorende biobrandstoffenbeleid radicaal te herzien.
Uit onderzoek van economisch onderzoeksbureau Profundo in opdracht van Oxfam Novib blijkt dat in de laatste 10 jaar 60 procent van de landaankopen in Afrika, Azië en Latijns Amerika bestemd is voor de productie van biobrandstoffen. Dat is circa 9 x de oppervlakte van Nederland. De eerste generatie biobrandstof wordt vooral gemaakt van gewassen die ook, en juist vooral, geschikt zijn voor de productie van voedsel. De combinatie van het subsidiëren van biobrandstof en het verplicht stellen van de bijmenging ervan draagt tot circa 30 procent bij aan de stijging van voedselprijzen . Overigens loopt de Nederlandse overheid jaarlijks ook nog 100 miljoen euro mis aan belasting-inkomsten doordat biobrandstof uit voedselgewassen te ruim gestimuleerd wordt. De EU onderkende onlangs dit probleem, maar haar wijzigingsvoorstel over de verplichte bijmenging van biobrandstof schiet tekort, omdat het nog steeds tot een verdere groei in het gebruik van voedselgewassen als biobrandstof leidt.

Tom van der Lee, directeur campagnes Oxfam Novib: ‘Terwijl iedere dag 1 op de 8 mensen in de wereld met honger naar bed gaat, blijft de regering het gebruik van voedselgewassen als biobrandstof stimuleren. Alle lichten staan op rood voor voedsel als biobrandstof. De verplichte bijmenging en financiële stimulering van biobrandstoffen wakkert de strijd om vruchtbare landbouwgrond nog verder aan en stuwt toch al stijgende voedselprijzen naar ongekend hoge pieken. Gevolg is onbetaalbaar voedsel voor de allerarmsten; dat kan niet de bedoeling zijn van dit nieuwe kabinet.’
Het grootste deel van de biobrandstof aan de pomp wordt gemaakt uit voedselgewassen zoals graan, maïs, suiker, soja en raapzaad. Oxfam Novib staat achter de verdere ontwikkeling van nieuwe soorten biobrandstof, gemaakt van gebruikte vetten, landbouwafval, planten en algen. Helaas zijn deze nog maar zeer beperkt beschikbaar, waardoor de veel te grote en kunstmatige biobrandstofvraag nu vooral gevoed wordt met gewassen die rechtstreeks concurreren met de voedselproductie. Dit drijft vervolgens de mondiale vraag naar landbouwgrond én de voedselprijzen verder op. De prijzen van maïs en soja bereikten de afgelopen zomer recordhoogtes, deels door extreem weer en het mislukken van oogsten, maar ook omdat veel van wat er nog geoogst werd geproduceerd bestemd bleef voor biobrandstofproductie. Voor arme mensen die gemiddeld tot 75% van hun inkomsten aan voedsel uitgeven, wordt voedsel onbetaalbaar. De Wereldbank stelt dat door de grootschalige productie van 1e generatie biobrandstoffen in 2020 6 tot 7 miljoen mensen extra onder de armoedegrens van 1,25 dollar per dag zullen uitkomen.
“Staatssecretaris Mansveld van Infrastructuur en Milieu moet in actie komen. Daarom is Oxfam Novib gestart met de actie #biobrandstofactie op biobrandstof.nu. Het verplicht bijmengen van voedsel als biobrandstof moet door Nederland - en de hele EU - worden afgeschaft”, aldus Van der Lee. Hiermee zorgen we er voor dat voedsel niet langer in de tank verdwijnt en minder duur wordt voor de allerarmsten. En daarnaast levert dit de Nederlandse schatkist jaarlijks ook nog eens 100 miljoen euro op, een stevig bedrag in deze tijd van bezuinigingen”.

Suiker Unie, GasTerra en BioMCN tekenen groen gas overeenkomst

De bedrijven Suiker Unie, GasTerra en BioMCN hebben een afnameovereenkomst voor Groen Gas ondertekend. Dit gebeurde tijdens de officiële opening van de biomassavergister van Suiker Unie Vierverlaten. De overeenkomst omvat de productie van groen gas door Suiker Unie, de logistiek en levering door GasTerra en de afname ervan door BioMCN. De groen gas productie omvat een volume van tenminste 10 miljoen m3 per jaar.
Suiker Unie opende gisteren een installatie voor de productie van 10 miljoen m3 groen gas uit 100.000 ton plantaardige reststromen, zoals bietenpuntjes, bladresten en pulp die vrijkomen bij de verwerking van suikerbieten tot suiker. Met de ingebruikname van deze installatie zal Suiker Unie in Nederland totaal 25 miljoen m3 groen gas produceren en is hiermee één van de grootste groen gas producenten uit reststromen van Nederland.
De productie van het groen gas is gecertificeerd volgens de NTA 8080 norm waarbij de productieketen op duurzaamheid wordt getoetst.
GasTerra levert het groen gas - met de bijbehorende door Vertogas uit te geven groen gas certificaten - vervolgens aan BioMCN. De groen gas certificaten bieden duidelijkheid en zekerheid over de herkomst van het groen gas voor producenten, handelaren en afnemers.
BioMCN verwerkt het groen gas tot 2e generatie bio-methanol. Bio-methanol is een belangrijke duurzame grondstof voor onder meer milieuvriendelijke (bio-)brandstoffen, plastic en verf.

Spanningskwaliteit in Nederland van hoog niveau

De spanningskwaliteit en de stabiliteit van het landelijke hoogspanningsnet in Nederland staat hoog in het vaandel bij TenneT en is van hoog Europees niveau. De Nederlandse maatschappij is gewend aan en gebaat bij een betrouwbare en stabiele elektriciteitsvoorziening. Reden te meer om de bestaande kwaliteit te handhaven en te waarborgen opdat uitval en spanningsdips zo min mogelijk voorkomen. Immers het is van evident (economisch) belang voor met name het bedrijfsleven dat de impact van eventuele schommelingen in de spanningshuishouding zo laag mogelijk is.
De huidige kwaliteit en stabiliteit van de spanningshuishouding behouden en waarborgen is erg belangrijk. De NMa roept naar aanleiding van onderzoek de netbeheerders in Nederland op om zich nog actiever in te zetten op het gebied van spanningskwaliteit, vooral door meer metingen uit te gaan voeren. TenneT ondersteunt het doel om de huidige spanningskwaliteit te waarborgen. Een betrouwbaar stroomnet van hoge kwaliteit is immers de ruggengraat van onze economie en maatschappij.
TenneT zal met de Energiekamer van de NMa de nadere invulling van het realiseren van deze doelstelling bespreken en daarbij ook aandacht besteden aan de doelmatigheid en de kosteneffectiviteit.
Hoewel de oorzaak van een spanningsdip vaak moeilijk is aan te wijzen, staat TenneT positief achter het initiatief van de NMa om extra aandacht te besteden aan spanningskwaliteit. Een blijvend stabiel landelijk hoogspanningsnetwerk is ons primaire doel.

