Pagina's

woensdag 31 oktober 2012

UNETO-VNI positief over duurzame ambities in regeerakkoord

UNETO-VNI is positief over de ambities van het nieuwe kabinet op het gebied van duurzame energie en energiebesparing. 'Dit kabinet kiest voor duurzame groei en dat is belangrijk voor het bedrijfsleven', zegt UNETO-VNI voorzitter Marcel Engels. Tegelijkertijd constateert hij dat vooralsnog de concrete uitwerking en budget om de ambities te verwezenlijken, ontbreken.
Voorzitter Engels van UNETO-VNI vindt het een belangrijk signaal dat het kabinet streeft naar 16% duurzame energie in 2020 en een volledig duurzame energievoorziening in 2050. Engels: 'Om dat te bereiken, moet er nu echt een langjarig energieakkoord komen dat kamerbrede steun heeft.' Hij verwacht dat zo'n akkoord er in deze kabinetsperiode ook komt.
De voorman van de installateursvereniging is teleurgesteld over het schrappen van het revolverend fonds voor energiebesparing, dat nog in het Lente-akkoord was opgenomen. 'Dat is een gemiste kans. Veel burgers willen wel energie besparen, maar financiering is daarbij een knelpunt. Dankzij een fonds met gunstige rente hadden wij 1 miljoen huizen energiezuinig kunnen maken.'
Positiever is Engels over de plannen rond de Green Deals. 'Het kabinet komt met nieuwe Deals om bestaande woningen te verduurzamen. Daarnaast heeft het nieuwe kabinet de ambitie om onder andere kantoren en scholen energiezuiniger te maken. Aan deze Green Deals kan en wil de installatiebranche graag een bijdrage leveren.' Ook de verruiming van de SDE+ regeling mag rekenen op steun vanuit UNETO-VNI. De installateursvereniging mist in het Regeerakkoord een verwijzing naar het energielabel als belangrijk instrument om energiebesparing te stimuleren.

100 zieke bomen maken groene stroom voor 100 gezinnen

Essent gaat 100 zieke bomen kappen op het terrein van een van haar centrales, en er daarna groene stroom van maken. Het energiebedrijf verwacht dat het genoeg duurzame elektriciteit oplevert om een jaar lang aan de vraag van 100 gezinnen te voldoen.
De bomen bij de Amercentrale in Geertruidenberg moeten weg omdat ze zijn aangetast door de horzelvlinder. Voor de veiligheid van zowel de installaties als de medewerkers van de centrale worden ze de komende maanden daarom gekapt.
Het gaat om ongeveer 100 populieren. Essent verwacht dat de kap ervan zo'n 325 ton hout oplevert. Dat zou goed moeten zijn voor een jaar lang groene stroom voor ongeveer 100 gezinnen. Zowel de stam, schors, takken, als het loof van de populieren zullen worden verbrand.
Dat gebeurt niet in de Amercentrale zelf, maar in een andere centrale van Essent, de bio-energiecentrale in Cuijk. Deze centrale is er namelijk speciaal voor gebouwd om groene stroom te maken uit natuurlijke reststoffen zoals snoeihout uit plantsoenen.
Essent doet op dit moment proeven in Cuijk om te zien of andere soorten biomassa ook geschikt zijn voor de productie van duurzame elektriciteit. De vers gerooide bomen worden onderdeel van deze proeven.

Energie in kernbeleid Buitenlandse Zaken

De inspanningen van het ministerie van Buitenlandse Zaken op energiegebied kunnen niet los worden gezien van andere kernthema’s van het ministerie, zoals vrede en veiligheid, economische diplomatie, grondstoffenbeleid en goed bestuur.
Dit schrijft de Inspectie Ontwikkelingssamenwerking en Beleidsevaluatie (IOB) in een rapport over energievoorzieningszekerheid en buitenlands beleid. Het ministerie van Buitenlandse Zaken moet investeren in de kennis over energie, zowel op de posten als op het departement om beter in te kunnen spelen op ontwikkelingen in deze sector. De ministerraad heeft ingestemd met het rapport en de beleidsreactie daarop. Minister Rosenthal van Buitenlandse Zaken verwelkomt de conclusies in het rapport.
Nederland bereikt alleen samen met de buurlanden zekerheid over energievoorziening. Internationale samenwerking wordt nog belangrijker als Nederland in de toekomst door een slinkende eigen gasvoorraad afhankelijker wordt van energie van buiten Europa, schrijft de IOB. Dat geldt ook voor technologische ontwikkelingen, zoals op het gebied van hernieuwbare energie.
Buitenlandse Zaken trekt hierbij op met het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. De ambassades spelen daarbij een prominente rol, onder meer in het behartigen van de belangen van de Nederlandse energiesector in het buitenland.

dinsdag 30 oktober 2012

Unilever en FrieslandCampina gaan duurzaam

De samenwerking tussen Unilever en FrieslandCampina bereikt een nieuwe mijlpaal met de vandaag aangekondigde overeenkomst om hun gezamenlijke activiteiten verder uit te bouwen. Beide bedrijven hebben toegezegd hun krachten te bundelen op het gebied van ontwikkeling en innovatie en de promotie van duurzame productie, verpakking en logistiek.
Het Joint Business Development Plan (JBDP) maakt deel uit van het ‘Partner to Win’-programma van Unilever om nauwer te gaan samenwerken met de belangrijkste toeleveranciers. Het JBDP beschrijft de strategische bedrijfsplannen van Unilever en biedt een helder kader voor de wijze waarop FrieslandCampina en Unilever deze plannen op de lange termijn gezamenlijk willen realiseren. Onderdeel hiervan zijn bijvoorbeeld de doelstellingen in het ‘Sustainable Living Plan’ van Unilever om de CO2-uitstoot, kosten en afvalstromen terug te dringen. De twee bedrijven willen ook de logistieke activiteiten stroomlijnen door wereldwijd gebruik te maken van innovatieve processen en het uitwisselen van best practices. FrieslandCampina is de preferred supplier van Unilever voor ingrediënten die in de zakelijke markt worden gebruikt, zoals boter, boterolie, room in spuitbussen, ingrediënten voor ijs, soepen en sauzen en andere voedingsmiddelen.
Volgens Hans Dröge, Senior Vice President R&D Operations bij Unilever, is de samenwerking een goed voorbeeld hoe Unilever samen met leveranciers de milieuprestaties binnen de keten wil verbeteren en innovatieve ontwikkelingen in gang wil zetten.
‘Het is voor Unilever van essentieel belang dat we nauw met onze strategische toeleveranciers samenwerken, zodat we onze ambitie kunnen realiseren, dat wil zeggen verdubbeling van onze omvang en halvering van de milieubelasting – dat kunnen we niet alleen,’ aldus Dröge ’FrieslandCampina en Unilever werken inmiddels al vele jaren samen en hebben dezelfde waarden, passie en doelstellingen. Vandaar dat FrieslandCampina onze preferred supplier is voor zuivel en zuivelingrediënten bij het realiseren van onze plannen voor duurzame groei.’