vrijdag 23 november 2012

Elektrisch vermogen fietsen wordt niet vrijgegeven

De fietsindustrie, verenigd in RAI Vereniging, is naar eigen zeggen verheugd dat het Europees Parlement tegen het vrijgeven van het vermogen van elektrische fietsen heeft gestemd. Hiermee blijft een elektrische fiets een fiets.
De Europese Commissie heeft ingestemd met nieuwe regels voor gemotoriseerde twee- en driewielers. Daarin is vastgelegd dat een elektrische fiets (een 'electric power assisted cycle', oftewel EPAC) niet als motorvoertuig wordt aangemerkt, mits deze aan een aantal criteria voldoet. Eén daarvan is een gemaximeerd vermogen van 0,25 kW. Een andere criterium is dat een EPAC mag ondersteunen tot maximaal 25 km/h.
Samen met de Europese brancheorganisaties Colibi-Coliped en belangenverenigingen zoals de European Cyclist Federation en de Fietsersbond is afgelopen jaar gelobbyd om de regels voor de elektrische fiets niet te wijzigen.
Belangrijk element hierin was het niet ophogen van het maximaal toegestane vermogen voor dit type voertuigen vanuit verkeersveiligheidsoogpunt. Een groter vermogen heeft immers effecten op het acceleratievermogen, wat aanvullende eisen stelt op het gebied van voertuigbeheersing. Als deze ontbreken, nemen de veiligheidsrisico's toe.
"Veiligheid komt bij onze industrie op de allereerste plaats", aldus Sacha Boedijn, secretaris van afdeling Fietsen. "Door het vermogen vrij te geven komt die veiligheid in de knel, zonder dat er een noodzaak voor die vrijgave is. Een gemiddelde fietser trapt immers zo'n 0,1 kW, dus 0,25 kW is ruim voldoende voor het doel waarvoor elektrische fietsen worden ingezet. Als je omwille van een ander soort gebruik en voor een andere groep gebruikers een onbeperkt vermogen wil, dan creëer je een wezenlijk ander voertuig. Voor deze producten geldt een aparte typegoedkeuring."

donderdag 22 november 2012

De Bosatlas van de Energie

Deze week verschijnt De Bosatlas van de Energie, een atlas die een veelzijdig beeld schetst van verleden, heden en toekomst van energie in Nederland. Meer dan veertig overheden, kennisinstellingen en bedrijven werkten mee aan dit overzichtswerk. De Bosatlas van de Energie is bestemd voor een breed publiek en verkrijgbaar bij de boekhandel.
Nederland heeft een rijke energiegeschiedenis. Sinds de Gouden Eeuw danken we een flink deel van ons economisch succes aan royale voorraden turf, steenkool, aardolie en aardgas in eigen bodem. Dat succes duurt voort tot vandaag de dag: de energie-industrie produceert ieder jaar voor tientallen miljarden euro's en houdt tienduizenden mensen aan het werk. Ook voor de toekomst van ons land is energie belangrijk. Dankzij de ligging aan zee, de sterke positie van de zeehavens en de aanwezigheid van gas en een gasinfrastructuur heeft Nederland een uitstekende uitgangspositie als Europees energieknooppunt, onder meer voor aardgas, biomassa en windenergie.
Op basis van historische bronnen, actuele gegevens en toekomstscenario's brengt deze atlas verleden, heden en toekomst van energie in Nederland in beeld. Met honderden kaarten en prachtige luchtfoto's van Karel Tomeï maakt De Bosatlas van de Energie voor een breed publiek zichtbaar dat energie een cruciaal fundament onder de Nederlandse samenleving was, is en blijft.
Vele overheden, kennisinstellingen en bedrijven houden zich bezig met energie. Dankzij hun inhoudelijke inbreng is De Bosatlas van de Energie geworden tot een actuele en kleurrijke vlootschouw van alles wat Nederland maakt tot energieland bij uitstek.
De Bosatlas van de Energie is een uitgave van Noordhoff Uitgevers te Groningen; de eindredactie is in handen van dr. Henk Leenaers (Lijn43, Utrecht).

UNETO-VNI: Besluit Tweede Kamer over energielabel gemiste kans

Installateursvereniging UNETO-VNI vindt dat de Tweede Kamer met het afwijzen van een verplicht energielabel een grote kans onbenut laat om de energierekening van miljoenen Nederlanders omlaag te brengen en de CO2-uitstoot van woningen in ons land fors te reduceren. Volgens de brancheorganisatie ligt de nadruk ten onrechte vooral op de kosten van het label. Die kosten zijn volgens UNETO-VNI relatief laag en kunnen vaak al binnen een aantal maanden worden terugverdiend met het nemen van een paar eenvoudige energiebesparende maatregelen.
Volgens voorman Marcel Engels van UNETO-VNI hebben kopers het recht om te weten wat de energieprestatie van een woning is, zodat zij maatregelen kunnen nemen om de stijgende energiekosten te beheersen. Engels: 'Het energielabel maakt het energieverbruik inzichtelijk, je weet meteen waar je aan toe bent.'
'De voorzitter van de installateursvereniging betreurt het dat de discussie rond het energielabel zich toespitst op de kosten en de baten nauwelijks aan de orde komen. Engels: 'De kosten van het afgeven van een energielabel zijn minimaal als je die vergelijkt met de besparing dankzij een lagere energierekening. Bovendien is er nog een ander voordeel: woningen met een energielabel worden sneller verkocht en brengen meer op dan woningen zonder label.'
Volgens Engels is de discussie met het besluit van de Tweede Kamer niet terug bij af. 'Alle partijen vinden dat het label een positief effect heeft op het energiebewustzijn van consumenten. De Tweede Kamer heeft de minister nu gevraagd om na te gaan of er minder zware sancties mogelijk zijn. Het principe van het label blijft echter recht overeind.'
UNETO-VNI ziet het energielabel als een belangrijk instrument om de gebouwde omgeving energiezuiniger te maken en economische activiteit te stumuleren. Engels: 'Invoering van het label kan veel hoogwaardige werkgelegenheid opleveren in de groene economie. Daar profiteren we op termijn allemaal van.'

Stoomgenerator op zonne-energie

Aan de Rice-universiteit in de Verenigde Staten is een methode ontwikkeld om water met behulp van zonne-energie in stoom om te zetten. De techniek zou gebruikt kunnen worden om energie op te wekken met behulp van stoom, maar is ook inzetbaar bij het zuiveren van water. Het rendement van de Rice-zonnecellen zou met 24 procent zeer hoog zijn. Vandaar wordt overwogen om met de geproduceerde stoom  elektriciteit op te wekken. Toch zal dat vermoedelijk niet de eerste toepassing zijn. Het steriliseren van medische instrumenten lijkt vooralsnog meer voor de hand te liggen.


woensdag 21 november 2012

VBO Makelaar: geen verplichting energielabel inschattingsfout

Branchevereniging VBO Makelaar vindt dat de Tweede Kamer een inschattingsfout heeft gemaakt door de verplichting van het energielabel bij de verkoop van een huis af te wijzen. Ten onrechte wordt beweerd dat de verplichting een zware wissel trekt op de woningmarkt waardoor deze verder stagneert. Verplichting van het energielabel leidt daarentegen juist tot meer bewustwording van de energielasten en mogelijke energiebesparing, geeft beter inzicht in de verkoopprijs en meer financieringsmogelijkheden bij het kopen van een woning.
Hans van der Ploeg, directeur VBO Makelaar: “Het gebrek aan financieringsmogelijkheden is de grote boosdoener als het gaat om de doorstroming op de woningmarkt. Potentiële kopers en verkopers laten zich echt niet tegenhouden door de notaris, die de akte van levering pas zou mogen laten passeren als er een energielabel is, als zij graag een transactie willen sluiten. Voor circa 150 euro kan de verkoper binnen een dag een energielabel verkrijgen. Denkt politiek Den Haag nu echt dat dit de bottleneck voor de woningmarkt zou vormen? Was het maar zo simpel, dan had ik eigenhandig de problemen op de woningmarkt al drie jaar geleden opgelost.”
Het energielabel biedt kansen om de energieprestatie van de woning te verbeteren. Een goed energielabel biedt juist financiële voordelen. De prijzen van gas en elektriciteit zijn het laatste decennia ongeveer verdubbeld. Na de hypotheek vormt de energierekening het grootste aandeel in de woonlasten. Door het energiegebruik omlaag te brengen kunnen de woonlasten omlaag. Het Nibud heeft uitgerekend dat bewoners van een huis met een energielabel A per jaar veel geld kunnen besparen in vergelijking met een woning met het C-label.
Van der Ploeg: “Een energiezuinige woning is misschien duurder in de aanschaf, maar heeft lagere maandlasten. Een dergelijke woning is daarmee meer waard en beter verkoopbaar. Bovendien kunnen bewoners met een energiezuinige woning een hogere hypotheek afsluiten. Volgens het Nibud bevorderen lagere energielasten de betaalbaarheid en daarmee ontstaat meer ruimte voor hypotheekbetalingen.” Het Nibud heeft een methodiek ontwikkeld hoe hoog die extra hypotheek kan zijn, gebaseerd op het energielabel van een woning. Hypotheekverstrekkers kunnen dat gebruiken. De Gedragscode Hypothecaire Financieringen biedt die mogelijkheid. Ook kan bij NHG een extra bedrag aan hypotheek worden verkregen voor energiebesparende maatregelen.
Van der Ploeg: “Een energielabel biedt dus juist mogelijkheden. Makelaars kunnen huiseigenaren en mensen die een woning kopen informeren over de energieprestaties van een woning en de mogelijkheden om die te verbeteren. VBO Makelaar stimuleert haar makelaars al langer deze rol op te pakken.”