maandag 29 oktober 2012

Tanzania geïnteresseerd in Nederlandse gas-expertise

Tanzania staat als gevolg van het vinden van grote hoeveelheden aardgas voor een grote omslag in de eigen energiehuishouding. Dit voorjaar bezocht een Tanzaniaanse parlementaire delegatie Nederland om zich te informeren over management en exploitatie van de gasvoorraad. Aan dat bezoek wordt nu een vervolg gegeven met een economische missie naar Tanzania, waaraan 13 Nederlandse bedrijven deelnemen.
De missie van 29 oktober 2012 tot 1 november 2012 staat onder leiding van senator en oud-staatssecretaris Rene van der Linden, vanwege zijn kennis van en contacten in de internationale energiewereld.
De missie wordt georganiseerd door het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (EL&I) met de Nederlandse Ambassade in Tanzania. De delegatie bezoekt de economische hoofdstad Dar es Salaam, de toekomstige energiehaven Mtwara, en tenslotte Zanzibar, dat samen met Tanzania Mainland de Unierepubliek Tanzania vormt.
De Tanzaniaanse overheid wil direct betrokken blijven bij de snelle omslag in de energiehuishouding van het land en is geïnteresseerd hoe Nederland zijn gaswinning heeft ingericht. Om samenwerking op dat gebied te onderzoeken en te versterken voert een Nederlandse overheidsdelegatie gesprekken met de minister van Energie en Mineralen, de minister van Transport en bij het ministerie van Investeringen.
Nederlandse ondernemers en onderzoekers werken continue samen aan nieuwe energietechnieken. Nederland heeft daarmee een vooraanstaande positie op het gebied van gasontwikkeling, toelevering en benodigde infrastructuur. De 13 deelnemende bedrijven behoren allemaal tot de sectoren olie- en gas, offshore, bouw, infrastructuur en havenontwikkeling. Het programma voor hen bestaat uit werkbezoeken en individuele matchmaking met potentiële opdrachtgevers of zakenpartners. Er staan ondermeer gesprekken gepland met de Tanzania Petroleum Development Corporation (TPDC) en het Tanzania Investment Center (TIC), met internationale olie- en gasmaatschappijen in Tanzania zoals Statoil, Petrobras, Exxon, Ophir, Songas en British Gas. Ook wordt gesproken met de Tanzania Port Authority (TPA) en Tanzania International Container Terminal Services (TICTS). Deze organisaties zullen het perspectief schetsen op het terrein van havenontwikkeling. De verwachting is dat de gasvondsten om veel investeringen zullen vragen in maritieme infrastructuur.
Tanzania behoort met 44 miljoen inwoners tot de minst ontwikkelde landen, maar kent al jarenlang een gestage economische groei van gemiddeld 7% per jaar. Het stabiele macro-economisch beleid heeft een sterke private sector doen opbloeien en naar verwachting maakt het land binnen 10 tot 15 jaar de transitie naar middeninkomenland.
In Tanzania zijn recentelijk grote gasvondsten gedaan, in totaal ter grootte van 10 maal de Nederlandse gasopbrengst. De Tanzaniaanse energiebehoefte komt voor 90% uit gestookt hout, voor 8% uit petroleum en voor slechts 2% uit elektriciteit. De helft van de gebruikte elektriciteit wordt opgewekt door aardgas. Met de voorspelde economische groei zal de vraag naar elektriciteit de komende jaren verdrievoudigen.

Nieuw concept voor drijvend platform op zee voor zonne-energie

Vanwege de behoefte aan alternatieve energiebronnen en zorgen om het milieu, richten veel landen zich op zonnetechnologie en hernieuwbare energie. Om in deze behoefte te voorzien, heeft DNV, het moederbedrijf van DNV KEMA, SUNdy ontwikkeld: een dynamisch concept voor een grootschalig, drijvend platform van zonnepanelen op zee. Het innovatieve concept is vandaag gelanceerd tijdens de Singapore International Energy Week, dat bekendstaat als een van de belangrijkste energieconferenties in de wereld.
Het hoofdkenmerk van het concept, dat de naam SUNdy heeft gekregen, is een zeshoekige structuur die op het zeeoppervlak drijft. Een verzameling van dergelijke structuren, met in totaal 4200 zonnepanelen, vormt een zonne-eiland met de omvang van een groot voetbalstadion en de capaciteit om 2 MW stroom op te wekken. Wanneer meerdere eilanden worden gekoppeld, ontstaat een veld van 50 MW of meer, dat genoeg elektriciteit kan opwekken voor 30.000 mensen.
"De markt voor hernieuwbare energie is snel aan het veranderen, voornamelijk vanwege klimaatverandering, een wereldwijd sterk toenemende vraag naar elektriciteit en de krimpende voorraad fossiele brandstoffen. Technologische innovatie om in te spelen op deze problematiek vormt een sleutelelement in de strategie van zowel DNV als DNV KEMA. Daarbij kan SUNdy, als voorbeeld van ons onderzoekswerk, dienen als toonbeeld voor toekomstige toepassingen van zonne-energie als duurzame bron", aldus Bjørn Tore Markussen, Chief Operating Officer van DNV KEMA in Azië. "Hernieuwbare energie wordt in veel landen over de hele wereld steeds belangrijker, ook in Azië. Daar staat zonne-energie sterk in de belangstelling omdat deze bron eenvoudig en in overvloed beschikbaar is, en in rap tempo het niveau van netpariteit aan het bereiken is."
Het SUNdy-concept is mogelijk gemaakt door de inzet van dunnefilm-zonnecellen van 560 W die flexibel en lichter zijn dan de traditionele stijve glaspanelen, zodat ze kunnen meedeinen op het oppervlak van de oceaan, zo verklaart Sanjay Kuttan, Managing Director van het DNV Clean Technology Centre in Singapore. "De sleutel voor het maken van een structuur van deze omvang voor gebruik op de oceaan is een ontwerp dat is gebaseerd op de trekspanning. Deze dynamische, buigzame structuur geeft mee met de golven, als een soort spinnenweb, maar is tegelijkertijd in staat weerstand te bieden aan aanzienlijke belastingen."
Doordat de zonnestructuren worden opgesplitst in geprefabriceerde delen kunnen deze op grote schaal worden geproduceerd en op zee worden geassembleerd, aldus Kuttan. In het kabelrooster zijn drijvende gangboorden voorzien die toegang bieden voor onderhoudswerkzaamheden. De vorm van het eiland onder het oppervlak wordt gehandhaafd door de trekkrachten van de verankering in de lengterichting.
"Het eiland is geoptimaliseerd voor zonnecapaciteit en efficiency van de bekabeling", stelt Kevin Smith, Global Segment Director Renewable Energy Services bij DNV KEMA. "De zonnestructuren zijn verdeeld in elektrische zones die de geproduceerde elektriciteit leveren aan twee hoofdschakelaars waar de energie wordt verzameld voor transformatie van de spanning in een centrale transformator (2 MVA 480/34,5 kV). Elektrische transmissielijnen van 30kV vanaf het centrale eiland van de zonnefarm op zee verbinden andere eilanden in serie in een gesloten lus, en lopen door naar het elektrische onderstation aan wal voor aansluiting op het net."
De lancering van het SUNdy-concept komt op een moment dat de markt voor zonnecellen een uitzonderlijke groei doormaakt. Volgens het rapport Renewables Global Status 2012 van het Renewable Energy Policy Network is bijna 30 GW operationele capaciteit toegevoegd waardoor de totale wereldwijde capaciteit nu uitkomt op 69 GW, ofwel een vermeerdering van 74 procent. De EU domineert de wereldmarkt, maar de markten in andere regio's groeien en China is al snel naar boven gekomen als de dominante speler in Azië. Opkomende markten, zoals Zuidoost-Azië, met een toenemende aanwezigheid in de zonnesector, streven ook naar groei van de productie van hernieuwbare energie.
"Veel landen richten zich op zonnetechnologie en hernieuwbare energie vanwege de behoefte aan alternatieve energiebronnen en zorgen om het milieu", aldus Markussen en hij voegt daaraan toe: "Dit is met name het geval in dichtbevolkte landen die steeds meer energie nodig hebben voor hun bloeiende economieën. We zijn ervan overtuigd dat het concept SUNdy degelijke en duurzame ontwikkelingsperspectieven biedt, met name in Azië en de overbevolkte megapolen in de kustgebieden waar weinig ruimte is voor zonne-energie op het dak en in stedelijke gebieden waar hoge prijzen moeten worden betaald voor grootschalige zonneproductie."

vrijdag 26 oktober 2012

Ontwerp exploitatieplan voor windturbines

PurpleBlue, onderdeel van Tauw, heeft de gemeente Deventer begeleid met het opstellen van een ontwerp grondexploitatieplan voor 2 windturbines langs de A1 bij Deventer. Het is uitzonderlijk dat dit voor windurbines gebeurt, want in de regel gaan grondexploitatieplannen over woonwijken en bedrijventerreinen.
Het exploitatieplan geeft gemeenten mogelijkheden om kosten van openbaar nut, de plankosten, de onderzoekskosten en de bestemmingsplankosten te verhalen en aanvullende eisen te stellen bij nieuwbouw of uitbreiding van een gebouw. Omdat hier kostenverhaal contractueel niet verzekerd was, was het voor het ontwerp bestemmingsplan Windturbines Kloosterlanden noodzakelijk een ontwerp-grondexploitatieplan op te stellen.