Themamiddag Biobased brandstoffen en producten in Delft

De vandaag te houden themamiddag biobased brandstoffen en producten 2012 stelt evenals voorgaande edities de onderwerpen centraal die het meest actueel zijn in de biobased economy. Het thema van dit jaar is dan ook: "Biobased economy: normalisatie, certificatie en communicatie".
Deelnemers worden geinformeerd over de laatste ontwikkelingen en worden gevraagd om mee te denken over wat normalisatie kan bijdragen en welke rol Nederland hierin kan spelen.
Het is afgelopen jaren duidelijk geworden dat de biobased economy, waarbij fossiele grondstoffen worden vervangen door biobased alternatieven, een onomkeerbare ontwikkeling is. Het is een passend antwoord op de huidige kwesties zoals grondstoffenschaarste, afval- en milieuproblematiek en duurzaamheid. Ook blijkt de toepassing van biobased grondstoffen en materialen een verrijking te bieden in de zin van nieuwe functionaliteiten en innovatieve toepassingsmogelijkheden. Nieuwe verbindingen worden gesmeed tussen bedrijven en markten die voorheen geen raakvlakken hadden. Deze innovaties en samenwerking komen niet vanzelf tot stand in deze dynamische, complexe omgeving. Dan is het essentieel om miscommunicatie te voorkomen en om zekerheden te bieden.
Normen en normalisatie bieden een goede basis voor eenduidige afspraken en communicatie in dit jonge speelveld. De vraag is of normen alleen in de huidige wereld voldoende basis bieden, of dat er meer geinitieerd moet worden vanuit de normcommissies. Certificatie is een krachtig middel voor bedrijven en overheden om informatie uit te wisselen over eigenschappen van een product of materiaal. Het gebruik van certificaten en keurmerken kent echter ook beperkingen.








Sprekers die nauw betrokken zijn bij de normalisatie-activiteiten voor diverse deelonderwerpen van de biobased economy, brengen u op de hoogte van de stand van zaken bij de nationale en internationale normcommissies en werkgroepen. Ook wordt u gevraagd mee te denken en uw mening te geven over de vraagstukken met betrekking tot communicatie en certificatie op het gebied van deze onderwerpen.


Voor wie?


Deze middag is bedoeld voor mensen met ervaring

Gemeente Hollands Kroon en energie- en afvalnutsbedrijf HVC tekenen overeenkomst

De gemeente Hollands Kroon heeft gekozen om haar volledige afvalinzameling en beheer onder te brengen bij HVC. Per 1 januari 2013 gaat deze overeenkomst in en is geldig voor de komende 10 jaar.
15 november is de overeenkomst officieel ondertekend. Namens de gemeente Hollands Kroon zette wethouder Lia Franken haar handtekening. Algemeen directeur Wim van Lieshout tekende namens HVC.
Wethouder Lia Franken is blij met de overeenkomst: “Op deze manier waarborgen wij de kwaliteit van de dienstverlening rondom afvalinzameling. Ook biedt de overeenkomst ruimte voor innovatie op het gebied van inzameling, voor meer en betere recycling van afval.” Ook Wim van Lieshout is enthousiast over de overeenkomst: “Het is mooi dat deze samenwerking tot stand is gekomen. De keuze om samen de regie te voeren is prachtig. Ik kijk er naar uit om samen met Hollands Kroon samen te werken.”

Switch Datacenters wordt incubator voor energie-efficiënte datacenter technologieën

Switch Datacenters, eigenaar van een groot en energiezuinig ingericht ‘carrier neutraal’ datacenter in Amsterdam met een beoogde Power Usage Effectiveness (PUE) van 1.1, gaat een rol spelen als incubator voor energie-efficiënte datacenter technologieën. De R&D-afdeling van Switch Datacenters heeft hiertoe een ‘Datacenter van de Toekomst Programma’ opgesteld. Om meer bekendheid aan het incubatorprogramma te geven, is KINXX PR in de arm genomen.
Het ‘Datacenter van de Toekomst Programma’ van Switch Datacenters bevat gestructureerde R&D methodes om nieuwe technologieën uitvoerig te testen, alvorens ze mogelijkerwijs in gebruik genomen gaan worden. “Binnen dit programma zullen wij een verscheidenheid aan innovatieve datacenter technologieën adopteren,” zegt Gregor Snip, Technisch Directeur van Switch Datacenters. “Vooral op het gebied van datacenter koeling, omdat daar nog altijd veel energie-efficiëntie gerealiseerd kan worden.”
Het doel van het incubatorprogramma is tweeledig. Snip: “Ons eerste datacenter - Switch AMS - is in Amsterdam gevestigd, één van de belangrijkste internetknooppunten ter wereld. Omdat datacenters doorgaans veel stroom verbruiken, is er in deze regio veel aandacht voor energie-efficiëntie, onder andere via Green IT Amsterdam - het samenwerkingsconsortium tussen IT bedrijven en de overheid. Wij willen met ons datacenter in deze regio vanuit maatschappelijke verantwoordelijkheid een significante bijdrage leveren aan verdere energiebesparingen binnen de datacenter markt.”
“Daarnaast willen wij als datacenter concern vooroplopen op het gebied van energie-efficiëntie en het gebruik van groene datacenter technologieën,” zegt Snip. “Vooral ook omwille van kostenbesparing, omdat stroomkosten een significant onderdeel vormen van de totale kosten van een datacenter. Dat kan eigenlijk alleen als je zelf de allernieuwste datacenter technologieën uitprobeert en deze zorgvuldig test, middels gestructureerde R&D methodes, om vervolgens op basis van “best practices” de meest ideale technologieën te selecteren.”
“Wij zijn ervan overtuigd dat het implementeren en testen van verschillende datacenter koelingtechnologieën naast elkaar de beste efficiëntie vergelijking zal opleveren,” zegt Snip. “Verder kan de ene datacenter technologie de andere technologie versterken of aanvullen waardoor een redundante oplossing ontstaat. Om die reden verwachten we op termijn een verscheidenheid aan datacenter technologieën uit het incubatorprogramma naast elkaar te kunnen inzetten, in een juiste mixvorm of eventueel als stand-alone technologie gericht op specifieke klantsegmenten. Vooruitlopend op het programma waren we al begonnen met het testen van een innovatieve koelingtechnologie. Nu het incubatorprogramma officieel is, verwachten we binnenkort meerdere datacenter technologieën aan het programma te kunnen toevoegen.”
Switch Datacenters heeft KINXX PR in de arm genomen om meer naamsbekendheid aan het incubatorprogramma te geven. “KINXX PR heeft als IT PR bureau veel ervaring binnen de datacenter- en hostingmarkt,” zegt Snip. “Daarnaast zijn zij in staat om het verhaal achter een bedrijf of product goed over te brengen, waardoor wij ons beter kunnen profileren en daarmee ook gemakkelijker partnerbedrijven kunnen vinden om binnen ons programma nieuwe datacenter technologieën te testen.”