Anderhalf miljoen euro voor UT-onderzoek vermindering broeikasgassen

Wetenschappers van onderzoeksinstituut IGS van de Universiteit Twente (UT) hebben een Europese subsidie ontvangen van circa anderhalf miljoen euro. Het UT-onderzoek maakt deel uit van een groot Europees samenwerkingsproject. UT-wetenschappers nemen drie van de in totaal zes deelprojecten voor hun rekening. Doel van het Europese project is het ontwikkelen van modellen die de kosten en effecten van het beleid voor het verminderen van broeikasgassen, voorspellen. UT-onderzoeker dr. Tatiana Filatova, trekker van één deelproject, heeft een belangrijke rol gespeeld als “sparring partner” en medeschrijfster van het overkoepelende projectvoorstel.
Dr. Tatiana Filatova gaat voor haar deelproject op verschillende niveaus, micro, meso en macro, in kaart brengen hoe veranderingen in menselijk gedrag kunnen bijdragen aan een klimaat met minder broeikasgassen, zoals CO2 en methaan. Filatova: “De huidige traditionele modellen baseren hun voorspellingen op historische gegevens en gaan ervan uit dat mensen zich rationeel gedragen. In mijn onderzoek maak ik gebruik van computersimulatiemodellen die rekening houden met het feit dat mensen geen rationele wezens zijn.”
UT-wetenschappers prof. Hans Bressers en Cheryl de Boer kijken in hun deelproject naar de uitvoerbaarheid van lokale en regionale projecten. Zij onderzoeken bijvoorbeeld de motivaties en belangen die spelen bij beslissingen over landgebruik. Bressers: “Medewerking van stakeholders en iedereen op één lijn krijgen zijn erg belangrijk bij beleidsopties voor het verminderen van broeikasgassen”.
Universitair hoofddocent Alexey Voinov houdt zich voor zijn UT-deelproject bezig met het analyseren van modellen van het klimaat, energie en economie. Door de bestaande modellen met elkaar te verbinden, wil hij per thema komen tot een langere termijn voorspelling. Daarnaast krijgt hij op deze manier inzicht in waar de mogelijke omslagpunten en versnellingen zitten naar een duurzame energievoorziening.
Het samenwerkingsverband bestaat uit een consortium van zeventien Europese partners van top universiteiten, onderzoeksinstellingen en bedrijven. Het totale project (FP7) heeft een subsidie van zes miljoen in de wacht gesleept. Het project heeft een looptijd van vier jaar. In Europa zijn zo’n 25 à 30 wetenschappers actief op het gehele project.

Dave Huitema benoemd tot hoogleraar Milieubeleid

Dave Huitema is benoemd tot hoogleraar Milieubeleid aan de Open Universiteit. Bij de faculteit Natuurwetenschappen zal hij onderwijs verzorgen en onderzoek doen naar de maatschappelijke en bestuurlijke aspecten van milieu- en duurzaamheidsthema's. Het vakgebied maakt deel uit van het vaste curriculum van de bachelor- en de masteropleiding Milieuwetenschappen. Het is bij de studenten van de Open Universiteit populair omdat velen er in hun werkomgeving mee te maken hebben.
Huitema's interesse gaat uit naar de lerende en innoverende overheid. Hij zegt: 'Milieuproblemen zijn de afgelopen jaren steeds ingewikkelder geworden. Hadden we het vroeger over een fabriekschoorsteen waar vervuilde lucht uitkwam, nu gaat het over wereldwijde klimaatverandering. Dergelijke problemen zijn zo complex dat niemand de wijsheid meer in pacht heeft.' Maar er is meer: 'Ik denk dat we zo'n veertig jaar geleden vooral keken naar de overheid als probleemoplosser; tegenwoordig verwachten we dat het bedrijfsleven en andere maatschappelijke partijen ons verder helpen. Dat maakt de rol van de overheid heel anders, maar hoe, daar zijn we nog niet precies uit. Ik denk echter dat leren en innoveren steeds belangrijker zullen worden en daarom voel ik me erg thuis bij de Open Universiteit.'

woensdag 24 oktober 2012

Energieverbruik in september 2012 gedaald

Het door TenneT gemeten elektriciteitsverbruik in Nederland laat in de maand september opnieuw een daling zien. De dalende trend in het verbruik van de afgelopen maanden wordt daarmee voortgezet. In vergelijking met september vorig jaar is het verbruik ruim 2 procent (2,28%) lager. Daarnaast laten de cijfers in september 2012 een daling zien in de binnenlandse productie van elektriciteit. Daar wordt de trend voortgezet. De export van electriciteit is (iets) gedaald. De import laat opnieuw een lichte stijging zien.

Greenpeace: ‘Meer geld en mankracht nodig voor schoonmaak Fukushima’

Officiële Japanse meetstations geven geen eerlijk beeld van de mate van radioactiviteit rondom Fukushima na de ramp met kerncentrale anderhalf jaar geleden.  De inspanningen van de Japanse overheid om de getroffen gebieden schoon te maken zijn onvoldoende en te fragmentarisch.  Dit blijkt uit het veldonderzoek dat Greenpeace de afgelopen week uitvoerde in Fukushima-stad en het ernstig radioactief vervuilde Iitate.
Greenpeace onderzocht afgelopen week de stralingsniveaus in de directe omgeving van 40 officiële meetstations in Fukushima-stad. Bij driekwart van de stations werd binnen 25 meter van het station een significant hoger stralingsniveau gemeten. ‘De officiële meetstations staan op door de overheid schoongemaakte locaties. Onze metingen tonen aan dat het stralingsniveau op een steenworp afstand van de stations tot zes keer hoger kan zijn’,  aldus Rianne Teule, stralingsdeskundige bij Greenpeace. ‘Op deze manier geven de meetstations de Japanse bevolking ten onrechte een veilig gevoel.’
Greenpeace roept de Japanse overheid op meer geld en mankracht in te zetten om dichtbevolkte gebieden zoals Fukushima-stad schoon te maken, óók als dit ten koste gaat van schoonmaakwerkzaamheden in verlaten gebieden. In Iitate, een ernstig radioactief gebied, zag Greenpeace veel meer decontaminatiemedewerkers dan in het veel dichterbevolkte Fukushima-stad, maar hun schoonmaakwerk helpt nauwelijks. Teule: ’ In dit berg- en bosrijke gebied is het welhaast onmogelijk om voldoende schoon te maken zodat de bewoners veilig kunnen terugkeren  om hun leven weer op te bouwen. Het is zeer onwaarschijnlijk dat dit gebied op korte termijn weer veilig is. We roepen de overheid dan ook op om de droevige en harde keuze te maken om de schoonmaakwerkzaamheden te concentreren op dichtbevolkte gebieden en de gemeenschap van Iitate te ondersteunen zodat zij elders een nieuw leven kunnen opbouwen.’

maandag 22 oktober 2012

Ruime meerderheid Nederlanders wil een duurzaam regeerakkoord

Het merendeel van de Nederlanders wil dat een nieuw Kabinet van VVD en PvdA maatregelen opneemt in het regeerakkoord om duurzame energie fors te stimuleren. Eén derde wil zelfs dat Diederik Samsom er vanwege zijn duurzame achtergrond een breekpunt van maakt als dit niet gebeurt. Dit alles blijkt uit nieuw onderzoek van Eneco.
De helft van de Nederlanders (53%) vindt dat VVD en PvdA in het regeerakkoord met maatregelen moeten komen om duurzame energie te stimuleren. Met name PvdA ondervraagden (63%) hechten veel waarde aan het opnemen van duurzame maatregelen in het Regeerakkoord. Onder VVD stemmers is dit percentage 38%. Een kwart (24%) van alle ondervraagden ziet daarentegen niets in ‘groene’ maatregelen (37% VVD, 33% PVV, 21% PvdA, 14% D66, 10% SP).
Driekwart (75%) van alle Nederlanders vindt bovendien dat het nieuwe Kabinet de mogelijkheden voor burgers moet vergroten om zelf duurzame energie op te wekken. Eenzelfde percentage (75%) vindt dat het principe van ‘de vervuiler betaalt’ toegepast zou moeten worden. Op beide punten lijken de aanhangers van VVD (70% en 76%) en PvdA (80% en 80%) elkaar te vinden.
Eén derde (32%) van alle ondervraagden vindt dat onderhandelaar Diederik Samson er vanwege zijn ‘groene’ achtergrond een breekpunt van moet maken als er onvoldoende aandacht in het nieuwe Regeerakkoord komt voor duurzame energie. Een kleine een derde (30%) van de ondervraagde PvdA kiezers is deze mening ook toegedaan.
Onderzoeksbureau Ipsos Synovate ondervroeg in opdracht van Eneco tussen 2 en 4 oktober jongstleden 1.193 Nederlanders van 18 jaar en ouder. De resultaten zijn achteraf gewogen op leeftijd, geslacht, opleiding, regio en politieke voorkeur, zodat de groep ondervraagden een goede afspiegeling vormt van de Nederlandse bevolking. Het onderzoek maakt onderdeel uit van de Eneco Energie Barometer waarin Eneco regelmatig de mening vraagt van consumenten en bedrijfsleven.

Eerste woningen duurzaam gerenoveerd met focus op wooncomfort

In Montfoort wordt voor het eerst in Nederland een nieuw renovatieconcept toegepast. De tien woningen worden duurzaam gerenoveerd volgens de principes van Active House. Door het unieke ontwerp ontstaat een goede balans tussen efficiënt energieverbruik, binnenklimaat en omgeving, waarbij het wooncomfort en de gezondheid van de bewoners centraal staat.
De woningen in de Poorterstraat in Montfoort zijn veertig jaar oud en hebben momenteel energielabel E. Bij normaal groot onderhoud worden dergelijke woningen meestal opgewaardeerd naar energielabel C. Vanwege de goede ligging, maar vooral omdat het ruime woningen zijn met een hoge toekomstwaarde, besloot woningcorporatie GroenWest tien woningen naar een hogere energieprestatie te brengen en voor de bewoners te zorgen voor een gezond en comfortabel binnenklimaat met meer daglicht en frisse lucht. De woningen worden opgewaardeerd naar een energieprestatie van energielabel A++. Door deze manier van renoveren is de totale vraag naar energie en de uitstoot van CO2 straks zeer beperkt. De woningen bieden de bewoners naast deze goede energieprestaties ook meer leefruimte, daglicht en een prettiger binnenklimaat.
Bij het project De Poorters van Montfoort worden voor het eerst in Nederland woningen gerenoveerd volgens de principes van Active House. Hierbij wordt gebruikgemaakt van een duurzaam renovatieconcept dat ontwikkeld is door de VELUX Groep en Danfoss. Het concept focust op het opwekken van zonne-energie, het gebruik van passieve zonnewarmte en technologie voor energie- en klimaatbeheersing. Gecombineerd met het allerhoogste niveau van isolatie en natuurlijke ventilatie wordt een nieuwe schil om de woning gecreëerd die de energieprestatie tot een topniveau stuwt. Deze combinatie vormt de basis om optimaal duurzaam te renoveren en een woning te realiseren waarin de behoeftes aan daglicht, warmtebeheersing en ventilatie in evenwicht zijn met elkaar en met het energieverbruik. De renovatie wordt in opdracht van woningcorporatie GroenWest uitgevoerd door een consortium. Het renovatieconcept is speciaal voor deze woningen verder uitgewerkt door de Bouwhulpgroep en Nieman Raadgevende Ingenieurs. BAM Woningbouw zorgt voor de ontwikkeling en realisatie.
De investering voor de renovatie komt voor rekening van de woningcorporatie, maar de aanvullende woningverbetering heeft voor de bewoners een onvermijdelijke huurverhoging ten gevolg. Deze wordt voor de bewoners meer dan gecompenseerd door de winst in energielasten. "De energielasten gaan omlaag en aangezien de algemene verwachting is dat de energiekosten de komende jaren nog sterker zullen stijgen dan de afgelopen jaren, worden de totale woonlasten, ondanks de hogere huur, op termijn zelfs lager", aldus Bernard van Dam, verantwoordelijk projectleider van GroenWest.
Het concept heeft als doel duurzaam renoveren te vereenvoudigen om daarmee een positieve bijdrage te leveren aan de mondiale milieuproblematiek. De betrokken partijen willen met het project in Montfoort ervaring opdoen met ingrijpende duurzame renovaties. Het project is een initiatief van VELUX Nederland. Hun oproep voor een voorbeeldproject mondde uit in de samenwerking met GroenWest. "Het is onze overtuiging dat mensen, als gebruikers van een woning, centraal moeten staan bij het ontwikkelen van duurzame woningen. In Nederland staan meer dan drie miljoen woningen die ouder zijn dan dertig jaar en binnen niet al te lange tijd een energiemodernisatie moeten ondergaan. Met initiatieven zoals de samenwerking met Danfoss proberen wij als VELUX Groep een positieve bijdrage te leveren aan een energie-efficiënte, kwalitatief hoogwaardige bouw- en levensstandaard voor de toekomst", aldus Michel Kalis, Commercieel Directeur van VELUX Nederland.

vrijdag 19 oktober 2012

Grote sociale druk leidt tot weerstand tegen duurzame initiatieven

Consumenten zijn bereid om duurzame producten en duurzaam vervoer van producten naar winkels in de binnenstad te steunen, zelfs wanneer dit betekent dat ze meer moeten betalen voor producten. Maar dit geldt alleen als zij daartoe een morele verplichting voelen en de sociale druk niet te groot wordt. Winkeliers en transporteurs willen een dergelijke duurzame vorm van stedelijke distributie, zoals Binnenstadservice in Nijmegen, steunen als het initiatief vertrouwenwekkend is, zonder financieel nadeel. Dit stelt Dianne Hofenk op basis van haar promotieonderzoek naar factoren die de steun voor duurzame initiatieven voor stedelijke distributie en detailhandel beïnvloeden. Zij promoveert op 19 oktober aan de Open Universiteit.
Het vervoer van goederen naar winkels in binnensteden veroorzaakt veel milieuproblemen. Regelmatig worden initiatieven genomen om de stedelijke distributie van goederen duurzaam te organiseren. Zo wordt in verschillende steden in Nederland gebruik gemaakt van de vervoersdiensten van Binnenstadservice om goederen vanaf een distributiepunt buiten de stad naar winkels te vervoeren. En draaide er in Amsterdam een pilot met een goederentram om producten naar winkels in de binnenstad te vervoeren. De ervaring leert echter dat dergelijke initiatieven vaak stranden door het ontbreken van voldoende steun van belanghebbenden als consumenten, winkeliers en transporteurs.
Dianne Hofenk onderzocht welke factoren de bereidheid van belanghebbenden om duurzame initiatieven voor stedelijke distributie en detailhandel te steunen, kunnen vergroten of juist belemmeren. Persoonlijke factoren zoals de eigen waarden en normen spelen daarin voor alle belanghebbenden een belangrijke rol. Zo neemt de bereidheid om een initiatief te steunen toe, naarmate het gevoel van morele verplichting groeit. Ook sociale factoren, zoals de mening van en druk vanuit de omgeving zijn bepalend. Voor consumenten geldt daarbij echter dat een te grote sociale druk kan leiden tot weerstand tegen het initiatief. Hofenk: ‘Er is een omslagpunt dat niet moet worden overschreden. Ter ondersteuning van marketingactiviteiten zou het goed zijn te onderzoeken waar dat omslagpunt precies ligt. Culturele factoren spelen daarbij ongetwijfeld een rol.’
Uit de onderzoeksresultaten volgt dat marketing en communicatie een belangrijke rol spelen in het succes van deze initiatieven. Om steun te krijgen van consumenten is het goed om de communicatie te richten op de effecten van hun winkelgedrag en hun verantwoordelijkheid op het gebied van duurzaamheid, concludeert Dianne Hofenk. In de communicatie met transporteurs en winkeliers moet vooral worden ingegaan op de noodzaak tot verandering, moet vertrouwen voor de organisatie van het initiatief worden gewekt en moet inzicht worden geboden in de voordelen voor de onderneming.

donderdag 18 oktober 2012

Stadsgracht Wageningen als bron van energie

De stadsgracht van Wageningen zou als bron van energie kunnen dienen voor de nieuwe woonwijk Torckdael aan het Rustenburg. De Woningstichting Wageningen wil zich hiervoor sterk maken. Wageningen heeft de ambitie om in 2030 klimaatneutraal te zijn. Naast warmte/koude-koppeling is ook de toepassing van zonne-energie een speerpunt. De woningcoroporatie wil in bestaande bouw op grote schaal zonne-energie toepassen. Voor deze plannen is 20 miljoen euro gereserveerd.