dinsdag 20 november 2012

Paul Gilding in Nederland voor duurzame inspiratiesessie in Utrecht

De Australische duurzaamheidsadviseur en auteur Paul Gilding geeft op 3 december 2012 tijdens de inspiratiesessie De wereld terug in balans zijn fascinerende visie op klimaatverandering en duurzaamheid. De inspiratiesessie vindt plaats in het Geldmuseum in Utrecht.
Gilding is de voormalige directeur van Greenpeace International, adviseur van grote multinationals en auteur van de bestseller 'The great disruption'. Naast Gilding spreekt ook Maurits Groen, duurzame ondernemer en medeoprichter van WAKA WAKA, Greenem en Do The Bright Thing. En Arash Aazami, oprichter van BAS Energie en secretaris van de Vrijhandelsorganisatie voor Elektriciteit en Gas.
Tijdens de inspiratiesessie delen de drie pioniers in duurzaamheid en energietransitie hun inspirerende visie en baanbrekende aanpak. Klimaatverandering en de uitputting van fossiele brandstoffen vergen een radicaal andere economische en maatschappelijke denkwijze en aanpak. Herkennen we de noodzaak en zijn we op de goede weg? Maken we de juiste keuzes voor de generaties na ons? Welke rol spelen overheden en wijzelf? Drie verschillende verhalen met hetzelfde doel: de wereld en de mensen terug in balans brengen.

Ecolomics maakt kans om De Energiekampioen 2012 te worden

Het bedrijf Ecolomics uit het Vlaamse Geel is een van de vier finalisten in de wedstrijd De Energiekampioen 2012. Ze hebben dus een kans op vier op de tweede titel van Energiekampioen. De wedstrijd De Energiekampioen is een initiatief van Het Liberaal Verbond voor Zelfstandigen in samenwerking met Eandis, ING en de provincie Oost-Vlaanderen. Deze wedstrijd voor kmo’s en zelfstandigen bekroont de laureaat die het energievraagstuk in zijn eigen bedrijf het beste aanpakt, actief bezig is met energiebesparing, milieuvriendelijker, groener en energiebewuster produceert of handelt.

maandag 19 november 2012

SER brengt unaniem advies uit als opstap naar nationaal energieakkoord

De SER heeft vrijdag een unaniem advies vastgesteld over een nationaal energieakkoord voor duurzame groei. Direct aansluitend op de raadsvergadering werd de daad bij het woord gevoegd en vond een startbijeenkomst plaats waarin de SER de eerste contouren van zo’n akkoord ging verkennen samen met de politiek, milieuorganisaties en andere stakeholders als energieproducenten, netbeheerders, bouwsector en basismetaal.
SER-voorzitter Wiebe Draijer, tevens voorzitter van de voorbereidingscommissie, sprak van een mijlpaal. Deze raadsvergadering is de drukst bezochte ooit. Het onderwerp is er dan ook naar. De beschikbaarheid van energie is van essentieel belang voor het goed functioneren van de maatschappij, maar er zijn op dit moment grote onzekerheden over energievoorraden en over de energieprijzen. Tegelijkertijd signaleerde hij interessante nieuwe lokale productie-initiatieven waarbij bewoners, werknemers en werkgevers zelf energieproducent worden, de zogeheten ‘prosumenten’. Een interessante ontwikkeling, vond hij, waar volop ruimte aan moet worden gegeven.
Mees Hartveld (VNO-NCW) stelde namens de drie ondernemerscentrales dat het bedrijfsleven graag wil meewerken aan een energieakkoord. Hij zag kansen voor Nederland op het gebied van energiebesparing, biobased economy en aardgas in de transitie naar een duurzame energiehuishouding. Van cruciaal belang is echter dat de overheid een consistent langetermijnbeleid voert dat aansluit op de dynamiek van onze economie en dat het ondernemerschap benut. Ook onderstreepte hij de aanbeveling uit het SER-advies om de verantwoordelijkheid voor het energie- en klimaatbeleid bij één bewindspersoon te leggen, en wel bij degene die gaat over ondernemen, energie en innovatie.
Volgens FNV-bestuurder Catelene Passchier (namens de drie vakcentrales) is werkgelegenheid voor de vakbeweging een heel belangrijke factor in de discussie over duurzame groei: “Geen akkoord zonder zorg voor werkgelegenheid”. Het gaat dan niet alleen om de hoeveelheid werk, maar ook om de kwaliteit. Ook nieuwe banen moeten voldoen aan de voorwaarden van decent work. Investeren in energiebesparing en duurzaam bouwen biedt kansen voor de bouw- en installatiesectoren. Van belang is ook dat de toegankelijkheid en betaalbaarheid van energie wordt gewaarborgd. Verder pleitte ze ervoor dat investeringen in innovaties op energiegebied niet alleen naar het hoger onderwijs gaan, maar ook naar de hele keten van het beroepsonderwijs.
Het kroonlid Louise O. Fresco sprak namens de kroonleden. Zij vond dat het nationale energieakkoord moet uitmonden in een A4-tje met een tienpuntenplan, met een duidelijke toewijzing naar wie wat gaat doen. Belangrijk punt voor haar is onder meer het sluiten van kringlopen: niet alleen op energie, maar ook op materialen. Daarnaast moet er aandacht zijn voor fiscale prikkels en het voorkomen van NIMBY-gedrag. En het belangrijkste punt is volgens haar innovatie.
Tjerk Wagenaar, directeur Stichting Natuur en Milieu, sprak als niet-raadslid ook de SER toe. Hij omarmde het plan voor een nationaal energieakkoord en verklaarde dat de SER veel maatschappelijk draagvlak heeft om hierbij als trekker op te treden. Hij riep de partijen op elkaars belang goed voor ogen te houden en zich niet te verliezen in de inhoud. Dat vergt betrokken en inspirerend leiderschap en focus houden. Second best-oplossingen kunnen goed genoeg zijn. Mislukken is geen optie, hield hij de toehoorders voor: “We hebben goud in handen, groen goud”.
Albert Jan Maat (LTO-voorzitter) vroeg aandacht voor fiscale belemmeringen die boeren en tuinders tegenkomen bij het opzetten van kleinschalige energieprojecten. Tjerk Wagenaar zei zijn analyse te delen en gaf aan dat dit precies is waar hij het over wil hebben.
Wiebe Draijer constateerde dat er sprake is van een duidelijke omarming van het idee voor een akkoord. Dat biedt kansen voor economische groei, innovatie en werkgelegenheid. Van belang is dat er stabiliteit in het beleid wordt gecreëerd en dat er helderheid komt over de financiële kant: de fiscale prikkels. Ook moeten we de internationale context niet vergeten en heel expliciet aandacht vragen voor de consequenties voor de werkgelegenheid. Convenanten en green deals zijn prima, als er maar voor wordt gezorgd dat ze werken. En dat kan alleen als ngo’s en de overheid erbij betrokken zijn. Het akkoord moet meer behelzen dan brave intenties en daartoe is een zinvolle uitruil nodig van standpunten.

Eneco partner zon-coöperatie Den Haag

Vooruitlopend op de plannen binnen het nieuwe regeerakkoord om decentrale opwekking van energie verder te stimuleren, is Eneco samen met zon-coöperatie Solar Green Point uit Den Haag een collectief nieuwe stijl gestart. Een concrete invulling van Eneco’s strategie “Samen gaan we voor duurzaam.”
Op de dag dat de eerste 70 van in totaal duizend zonnepanelen zijn aangebracht op het dak van de Haagse Caballero Fabriek tekenden Eneco en Solar Green Point een contract voor de afname van alle stroom die met de panelen wordt opgewekt én voor de verrekening van deze opbrengst met de leden van de coöperatie. Door bundeling van krachten in een coöperatie worden kostenvoordelen bereikt en kunnen leden op eenvoudige wijze groene elektriciteit produceren die verrekend wordt met de energienota.
Eneco onderschrijft het belang van decentrale duurzame productie van energie en is daarom partner geworden van de Solar Green Point coöperatie. De samenwerking werd bezegeld door de initiatiefnemers Richard Bevelander en Stan Verheijen van Solar Green Point en Hans Valk, directeur Eneco Retail in aanwezigheid van de Haagse wethouders Baldewsingh (Duurzaamheid) en Smit (Binckhorst) en huurders van de Caballerofabriek. De gemeente Den Haag steunt dit project met de beschikbaarstelling van het dakoppervlak vanwege de grote milieuvoordelen en de voorbeeldfunctie op het gebied van duurzame energie.
"Het project met de zonnepanelen op de Caballerofabriek is een prachtig voorbeeld van hoe wij een duurzame stad realiseren”, aldus wethouder Rabin Baldewsingh (Duurzaamheid). "Er zijn inwoners die willen investeren in zonnepanelen en bedrijven en ondernemers die daarbij willen ondersteunen. Vanuit de gemeente leveren wij ondersteuning, in dit geval door het dak van de Caballerofabriek beschikbaar te stellen. Op deze manier komen er honderden extra zonnepanelen in de stad." Zijn collega Peter Smit (Binckhorst) vult aan: "Het is prachtig dat we gastheer kunnen zijn voor dit initiatief. De Binckhorst biedt talloze mogelijkheden; ook voor dit soort bijzondere initiatieven is ruimte."
Eneco gaat alle stroom uit de zonnepanelen afnemen en toevoegen aan het elektriciteitsnet. Daarvoor wordt een aparte aansluiting naar de zonne-installatie gemaakt. Als de installatie volledig in bedrijf is, komt er genoeg elektriciteit uit om 80 huishoudens te voorzien. Daardoor wordt jaarlijks de CO2 uitstoot 133 ton minder. Eneco zal elk jaar in februari aan de leden van de coöperatie de opbrengst van hun panelen uitkeren. Het energiebedrijf zal hierbij gebruik maken van de verruimde mogelijkheden tot saldering die het regeerakkoord biedt voor verrekening van de opbrengst met het energieverbruik thuis en loopt hiermee voorop in de implementatie van deze nieuwe regelgeving. Voor leden die ook klant bij Eneco zijn voor de energielevering thuis of aan het bedrijf geldt bovendien dat zij net zoveel krijgen voor wat uit hun zonnepanelen komt als wat zij per eenheid elektriciteit aan Eneco betalen. Voor leden van de coöperatie, die geen klant zijn voor energielevering bij Eneco vindt de verrekening plaats op basis van een marktgemiddeld tarief, namelijk het modelcontracttarief van Eneco. Eneco vindt het belangrijk dat zowel klanten als niet-klanten lid kunnen worden van de coöperatie.
De firma Solarnova, die is gevestigd in de tot bedrijfsverzamelgebouw omgebouwde Caballero Fabriek op de Haagse Binckhorst, is de initiatiefnemer van het vormen van coöperaties voor de exploitatie van zonne-installaties voor gezamenlijk gebruik. Het eerste project is de plaatsing van 1.000 zonnepanelen op het dak van de Caballero Fabriek. Geïnteresseerde particulieren en MKB-ers uit de regio Den Haag, die lid willen worden en zo zelf stroom op het dak van de fabriek willen gaan produceren, kunnen zich bij Solar Green Point aanmelden. De kosten bij Solar Green Point zijn 500 euro per paneel (in de vorm van een solarcertificaat). De panelen hebben een levensduur van ten minste 25 jaar en gedurende die tijd krijgt de deelnemer dus een mooie vergoeding voor de opgewekte elektriciteit. Elk lid van de coöperatie betaalt 12,50 euro per paneel per jaar aan lidmaatschapskosten. Klanten van Eneco krijgen hierop nog een korting van €8,- Momenteel is al ruim 30% van de ruimte vastgelegd.
Solar Green Point heeft plannen om op diverse plaatsen in Nederland zonne-installaties met soortgelijke coöperaties te realiseren.

Greenchoice zet vol in op lokaal opgewekte energie

Groene energieleverancier Greenchoice wil dat binnen 20 jaar 80 procent van de energie lokaal en duurzaam wordt opgewekt, door huishoudens of bedrijven, in hun buurt, op hun daken of hun bedrijfsterreinen. Lokale energieprojecten zijn cruciaal voor een snelle energietransitie, ofwel de overgang naar een duurzamere energievoorziening. Vandaag zet Greenchoice, als koploper op het vlak van duurzame energieopwekking, de versnelling van deze energieomslag centraal tijdens het evenement #Hieropgewekt. Hier komen honderden lokale en regionale duurzame energie-initiatieven samen om te delen en leren hoe zij slim, zeker en duurzaam hun eigen energie opwekken.
Richard Klatten, algemeen directeur Greenchoice: ‘Het klinkt raar, maar wij zetten als energieleverancier in op een energieneutrale wereld waarin mensen evenveel energie opwekken als gebruiken. Veel mensen nemen gelukkig de regie over hun energie in eigen handen. Zij hebben groot gelijk want er is lang genoeg gewacht op duurzame veranderingen bij grote leveranciers. Die komen er niet. Sterker nog, zij varen een tegenovergestelde koers. De echte energievernieuwing komt van onderaf. #Hieropgewekt geeft aandacht en dus kracht aan mensen die anderen willen mobiliseren om actief buurtprojecten op te zetten voor het gezamenlijk opwekken van energie met zonnepanelen, windmolens en biovergisters. Dat is vaak veel gemakkelijker dan mensen denken.’
Steeds meer mensen willen zeker weten dat de bron van hun energie schoon is. De beste manier om die regie te hebben is door samen op te trekken en zelf energie op te wekken. De investering daarin verdient zich nu al razendsnel terug. Decentrale zelfopwekking is bewezen rendabel. ‘Wij zetten daar als energieleverancier dan ook voor 100 procent op in. Greenchoice verzorgt al voor veel lokale energiepartijen, groot en klein, hun ‘groene energieadministratie’. Daar hebben we nu eenmaal verstand van. Om een echte energietransitie mogelijk te maken ‘powert’ Greenchoice met overtuiging de administratie en financiële stromen die lokale opwekkers nodig hebben om succesvol hun eigen energiebedrijf op te zetten.’

vrijdag 16 november 2012

Duitse spoorwegen sluit contract voor stroom uit waterkracht

De Duitse spoorwegen gaan als grootste stroomverbruiker van Duitsland meer met waterkracht doen. Dat meldt Transport.nl. Het concern heeft een contract gesloten met energieproducent E.ON om vanaf 2015 jaarlijks 600 miljoen kilowattuur uit waterkrachtcentrales af te nemen. De stroom is afkomstig van waterkrachtcentrales langs een aantal Duitse rivieren. Het contract heeft een waarde van 250 miljoen euro. De Duitse spoorwegen willen in 2050 helemaal zijn overgestapt op schone energie.