EMART Energy in Amsterdam kijkt naar Europese energietransitie

Europese energiehandelaren ontmoeten elkaar volgende maand in Amsterdam voor de jaarlijkse EMART Energy conferentie en expo om de uitdagingen van de industrie, zoals de eurozone crisis, strengere EU-regels voor de handel, continuïteit van de energievoorziening en de impact van hernieuwbare energiebronnen te bespreken.
Meer dan 850 energiehandelaren zullen de 14eeditie van EMART Energy, dat wordt beschouwd als het grootste en meest toonaangevende platform van Europa van 21 tot 22 november, bijwonen.
EMART Energy's event directeur Nel Jonk zegt: 'De 2020 doelstellingen van hernieuwbare energie die op EU-niveau werden vastgesteld, hebben ingrijpende gevolgen voor de opwekking van elektriciteit en voor de toeleveringsindustrie. Hoewel de handel in hernieuwbare energie niet wijdverspreid in Europa is, is het cruciaal dat handelaren begrijpen hoe energie uit hernieuwbare bronnen in het netwerk en in de markt behandeld worden. "
Tijdens het Amsterdamse forum zal ook  worden besproken  welke aanpassingen moeten worden geïmplementeerd zodat de energiehandelaren nieuwe procedures  of processen "vertaald" uit andere EU-landen aankunnen, zegt Nel Jonk.  "De Europese Commissie, het ACER en het ENTSO-E blijven zich  inspannen om een uniform model voor de werking van de Europese groothandelsmarkt voor elektriciteit te creëren. Dit model is bedoeld om alle termijnen van de markt te bestrijken. De streefdatum voor de tenuitvoerlegging is 2014. "


Oxxio biedt klanten slimme meter via eigen website

Oxxio zorgt ervoor dat zijn klanten vanaf nu makkelijk een slimme meter kunnen bestellen: via de website van Oxxio zelf. De slimme meter wordt  sinds dit jaar via de netbeheerder geleverd, maar Oxxio maakt het zijn klanten graag eenvoudig en zorgt dat bestellen nu ook via Oxxio kan. De slimme meter zorgt voor inzicht in energieverbruik per jaar, per maand, per dag of zelfs per uur. Door dit inzicht zijn gebruikers zich meer bewust van het energieverbruik en dat leidt nagenoeg altijd tot besparingen. Voordelig voor Oxxio-klanten en het milieu dus.
Oxxio zette de slimme meter in 2005 op de kaart en droeg in januari 2012 de distributie ervan over aan de netbeheerders in verband met wettelijke regelgeving. Deze wetgeving is het gevolg van het besluit van de Europese Unie, dat in 2020 tachtig procent van de huishoudens binnen de EU een slimme meter moet hebben. Doel hiervan is om energiebesparing te stimuleren en de kwaliteit van dienstverlening van energiebedrijven te vergroten. Oxxio was met het introduceren van de slimme meter pionier op het gebied van het ‘slim meten’ van energie. Nu biedt de energieleverancier de slimme meter aan zijn klanten aan via de netbeheerders, omdat Oxxio overtuigd is van de toegevoegde waarde die het apparaat in huishoudens heeft: consumenten krijgen inzicht in hun energieverbruik en hebben er hierdoor volledig grip op. 
De slimme meter leest de meterstanden automatisch in de EnergieMonitor in. Zo zien klanten in een oogopslag in overzichtelijke grafieken wat hun verbruik per jaar, per maand, per dag of zelfs per uur is, zonder zelf iets te hoeven invoeren. Met een traditionele meter kunnen mensen ook gebruikmaken van de EnergieMonitor. Dan hoeven ze alleen de meterstanden in te voeren. Er zijn slechts twee bekende meterstanden nodig om het verbruik in de tussenliggende periode zichtbaar te maken. Hoe vaker je de meterstanden invoert, hoe gedetailleerder het energieverbruik inzichtelijk wordt.
Uit onderzoek van ResCon — in opdracht van Oxxio en AgentschapNL — blijkt dat actieve gebruikers van de slimme meter tientallen euro’s per jaar besparen op gas- en stroomverbruik. Zowel de consument als het milieu profiteert hiervan. Ook bleek uit de feedback van slimme meter-gebruikers dat 99 procent van deze Oxxio-klanten ook in de toekomst behoefte heeft aan inzicht in het energieverbruik via de slimme meter. Zij zijn massaal akkoord gegaan met de vraag van Oxxio om data uit de slimme meter via Mijn Oxxio beschikbaar te blijven stellen. Deze vraag was onderdeel van de overdracht door Oxxio van de slimme meters aan de regionale netbeheerders, en onderdeel van de veranderde wet- en regelgeving inzake slimme meters.
Frank Schmid, commercieel directeur bij Oxxio: “We bieden de slimme meter nu aan via de netbeheerders als een extra service aan onze klanten. Dat doen we om inzicht te bieden in het energieverbruik opdat klanten zo makkelijk mogelijk kunnen besparen op hun energierekening. Dat kan daarbij met allerlei handige tools, zoals de EnergieMonitor en de BespaarAssistent. Oxxio noemt dat: je energie in eigen hand.”
De slimme meter is via Oxxio te bestellen. De kosten van de meter zijn 70 euro, te betalen aan de netbeheerder.

woensdag 17 oktober 2012

Infographic Bezuidenhoutseweg 73: energie in huis

EL&I loopt, met een gemeentelijk monument als hoofdgebouw, voorop als het om duurzaamheid gaat. Op de Dag van de Duurzaamheid is een infographic verschenen die het hoe en waarom laat zien.
Hier en daar zal het even wennen zijn in het verbouwde pand aan de Bezuidenhoutseweg 73 waar het Ministerie van EL&I gehuisvest is. Bijvoorbeeld aan de manier waarop licht en temperatuur in de grote ruimtes zijn geregeld: voor de een is het te koud of te licht, voor de ander te warm of te donker. Je kunt zelf enige invloed uitoefenen, maar er is een algemene standaard, gebaseerd op het besparen van energie en water, op duurzame uitgangspunten.
‘De waarde van dit gebouw zit ‘m niet alleen in de vele mooie zichtbare voorzieningen, zoals traverses, de fraaie hal of de verschillende moderne restauratieve voorzieningen’, vertelt Frits van Luxemburg, coördinator verduurzaming bedrijfsvoering bij de Directie Bedrijfsvoering. ‘Er zijn ook veel duurzame voorzieningen getroffen die niet of maar gedeeltelijk zichtbaar zijn. Dan heb ik het over de slimme zaken die zorgen voor een goed klimaat en die de verlichting efficiënt regelen door te reageren op aan- of afwezigheid. Daardoor wordt bespaard op energie. Met de drukknoppen besparen we op water.’
‘Deze en meer zaken hebben van dit monument een pand met een B-label op de energie-index gemaakt. Een B betekent in principe dat het nog beter kan, maar, vervolgt Van Luxemburg, ‘voor een gemeentelijk monument zijn we op dit moment top of the bill. Om een A-gebouw te worden zouden we alle daken van zonnepanelen moeten voorzien en dat geeft op dit moment te weinig rendement door de beperkingen van het monument-zijn.’ De ontwikkelingen gaan echter hard en volgens Van Luxemburg is het niet uitgesloten dat het A-label nog een keer binnen bereik komt.
Op een later tijdstip komt er een nieuwe, uitgebreidere en interactieve infographic. Daarin staan energie-efficiënte maatregelen vermeld waar de medewerker zelf een bijdrage aan kan leveren.
De Dag van de Duurzaamheid is een initiatief van Urgenda, de actieorganisatie voor duurzaamheid en innovatie. Urgenda werkt samen met bedrijven, overheden, maatschappelijke organisaties en particulieren en organiseert en stimuleert tal van activiteiten.

Mogelijk zonnepark bij Princeville (Breda)

Twee braakliggende terreinen in Breda worden mogelijk gebruikt voor de aanleg van een groot zonne-energiepark. Dat bevestigt Breda DuurSaam. In eerste instantie heeft men het oog laten vallen op het Rithmeesterpark, een strook grond langs de HSL bij Princeville. Een lap grond achter het Esso-station aan de Backer en Ruebweg komt ook in aanmerking, maar is tweede keuze. Het plan gaat uit van zonnepanelen die energie leveren aan vierhonderd huishoudens, naast een compleet 'duurzaamheidsknooppunt': een opslagfaciliteit voor duurzame energie, een kenniscentrum voor duurzame energie en een cityhub waar personen (en goederen) kunnen overstappen op duurzame vervoersmiddelen richting de Bredase binnenstad.