Negen mini-energiecentrales naar Groningse energieproeftuin

Het lokaal opwekken van energie neemt een hoge vlucht en dan gaat het niet om zonnepanelen alleen. Deze week worden bij EnTranCe in Groningen, onderdeel van de recent opgerichte Energy Academy Europe, negen brandstofcellen geplaatst. Deze minicentrales, ter grootte van een wasmachine, draaien op aardgas en produceren waterstof om er vervolgens elektriciteit van te maken. Het is door zijn hoge omzettingsefficientie van 90 procent (60 procent stroom en 30 procent warmte) een zeer duurzaam concept. Plaatsing en onderhoud van de cellen gebeurt door Eneco Installatiebedrijven.
Proeftuin EnTranCe is de proeftuin van de Energy Academy Europe, waar marktpartijen en kennisinstelling samen komen. EnTrance is een initiatief van de Hanzehogeschool Groningen, BAM GasTerra, Gasunie en Imtech. In deze omgeving voor co-innovatie wordt onderzoek gedaan naar vele energiesystemen van de toekomst. De geplaatste brandstofcellen worden ingezet bij diverse onderzoek- en studentenprojecten, waar onderzoek wordt gedaan naar de flexibiliteit van energiesystemen. Hierbij wordt ook naar de sterk wisselende productie van wind- en zonne-energie wordt gekeken. Het gaat daarbij om Smart Grids, slimme energiesystemen die zelf kunnen bepalen welke soort energie wanneer en voor welk doel moet worden ingezet. De brandstofcellen worden in tweetallen in speciale cabins geplaatst. Daarnaast zal een brandstofcel bij onderzoekslaboratorium RenQi worden getest. De restwarmte van de brandstofcellen wordt opgeslagen en gebruikt bij andere onderzoeken.
Besparen Decentraal opwekken van elektriciteit en warmte heeft een aantal voordelen. Het leidt tot minder afhankelijkheid van centrale energieopwekking. Door de korte afstanden wordt ook het energie verlies beperkt. Daarnaast gaat de nieuwe brandstofceltechnologie een directe CO2-besparing opleveren van meer dan 50 procent ten opzichte van centrale elektriciteitsproductie. Op korte termijn zullen de brandstofcellen op groen gas gaan draaien waardoor het systeem dan volledig klimaatneutraal wordt. Elke brandstofcel levert op jaarbasis een besparing van 5 ton CO2 op. De totale besparing door het plaatsen van de brandstofcellen in Groningen komt op 45 ton CO2 per jaar. De geplaatste brandstofcellen zijn van het type BlueGen.

Gemeente Beesel wint prijsvraag met bespaarwoning en coaches

Het plan 'De Groene Vogel' krijgt de eerste prijs in de prijsvraag 'De Knop Om'. In het winnende plan dragen energiecoaches bij aan bewustwording en het behalen van besparingsdoelen in de buurt. Het plan is opgesteld door bewoners en bedrijven uit de wijk Heyencamp in het limburgse Beesel. Meer dan tachtig gemeenten, adviesbureaus, sportclubs en lokale stichtingen deden mee. Ook plannen uit Zeist, Wageningen en Houten vielen in de prijzen. De prijs is goed voor 25.000 euro en de uitwerking van het voorstel in de vorm van een pilotproject.
"We kunnen morgen beginnen", zegt wethouder Duurzaamheid Ton Verlijsdonk van Beesel. In het winnende plan dragen energiecoaches bij aan bewustwording en het behalen van besparingsdoelen in de buurt. Centraal staat een energieneutrale 'bespaarwoning' annex infocentrum, die in samenwerking met de woningcorporatie wordt ingericht. "Dit plan komt echt uit de buurt, de gemeente faciliteert alleen. De scholen, de moskee - iedereen doet mee. Dat enthousiasme brengen we over. Succes gegarandeerd."
De tweede plaats is voor 'Watts next'. Slimme energiemeters en een speciale app voor smartphones laten bewoners zien hoeveel ze besparen. Energiebesparing levert punten op die te besteden zijn in een webshop. Aan de aanschaf van een dimbare ledlamp, maar ook aan zonnecellen voor een kinderdagverblijf. Jetse Tiemersma van Energieke Buurt uit Zeist is blij met de erkenning en de 20.000 euro. "Ons plan richt zich op early followers, die nog maar een kleine stimulans nodig hebben. Het kan in heel Nederland worden uitgevoerd, zolang de webshop maar lokale producten en doelen bevat. Ik vind het wel een leuk idee dat heel Nederland meekijkt. Laat de ideeën maar komen."
In het plan van Het Groene Wiel uit Wageningen, goed voor een gedeelde  derde plaats en 7.500 euro, strijden studenten om de titel 'Beste Wageningse energieadviseur van het jaar'. Intensief advies en begeleiding van bewoners hoeft door de inzet van studenten niet duur te zijn, zeggen de opstellers van het plan. De derde plaats wordt gedeeld met een plan van SME Advies waarin mensen energie besparen voor een doel waarmee ze al een emotionele band hebben, zoals een school of een sportclub. De gemeente of een lokaal bedrijf verdubbelt het bespaarde bedrag.  De 'verdubbelaar' werkt daarmee aan het behalen van eigen reductiedoelen en investeert zo in zijn duurzame imago.

donderdag 15 november 2012

Windenergiesysteem wint Herman Wijffels Innovatieprijs 2012

De Herman Wijffels Innovatieprijs 2012 is gewonnen door Alexander Suma en Rossella Ferraro uit Eindhoven. Zij ontwikkelden een dak-unit die windenergie kan opwekken. Het Integrated Roof Wind System (IRWES) wordt op hoge gebouwen geplaatst en levert een hoge energieopbrengst. Het is bovendien in harmonie met de architectuur van het gebouw en werkt ook bij weinig wind. De jury heeft de prijs toegekend vanwege de toepasbaarheid en flexibiliteit van het systeem om in de bebouwde kom windenergie te produceren. Met de hoofdprijs is een bedrag van 50.000 euro gemoeid.
Met de Herman Wijffels Innovatieprijs stimuleert de Rabobank ondernemers kansrijke duurzame innovaties te verwezenlijken. Bij de beoordeling ligt de nadruk op de impact van de vinding op de samenleving, het innovatieve karakter en het vermogen van de ondernemer om zelf hulpbronnen aan te boren bij de ontwikkeling van de innovatie. Er is in totaal een prijzengeld van 122.500 euro uitgereikt. De prijzen zijn woensdag uitgereikt in het Evoluon in Eindhoven door Herman Wijffels en Piet Moerland, bestuursvoorzitter van de Rabobank. Ook is een Publieksprijs (5000 e) toegekend.
Het Integrated Roof Wind Energy System van Ibis Power uit Eindhoven is een esthetisch geïntegreerde unit boven op het dak van een hoog gebouw, die drie windstromen binnenhaalt: de wind die rechtstreeks naar binnen waait, de wind die door de gevel van het gebouw omhoog gestuwd wordt en de wind die over het systeem waait. Deze windstromen gaan door een steeds kleiner wordende opening met grote snelheid de turbine in. Door deze versnelling is de energieopbrengst hoger en werkt het systeem ook bij weinig wind.
De jury noemde het systeem veelzijdig en universeel. "Deze twee jonge ondernemers kunnen weleens voor een doorbraak in windenergie in de bebouwde kom gaan zorgen", aldus Rabobank-bestuursvoorzitter Piet Moerland namens de jury. Het modulaire systeem kan worden vaangepast aan het dakoppervlak van elk hoog gebouw.
 