25 duizend euro te vergeven voor duurzame ‘Wageningse’ ondernemer

De royale som van 25.000 euro is het prijzenbedrag voor duurzaam ondernemen dat Wageningen Universiteits Fonds en StartLife dit jaar voor het eerst gaan uitreiken. Hun Mansholt-Award for Sustainable Entrepreneurship is bedoeld voor ondernemers die actief bijdragen aan duurzaam ondernemerschap met een grote maatschappelijke en mogelijk internationale invloed. Nominaties of aanmeldingen kunnen tot 26 oktober worden ingediend.
De 25.000 euro van de Mansholt-Award for Sustainable Entrepreneurship wordt toegekend aan een succesvolle ondernemer in het domein gezonde voeding en leefomgeving die op enthousiasmerende en duurzame wijze een onderneming leidt. De award staat open voor zowel afgestudeerden van Wageningen University als voor ondernemers die eerder onderzoek deden in Wageningen of zij die een actieve samenwerking onderhouden met een externe partner van Wageningen UR.
De initiatiefnemers, het Wageningse Universiteits Fonds (WUF) en Startlife hebben een jury in het leven geroepen die de ingediende voorgedragen of aangemelde ondernemers toetst of hun onderneming aan een drietal criteria voldoet: economische prestaties, respect voor de sociale zijde van ondernemen en het opereren binnen ecologische randvoorwaarden.
De prijsuitreiking is tijdens de openingsbijeenkomst van de Global Entrepreneurship Week in Wageningen op maandag 12 november.

dinsdag 16 oktober 2012

Zelf energie opwekken voor koffie

'Practice what you preach' vinden ze bij de gemeente Hoorn. De werkgroep Puur Hoorn brengt duurzaamheid steeds weer vanuit creatieve en praktische invalshoeken onder de aandacht. Van 8 tot en met 11 oktober had Puur Hoorn de focus exclusief op de interne organisatie gericht. `Inspirerende
dagen waarin we veel tips and tricks meegaven om thuis bewuster, en dus duurzamer en voordeliger te leven,' aldus Programmamanager duurzaamheid Brenda Balvers.
Twee dames en twee heren trappen stevig door op een ietwat merkwaardige fietsbank. Terwijl de wethouder een sprintje inzet, druppelt in de foyer de koffie door. Alle inspanning wordt omgezet in energie en als dank krijgen zij een heerlijke kop fairtradekoffie van een echte barista. Eerlijk bij
elkaar gefietst. De fietsbank is een van de acties die de afgelopen vier dagen tijdens de interne Puur Hoorn 4-daagse is ingezet om binnen de gemeente duurzaamheid onder de aandacht te brengen.
`We zijn op publieksniveau al heel actief en als Puur Hoorn merken we dat we steeds zichtbaarder worden,' aldus communicatieadviseur Michon de Bruijn. `Maar als organisatie hebben we onszelf ook doelen gesteld: in 2015 willen we een duurzame bedrijfsvoering hanteren. Daarvoor moeten we met
elkaar samenwerken en echt bewust zijn van de kleine dingen die verschil maken. Workshops, diverse activiteiten en presentaties vonden verspreid over vier dagen plaats. Zo was het voor de meeste mensen goed mogelijk om even tijd vrij te maken om een sessie bij te wonen.'
Enkele onderwerpen tijdens de Puur Hoorn 4-daagse waren: Het Nieuwe Rijden, duurzame riolering, energiebesparing, energieopwekking, en duurzaam koken. Als mensen actief worden aangespoord om na te denken over duurzaamheid, komen daar vaak verrassend creatieve ideeen uit. Voor thuis, maar ook
voor op het werk. Tom Plat, duurzaamheidsambassadeur en bureauhoofd Vastgoed: `En op de werkvloer blijft het ook niet bij een idee. Wij hebben het beleid om goede ideeen actief om te zetten naar werkelijkheid. Dat werkt heel motiverend!'
Een voorbeeld van zo'n uitgewerkt idee is het vervangen van het dieselaggregaat van de Hoornse kermis. Plat: `Je kent ze wel: die vrachtwagens die staan te ronken op de kermis. Naar aanleiding van een idee van een medewerker is die nu vervangen door een vaste trafo. Die hebben we speciaal voor
de kermis gebouwd. De terugverdientijd is zeven jaar, de energiekosten zijn vele malen lager en het is milieuvriendelijk.'
Tijdens de Puur Hoorn 4-daagse ligt het accent vooral bij de thuissituatie. De medewerkers krijgen praktische tips over hoe je bijvoorbeeld geld kunt besparen op energie en water. `Het is de bedoeling dat mensen enthousiast zijn en blijven. Als je thuis actief duurzamer leeft, is de stap om je
werk duurzamer in te richten nog maar klein.' Met het oog op onze duurzaamheidsdoelstelling is dat hard nodig. Balvers: `Dit jaar hebben we een nulmeting gedaan. In 2015 willen we onder andere 30% minder energie verbruiken, het aantal vervuilende woon-werkkilometers met 30% reduceren en 70%
van ons cateringassortiment voorzien van biologische en fairtrade producten. Daarnaast hebben we als doel dat in 2015 20% van de vaste formatie cateringmedewerkers ingezet wordt door middel van social return. Dit wil zeggen dat we bewust collega's werven in de kwetsbare groepen op de
arbeidsmarkt.'

vrijdag 12 oktober 2012

Toyota: overheid moet openbare oplaadinfrastructuur stimuleren

De overheid zou snel haar verantwoordelijkheid moeten nemen en zorgen dat de uitrol van de openbare oplaadinfrastructuur door kan blijven gaan. Zeker nu bekend is dat Stichting e-laad geen oplaadpunten meer kan realiseren. Dat stelt autofabrikant Toyota.

De ontstane situatie zal ertoe leiden dat de onlangs toegenomen vraag naar schoon elektrisch oplaadbaar vervoer in Nederland zwaar onder druk komt te staan. 'Een versnelling van de openbare oplaadinfrastructuur, dát is wat we nodig hebben'. aldus Pieter van der Velden, algemeen directeur van de Nederlandse Toyota-importeur.
   

donderdag 11 oktober 2012

Shell wijst aansprakelijkheid schade Nigerdelta van de hand

Shell stelt niet aansprakelijk te zijn voor de schade die is ontstaan door lekkages in de Nigerdelta. Er zijn geen feitelijke en juridische argumenten voor vorderingen op moedermaatschappij Royal Dutch Shell of joint venture SPDC. Shell doet wat een verantwoorde operator moet doen, waaronder het opruimen van lekkages, ook als die een gevolg van sabotage zijn.

Dat stelt de raadsman van Shell tijdens een rechtszitting donderdag 11 oktober in Den Haag. De rechtszaak is aangespannen door Milieudefensie en vier Nigeriaanse ingezeten tegen verschillende Shell-maatschappijen, waaronder de moedermaatschappij Royal Dutch Shell plc en de Shell Petroleum Development Company of Nigeria. SPDC is een samenwerkingsverband met Total, Agip, de Nigeriaanse staatsoliemaatschappij. Shell is operator van die joint venture.

Milieudefensie meent dat Shell in de Nigerdelta nalatig is geweest en haar zorgplicht niet is nagekomen. Lekkages zijn niet voorkomen, lekken niet tijdig gerepareerd en schoonmaak is uitgebleven, zo stelt Milieudefensie.

Volgens de raadsman van Shell staat de vraag centraal of SDPC en RDS aansprakelijk zijn voor de schade van lekkages. Daarbij is het (voor Nigeriaans recht) van belang wat de oorzaak van de lekkages is. Volgens Shell zijn de lekkages in de rechtszaak veroorzaakt door sabotage. Deze verklaring wordt onderschreven door het Joint Investigation Team, waarin deskundigen van de Nigeriaanse overheid, vertegenwoordigers van SPDC en leden van de betrokken gemeenschap deel uitmaken.
Bovendien heeft SPDC die drie locaties wel degelijk schoongemaakt, ondanks dat de lokale bevolking toegang tot de lekkages heeft belemmerd. De grond ter plaatse is zo goed als schoon. Dit is door de Nigeriaanse overheid gecertificeerd.
De oplossing van de problemen in de Nigerdelta ligt volgens de raadsman van Shell niet in het voeren van polariserende campagnes of rechtszaken. SPDC doet wat een verantwoorde operator moet doen, waaronder het opruimen van lekkages, ook als die een gevolg van sabotage zijn. Van SPDC kan echter niet worden verwacht dat het alle olievervuiling als gevolg van sabotage en illegale raffinage opruimt.
Het vorig jaar verschenen rapport van de United Nations Environment Programme (UNEP) stelt voor een fonds op te richten voor de schoonmaak van het gebied van tenminste één miljard dollar

Windpark De Hondtocht in de steigers

De Raedthuys Groep uit Enschede bouwt momenteel Windpark De Hondtocht in Dronten. De zes windmolens van het windpark gaan jaarlijks circa 25 miljoen kilowattuur (kWh) groene stroom produceren. Voor het zover is, is het nu eerst de beurt aan particulieren en bedrijven om met obligaties financieel deel te nemen in het project.

"Dit windpark vormt voor ons als duurzaam energiebedrijf natuurlijk een belangrijke mijlpaal", aldus Arthur Vermeulen, directeur windenergie bij de Raedthuys Groep. "Ook met dit park leveren wij weer een waardevolle bijdrage aan de duurzame productiecapaciteit in Nederland. Windenergie is een essentieel onderdeel van een duurzame, betrouwbare en betaalbare energievoorziening".

Toch is er volgens Vermeulen nog veel te weinig windenergie in Nederland. Alhoewel er volgens hem in Flevopolder wel flink aan is gewerkt. De provincie Flevoland heeft dan ook een bijzondere positie als het gaat om de opwekking van schone energie. "Wij noemen Flevoland het 'groene hart' van Nederland. Hopelijk is iedereen in de provincie daar trots op."

Particulieren en bedrijven krijgen de gelegenheid zelf te investeren in Windpark De Hondtocht. Voor het windpark zijn namelijk obligaties beschikbaar gesteld. Inwoners en bedrijven uit de gemeente Dronten ontvangen een extra hoge rentevergoeding van 7% per jaar (i.p.v. 6% per jaar). "We willen de bevolking nadrukkelijk laten meeprofiteren van windenergie". Er zijn 1.000 obligaties van EUR 500 per stuk beschikbaar.

Arnhem gaat grootschalig over op LED-verlichting

Met haar ambities op het gebied van duurzaamheid voor ogen gaat de gemeente Arnhem op grote schaal LED-verlichting van Philips toepassen. 2.300 lantaarnpalen langs de grotere wegen van de stad krijgen dimbare LED-lampen. Met deze maatregel wordt een energiebesparing bereikt van circa 47 procent, wat neerkomt op 500.000 kWh per jaar. De investering zal worden terugverdiend door de lagere kosten voor energieverbruik, onderhoud en lampvervanging. Het project neemt vier jaar in beslag en is recent gestart in Arnhem-Zuid rond de Groningensingel.

Het college van burgemeester en wethouders maakt zich sterk voor duurzame LED-innovaties met een hogere lichtkwaliteit voor Arnhemmers. Verantwoordelijk wethouder Margreet Van Gastel: "Arnhem zet vol in op energiebesparing. Met het programma Energie Made in [Arnhem] werken we inmiddels met meer dan 80 organisaties aan een duurzame toekomst voor onze stad. Door onze straatverlichting uit te rusten met LED-verlichting wil Arnhem het lichtend voorbeeld zijn als het gaat om energiebesparing in de openbare ruimte."

"Gemiddeld 40 percent op de energiefactuur van Nederlandse steden is te wijten aan openbare verlichting. Een besparing daarop heeft dus een grote impact op de begroting van een stad." zegt Floriaan Tasche, Commercieel Directeur Openbare Verlichting. "Arnhem staat al eeuwen bekend als de groene stad aan de Rijn. Philips is trots dat de gemeente deze traditie verderzet en investeert in de toekomst met duurzame LED-lampen."

Arnhem vervangt de traditionele lampen in de lantaarnpalen door dimbare LED-lampen in een groot deel van de openbare verlichting langs verkeerswegen. Volgend op de Groningensingel zullen stap voor stap in ongeveer vier jaar alle straatlantaarns langs doorgaande wegen en de wijkontsluitingswegen worden uitgerust met LED-verlichting.

De hoeveelheid licht die op een weggedeelte nodig is, hangt af van de verkeerssituatie en het moment van de nacht. De gemeente Arnhem houdt de richtlijnen aan van de Nederlandse Stichting Voor Verlichtingskunde. Wanneer er 's nachts weinig verkeer op de grotere wegen is, kan de verlichting gedimd worden met behoud van veiligheid.

De verwachting is dat de investeringskosten kunnen worden terugverdiend door de lagere kosten voor energieverbruik, onderhoud en lampvervanging. LED-lampen branden vier keer zo lang als traditionele lampen en hoeven dus minder vaak vervangen te worden.

woensdag 10 oktober 2012

Wientjes: Bedrijven nemen leiding in duurzame ontwikkeling

Volgens Bernard Wientjes, voorzitter van VNO-NCW, zijn het de bedrijven die de leiding nemen in duurzame ontwikkeling. Hij nam vandaag het eerste exemplaar van De kracht van duurzaam veranderen in ontvangst. Ruim 500 genodigden woonden in het DeLaMar Theater de presentatie van het nieuwste boek van Anne-Marie Rakhorst bij. Voor het boek voerde zij gesprekken met leiders van nationale en internationale bedrijven, met visionairs uit overheid en wetenschap en met economen. "Leiderschap, samenwerking, verleiding, betrokkenheid en succes vormen de kern van een toekomstbestendige, duurzame organisatie", aldus Anne-Marie Rakhorst.
Anne-Marie Rakhorst, dit jaar de grootste stijger in de Trouw Duurzame 100, overhandigde het eerste exemplaar van De kracht van duurzaam veranderen aan Bernard Wientjes. De voorzitter van ondernemingsorganisatie VNO-NCW schetste dat juist het bedrijfsleven anno 2012 duurzaamheid vorm kan geven en daar een leidende rol in neemt. 'Zeven jaren geleden had hier namelijk ongetwijfeld een minister gestaan om dit boek in ontvangst te nemen, dat lag toen meer voor de hand dan een werkgeversorganisatie' illustreerde Wientjes. Hij gaf aan vereerd te zijn het boek namens het Nederlandse bedrijfsleven in ontvangst te mogen nemen. Duurzaamheid is volgens hem de enige manier voor ondernemingen om in de toekomst te overleven. 'Heel veel ondernemingen zijn zoekende hoe zij dit kunnen vormgeven. Dit boek helpt daarbij.'
Rakhorst: "De wereld verandert. Nederland heeft een unieke kans zich te onderscheiden. Het is de hoogste tijd onze innovatiekracht in te zetten voor een duurzame economie. Duurzaamheid biedt kansen om kosten te besparen, economische groei te realiseren en dus een betere toekomst voor iedereen te creëren. Om dat te bereiken, is samenwerken belangrijker dan concurreren." Organisaties die op termijn willen overleven, zullen volgens Rakhorst moeten samenwerken. Het levert voor iedereen winst op om dat in alle schakels van het productieproces te doen. Vanaf de bron, het winnen van grondstoffen, tot het gebruik door de afnemer. Wie dit het best regisseert en het meest duurzaam inricht, creëert de meeste waarde. Tijdens de boekpresentatie presenteerde Feike Sijbesma (Royal DSM) de genodigden hoe dit de businesscase van DSM vormgeeft.

Europees kennisinstituut voor cyber security

Alliander, DNV KEMA en KPN richten in samenwerking met TNO en de Radboud Universiteit een nieuw Europees kenniscentrum voor cyber security op, het European Network for Cyber Security (ENCS). Dat maakten zij bekend op het congres Metering, Billing/Transmission & Distribution SmartGrids Europe 2012 in Amsterdam. ENCS gaat zich bezighouden met onderzoek, testen, kennisdelen en training op het gebied van cyber security voor vitale infrastructuren zoals energie-, water- en telecomnetten en helpt zo eigenaren van infrastructuren zich beter te beveiligen tegen cyber crime. Gezien het grensoverschrijdende karakter van cyber crime, richt ENCS zich erop zoveel mogelijk Europese partijen te betrekken in deze missie.
ENCS levert een bijdrage aan een zo goed mogelijke beveiliging tegen cybercriminaliteit van Europese vitale infrastructuren. In deze vitale infrastructuren worden steeds meer ICT-middelen toegepast waardoor de gevoeligheid voor cyber crime zoals hacks toeneemt. Er is een groeiende behoefte aan nieuwe cyber security oplossingen en methoden om die netwerken te beschermen tegen zulke bedreigingen. ENCS voorziet in deze behoefte door kennis en middelen te creëren, en verschillende vooralsnog voornamelijk  Europese spelers in de energiedistributie, telecom, consultancy en overheidsdiensten te laten samenwerken om gebruikersgerichte oplossingen te realiseren.
ENCS verleent vier geïntegreerde diensten: Research & Development, Cyber Testing, Training en Information & Knowledge Sharing. Daarbij maakt het gebruik van kennis en kunde van aangesloten organisaties, zoals andere gespecialiseerde kennisinstituten, universiteiten en industriële partijen. ENCS richt zich primair op een research & development programma gericht op de behoeften van beheerders van vitale infrastructuren en functionarissen met een verantwoordelijkheid voor beveiliging van vitale infrastructuren. Daarnaast zet ENCS zich in voor het delen van kennis tussen de aangesloten leden. ENCS biedt een test-faciliteit om systemen die ontworpen zijn om infrastructuren en systemen te beveiligen tegen cyber crime uitgebreid te testen. Tenslotte zet ENCS trainingsprogramma’s op om de bewustwording op het gebied van cyber security te vergroten bij zowel eigenaren van vitale infrastructuren als beleidsbepalers, en meer inzicht te verschaffen in reële scenario’s en het ontwikkelen van nieuwe concepten voor cyber security.
Alle eigenaren van vitale infrastructuren, leveranciers van ICT en smart grid toepassingen, private en publieke kennisinstituten en overheden in Europa kunnen lid worden van ENCS. De uitdagingen van cyber security zijn immers zowel nationaal als grensoverschrijdend. Het voorkomen van cyber security incidenten door onderzoek, testen, onderwijs en samenwerking heeft vooral baat bij gerichte samenwerking en een internationale aanpak.