Limburgse subsidie voor aanschaf schone voertuigen

De provincie Limburg heeft een subsidieregeling open gesteld, die korting geeft bij de aanschaf van aardgas of groengas en elektrische voertuigen, die vrijgesteld zijn van BPM. De subsidie bedraagt maximaal € 1.250,- voor aardgas / groengas voertuigen en maximaal € 3.000,- voor electrische voertuigen. Met deze nieuwe subsidieregeling wil de provincie de aanschaf van schone voertuigen bevorderen, zodat de luchtkwaliteit verbetert. De subsidie is bedoeld voor de kentekenhouder van het motorrijtuig die blijkens het kentekenbewijs een vestigingsplaats heeft in de provincie Limburg en de bedrijfsactiviteiten waarvoor het motorrijtuig wordt ingezet overwegend in de provincie Limburg plaatsvinden.
De regeling sluit aan bij de landelijke Subsidieregeling emissiearme taxi's en bestelauto's, van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu, die in deze categorie dezelfde bedragen uitkeert. In Limburg kan van beide regelingen gebruik gemaakt worden. Hiermee bedraagt de totale subsidie voor aardgas / groengas voertuigen € 2.500,- en € 6.000,- voor elektrische voertuigen. De aanvraag wordt ingediend binnen twee maanden na de verzenddatum van het besluit waarmee voor hetzelfde motorrijtuig subsidie is vastgesteld ingevolge de landelijke subsidieregeling emissiearme taxi's en bestelauto's.

Nieuwe ‘superwindmolens’ leveren stroom aan 10.000 huishoudens

Twee nieuwe ‘superwindmolens’ van RWE/Essent in Groningen voorzien samen sinds kort meer dan 10.000 huishoudens van groene stroom. Met een reikwijdte van 177 meter hoog behoren ze tot de grootste windturbines van Nederland. Ter vergelijking: de Utrechtse Domtoren is 112 meter en 's lands hoogste gebouw, de Rotterdamse Maastoren, is 165 meter.
Met de komst van de nieuwe megaturbines met elk een vermogen van 6,15 megawatt is windpark Westereems in de Groningse Eemshaven nog een stuk uitgebreid. Het park, dat al het grootste windpark op Nederlandse bodem was, kan met een totaal geïnstalleerd vermogen van 168 megawatt nu in totaal dik 145.000 huishoudens voldoende duurzame elektriciteit bieden.
Ontwikkeling windenergie is gigantisch
"Onze activiteiten in de Eemshaven zijn een perfecte illustratie van de groei van windenergie door de jaren heen. Zo’n 20 jaar geleden bedienden we er met 40 turbines zo’n 5.000 huishoudens. Nu hebben we voor een dergelijk aantal nog maar een van de nieuwe turbines nodig. Die ontwikkeling is dus gigantisch”, zo vertelt Jan Boorsma, hoofd van Onshore Wind voor RWE Innogy in Nederland, dat als zusterbedrijf van Essent de turbines heeft gerealiseerd.
De nieuwe turbines zijn eigenlijk bedoeld voor toepassing op zee, waar de turbines ‘uit het zicht’ zullen staan. RWE/Essent gaat nu echter eerst op land ervaring opdoen met het beheer en de exploitatie ervan. Op een van de twee gondels van de nu gebouwde exemplaren is om die reden ook een helikopterplatform aangebracht. Op die manier is zo'n turbine ook bereikbaar bij slecht weer.
Uiteindelijk moeten er 48 van het nu gerealiseerde type turbine komen in het door RWE Innogy geplande windpark-op-zee Nordsee Ost. Dit park wordt gebouwd op zo'n 30 kilometer van Bremerhaven, ten noorden van het Duitse eiland Helgoland.

woensdag 14 november 2012

Kernfusie centraal in nieuwe masteropleiding

Kernfusie is een van de belangrijkste bronnen voor het oplossen van het energieprobleem. Energie uit kernfusie is schoon, veilig en onbeperkt. Dit is toekomstmuziek, want elektriciteitscentrales die op kernfusie lopen bestaan nog niet. De technologie hiervoor is zo complex dat het nog wel even kan duren voor er fusie-stroom uit het stopcontact komt. De ontwikkeling is wel al in volle gang en daarvoor zijn gespecialiseerde, hoogopgeleide ingenieurs nodig. Belangstellende studenten kunnen terecht op de Technische Universiteit Eindhoven (TU/e), waar onlangs de masteropleiding Science and Technology of Nuclear Fusion van start is gegaan.
Het studieprogramma van deze tweejarige masteropleiding is interdisciplinair: het brengt technische natuurkunde, werktuigbouwkunde en elektrotechniek bij elkaar. De ontwikkeling van kernfusie gebeurt in wereldwijde samenwerking en zelfs tijdens de studie werken de studenten al in internationale onderzoeksteams mee, in veel gevallen in een groot researchcentrum in het buitenland.
De opleiding beoogt breed geschoolde ingenieurs af te leveren die zich thuis voelen in een internationale, multidisciplinaire wereld, getraind zijn projectmatig en doelgericht te werken en een goede kijk hebben op sociaaleconomische aspecten van hun werk. Met deze eigenschappen kwalificeren de ‘fusion masters’ zich voor een carrière in de ontwikkeling van kernfusie en ook in de hightech-industrie.
De eerste lichting studenten is in september van dit jaar gestart. Studenten kiezen voor deze studie vanwege de wetenschappelijke en technologische uitdagingen, het lange-termijn doel schone energie, de multidisciplinaire en de internationale samenwerking.
“Deze master is de meest complete en enige specifiek voor dit doel ontwikkelde opleiding. Wel is het in enkele Europese landen mogelijk een opleiding met als specialisatie kernfusie te volgen, maar die opleidingen gaan minder diep dan die van ons”, aldus prof. Niek Lopes Cardozo, hoogleraar kernfusie aan de TU/e. Hij vervolgt: “Goed om te weten is dat de TU/e tevens coördinator is van het European Fusion Education Network FuseNet.”
Met de Fusion-master wil de TU/e studenten uit de hele wereld aantrekken. De inzet op kernfusie is onderdeel van de profilering van de universiteit. Energy is een van de drie ‘strategic areas’ van de universiteit. Hierbij hoort ook de komst van het FOM-instituut DIFFER (Dutch Institute for Fundamental Energy Research) naar de campus van de TU/e in 2015. DIFFER is het zwaartepunt van het Nederlandse onderzoek op het gebied van kernfusie. Tevens is de TU/e partner in het ITER-NL consortium, waarin het met TNO, FOM, NRG en bedrijven samenwerkt om de Nederlandse deelname in het ITER-project gestalte te geven.
Kernfusie is het proces waarbij twee lichte kernen samensmelten en een zwaardere kern vormen. Bij dit proces komt veel energie vrij. Dit is het proces dat de sterren en het heelal van energie voorziet. Kernfusie dus als veilige, schone en onuitputtelijke energiebron. In het Zuid-Franse Cadarache wordt een grote testcentrale gebouwd: ITER. ITER is de grootste wetenschappelijke samenwerking ter wereld, met deelname van China, India, Japan, Rusland, Zuid-Korea en de EU. De reactor, die zo’n 15 miljard euro kost, zal rond 2020 worden opgeleverd. ITER gaat als fusiereactor 10 keer meer energie opleveren dan erin gaat: zo’n 500 MegaWatt en dat is vergelijkbaar met een middelgrote ‘gewone’ elektriciteitscentrale.


Lignite: Lange termijn kosten-efficiënte industriële brandstof

In heel Europa wint gedroogde en verpulverde bruinkool uit het Rijnlandse bruinkoolwinningsgebied steeds meer terrein als procesenergie die beschikbaar is tegen veel lagere kosten in vergelijking met olie en gas. Het wordt onder de productnaam 'lignite energy pulverized' op de markt gebracht door Rheinbraun Brennstoff GmbH (RBB), een dochteronderneming van RWE Power AG.
Als enige op de lange termijn in grotere hoeveelheden beschikbare energiebron van het continent, kan bruinkool in opgewaardeerde vorm als 'lignite energy pulverized' voor veel toepassingen, aangeleverd door ofwel tankwagons of silovrachtwagens, vooral in de kalk-, cement- en asfaltindustrie, in industriële droogprocessen en in de papierindustrie worden gebruikt. Andere belangrijke toepassingsgebieden zijn agribusiness en veevoederproduktie waar de voordelige brandstof in het bijzonder met succes wordt gebruikt voor het drogen van rupsklaver (alfalfa).
Bruinkool wordt - in tegenstelling tot steenkool - in dagbouw gedolven, wat delving veel efficiënter maakt. Om die reden is ook het opwaarderen van producten, als 'lignite energy pulverized', concurrerend op internationaal niveau. Een belangrijk voordeel dat klanten hebben is dat ze op een stabiele basis kunnen rekenen dankzij langlopende leveringscontracten met gegarandeerde, vaste prijzen.
Bedrijven in heel Europa profiteren van voordelige energie
Om de leveringsflexibiliteit verder te verhogen, gebruikt RBB twee moderne verwerkingsterminals met een silocapaciteit van 700 ton elk bij Ulm en in Brandenburg an der Havel. Een ander belangrijk centrum om deze brandstof in Oost-Europa te vermarkten is de Tsjechische locatie Beroun, van waaruit dit naar Polen, Slowakije, Slovenië, Roemenië en Hongarije wordt geleverd. Frankrijk en de Benelux-landen worden vanuit Straatsburg en Gent bediend, terwijl de hoofdkantoren bij Frechen het contactpunt zijn voor klanten in Duitsland en de Alpenregio.

dinsdag 13 november 2012

Recordimport Duitse stroom

Duitsland exporteert meer stroom naar de buurlanden. Door de lage stroomprijs is vooral de uitvoer naar Nederland drastisch toegenomen, zo blijkt uit voorlopige cijfers van het Duitse Verbond van Energie- en Waterbedrijven (BDEW). Het afgelopen jaar vloeide er per saldo 12,3 terawattuur de grenzen over. Nederland is een belangrijke afnemer omdat de stroomprijs in het buitenland lager is.

maandag 12 november 2012

DPD streeft naar minimaal 21 procent minder CO2-uitstoot per pakket

DPD Pakketservice ontving op donderdag 8 november een Lean and Green Award; een onderscheiding die wordt toegekend aan bedrijven die zich inspannen om hun logistieke- en mobiliteitsproces duurzamer te maken. DPD is onderscheiden vanwege de toewijding om haar gehele logistieke keten te verduurzamen, door CO2-uitstoot te reduceren met 21% per pakket in 2016.
DPD is één van de grootste logistieke dienstverleners in Europa en vervoert dagelijks 2,5 miljoen pakketten, waardoor het bedrijf een onmiskenbaar aandeel in de totale uitstoot van CO2 heeft. Voor DPD is de vermindering hiervan van essentieel belang en geïntegreerd in de totale bedrijfsvoering. In juli introduceerde DPD Total Zero, waarbij alle pakketten CO2-neutraal bezorgd worden, zonder de extra kosten door te belasten aan klanten. Total Zero bestaat uit drie stappen: (1) het meten van de hoeveelheid CO2 die DPD als organisatie uitstoot; (2) het verminderen van de CO2-uitstoot middels interne initiatieven (insetting) en (3) het compenseren van de resterende hoeveelheid CO2 (offsetting). De reductie van CO2-uitstoot (insetting) is een essentieel onderdeel van Total Zero, hierdoor hoeft minder CO2-uitstoot gecompenseerd te worden (offsetting). Om verdere invulling te geven aan de doelstelling om CO2 terug te dringen doet DPD onder andere mee aan het Lean and Green programma.
Om deel te mogen nemen aan het programma heeft DPD een plan van aanpak ontwikkeld en ingediend met als doelstelling minimaal 21% CO2-uitstoot te besparen in 2016. Het plan is beoordeeld en goedgekeurd door TNO en wordt beloond met de award.  De besparing van 21% beslaat de gehele CO2-uitstoot die voortkomt uit transport. De route ernaartoe gaat over verschillende wegen; van inzet van LZV diesels tot aardgas naar uiteindelijk biogasvoertuigen. DPD werkt hierin samen met haar subcontractors en is ervan overtuigd hierdoor de duurzaamheid te vergroten in haar gehele logistieke keten.

 

BT Benelux ondertekent Europese datacenter energiegedragscode

BT Benelux heeft de Europese energiegedragscode voor datacenters officieel ondertekend. Dit onderschrijft de vastbeslotenheid om energieverbruik op een kosteneffectieve manier terug te dringen, zonder de bedrijfskritische functie van datacenters in gevaar te brengen.
De ondertekening ondersteunt BT’s reeds bestaande milieubeleid, dat integraal onderdeel is van zijn 'Better Future'-strategie. Om de overeengekomen energiereducties te kunnen bereiken, maakt BT gebruik van efficiënte stroomvoorziening, hypermoderne energiebeheer- en koelsystemen, en geïntegreerde elektrische en mechanische oplossingen.
De energiegedragscode is gecreëerd door de Europese Commissie, als reactie op het toenemende energieverbruik in datacenters en de noodzaak om de daarmee samenhangende milieu- en economische impact te verminderen - alsmede de energiecontinuïteit te helpen waarborgen.

vrijdag 9 november 2012

Zonnepanelen en woningisolatie via de supermarkt

Naast boter, kaas en eieren zijn nu ook zonnepanelen en woningisolatie gewoon verkrijgbaar via de supermarkt. Drie grote supermarkten in Haarlemmermeer promoten vanaf dit weekend de actie in de vorm van een 'Voordeelmenu'. Het 'Voordeelmenu' bestaat uit een scherpe aanbieding voor woningisolatie en zonnepanelen. Een kant-en-klaarpakket als hapklare oplossing voor een lage energierekening. Zaterdag 10 november om 10:30 uur neemt wethouder Nederstigt het eerste 'Voordeelmenu' in ontvangst bij Albert Heijn XL in Hoofddorp.
De actie 'Winst uit je Woning' promoot de aanschaf van zonnepanelen en isolatiemaatregelen voor alle bewoners van de Haarlemmermeer. Bewoners met een woning van vóór 1976 kunnen zich inschrijven voor een gratis en vrijblijvend isolatieadvies. Hoe meer isolatiemaatregelen in Haarlemmermeer worden afgenomen, des te lager de prijs voor iedereen. De startkorting voor isolatiemaatregelen is 10%. Deze korting loopt stapsgewijs op tot 25% per isolatiemaatregel voor iedereen, zodra meer dan 150 bewoners uit Haarlemmermeer deze isolatiemaatregel afnemen. Dus bij meer dan 150 inschrijvingen voor gevelisolatie krijgt iedere afnemer van gevelisolatie 25 % korting. Complete sets zonnepanelen (600 Wattpiek) worden aangeboden vanaf 940 euro. Met name bewoners van woningen van vóór 1976 betalen onnodig veel voor hun energierekening. Spouwmuurisolatie levert jaarlijks al snel 250 euro energielastenverlaging op, minimaal 20 jaar lang. Bewoners kunnen zich voor deze actie uiterlijk tot het einde van dit jaar inschrijven via www.winstuitjewoning.nl.
De promotieactie is zonder winstoogmerk opgezet door het Natuur en Milieu Centrum Haarlemmermeer en mede mogelijk gemaakt door de gemeente Haarlemmermeer, Ymere en Agentschap NL. Door middel van deze actie hoopt het Natuur en Milieu Centrum Haarlemmermeer zoveel mogelijk mensen bewust maken van de financiële voordelen die energiebesparing en zonnepanelen bieden. De samenwerking met twee Albert Heijn filialen en de COOP voor promotie van de actie zorgt ervoor dat in één week 60.000 klanten worden bereikt. De actie is beschikbaar voor andere gemeenten