Centrum voor slimme energienetten geopend in elektriciteitsstad Arnhem

Energiekennisbedrijf DNV KEMA, regionaal netbeheerder Liander, landelijk netbeheerder TenneT en projectontwikkelaar TCN hebben een dezer dagen het smart grid inspiratie- en demonstratiecentrum Watt connects geopend. Watt connects heeft als doel om bedrijven, overheden en kennisinstellingen interactief kennis te laten maken met intelligente energienetten - ook smart grids genoemd - en deze partijen in een inspirerende omgeving met elkaar te verbinden. Deze intelligente energienetten zijn noodzakelijk voor onze toekomstige energievoorziening omdat zij de grootschalige inpassing van duurzame energie en lokaal opgewekte elektriciteit in ons energiesysteem mogelijk maken. Watt connects is gevestigd op Energy Business Park Arnhems Buiten in elektriciteitsstad Arnhem. Dit initiatief is mede mogelijk gemaakt door de gemeente Arnhem en dankzij financiering van de Provincie Gelderland.
Annemieke Traag, gedeputeerde bij de provincie Gelderland en onder meer verantwoordelijk voor milieubeleid, klimaat en energie, en innovatie: "De opening van Watt Connects geeft een boost aan de talrijke initiatieven voor lokale energie-opwekking in Gelderland en stimuleert innovaties. Hiermee komt de energietransitie weer een stap dichterbij!"
Volgens Frits Verheij, voorzitter van de Stuurgroep van Watt connects is Nederland wereldwijd een van de koplopers op het gebied van kennis over en demonstratie van intelligente energienetten. "De oprichting van Watt connects is een belangrijke stap om deze positie niet alleen vast te houden maar ook te versterken. We zijn dan ook verheugd dat energie een van de topsectoren van de Nederlandse overheid is en dat smart grids daarin een belangrijke rol spelen."
Watt connects sluit aan bij de ontwikkeling van intelligente energienetten door de aanleg en ingebruikname in praktijksituaties op kleinere schaal te simuleren en te demonstreren, dus zonder grote investeringskosten en afbreukrisico's. In het centrum worden nieuwe technieken, diensten en applicaties gedemonstreerd, en bezoekers kunnen gebruik maken van simulatietools. Bovendien vinden in het centrum workshops, lunchlezingen en presentaties plaats, en worden er netwerkbijeenkomsten georganiseerd. Belanghebbenden uit binnen- en buitenland kunnen zien en ervaren hoe een intelligent en duurzaam energienetwerk van de toekomst in hun praktijk werkt en wat daarvan de baten zijn. Voorbeelden hiervan zijn een betere inpassing van duurzame energie, slimmer gebruik van energie en een toekomstbestendige en kostenefficiënte aanleg van de energie-infrastructuur.
Watt connects bundelt en versterkt de kennis en ontwikkelingskracht van de partners rond het thema 'smart grids', dat sterk in de belangstelling staat. De partners zoeken nadrukkelijk de samenwerking met anderen. Het centrum richt zich daarbij met name op mensen die professioneel met het onderwerp energie bezig zijn, zoals bestuurders en beleidsmakers, experts van energiebedrijven en bedrijven die intelligente energiediensten of producten leveren of maken, en studenten. Watt connects dient tevens als netwerk voor deze professionals en als broedplaats voor startende bedrijven. Het heeft de ambitie om uit te groeien tot een internationaal centrum.
De opening van Watt connects valt samen met de opening van de Energyclub op Energy Business Park Arnhems Buiten. TCN is eigenaar en (her)ontwikkelaar van dit business park. De Energyclub is een open werkomgeving waar vooral kleine en middelgrote organisaties uit de energiesector elkaar ontmoeten, (samen)werken en vergaderen. De Energyclub start in oktober met 65 werkplekken, maar heeft de ambitie om binnen twee jaar naar 200 werkplekken te groeien.

Open middag bouw windmolenpark

Op woensdag 10 oktober, de Dag van de Duurzaamheid, is iedereen welkom om tussen 15.00 en 18.00 uur te komen kijken naar de plaatsing van windmolens van meer dan 100 meter hoog. Het gaat om het nieuwe windpark Hoevensche Beemden, iets ten noorden van het Noord-Brabantse Hoeven. Energiebedrijf Eneco verwacht dan met grote hijskranen de laatste onderdelen van het nieuwe windpark omhoog te hijsen en in elkaar te zetten. Deskundigen zijn aanwezig om uitleg te geven. De werkzaamheden kunnen alleen plaats kunnen vinden als het weer niet te slecht is.
Belangstellenden wordt gevraagd zich te verzamelen op de locatie waar op dat moment de grote hijskraan zich bevindt (ergens tussen de Papenweg en de Molendwarsweg in Hoeven). Vooraf aanmelden is niet nodig.
Windpark Hoevensche Beemden bevindt zich in het gebied rondom de Brede Molenweg. Het windpark bestaat uit 5 windmolens van 3 MegaWatt per stuk. Samen zullen ze jaarlijks ruim 32 miljoen kWh leveren. Dat is vergelijkbaar met het stroomverbruik van circa 9200 huishoudens. De bouw van windpark Hoevensche Beemden loopt overigens parallel met de bouw van windpark Zwartenbergseweg in gemeente Etten-Leur.
De afgelopen maanden is hard gewerkt om het terrein dusdanig klaar te maken dat de windmolen-onderdelen aangeleverd en de windturbines in elkaar gezet kunnen gaan worden. Zo zijn de kabels voor het elektriciteitstransport aangesloten, zijn er toegangswegen aangelegd en zijn de fundaties voor de molens voorbereid. De fundaties met daarin het stalen vlechtwerk, zijn inmiddels uitgehard. Ze moeten sterk genoeg zijn om de windturbines met een mast van 105 meter en een rotordiameter van 90 meter te kunnen dragen!

dinsdag 9 oktober 2012

Eneco overhandigt eerste resultaten facebookpagina ‘Voor duurzaam’

Op het Plein voor de ingang van De Tweede Kamer heeft Eneco gisteren de eerste resultaten van haar Facebook pagina ‘Voor duurzaam’ aangeboden aan energiewoordvoerders Jan Vos (PvdA) en René Leegte(VVD). Alle ideeën over duurzaam, die vanaf begin september door zowel klanten als niet-klanten op de facebook pagina zijn geplaatst, heeft Eneco gebundeld en vandaag overhandigd.
Veel suggesties van burgers gingen over decentrale opwekking van energie door burgers zelf. Jan Vos reageerde enthousiast op de inbreng via Eneco . “Naast de trend mondialisering zien we de trend decentralisering waar burgers zelf initiatief nemen. En dat zien we ook voor energie”. Rene Leegte voegde hieraan toe dat “decentralisering gewoon gaat gebeuren”. 
Eneco lanceerde begin september onder de naam ‘Voor duurzaam’ een Facebook applicatie. Een platform waarop klanten en niet-klanten met Eneco en elkaar ideeën kunnen delen over duurzame energie. Het doel van de Facebook-pagina is dat Eneco de bewustwording voor schone, betaalbare en betrouwbare energie binnen de samenleving wil stimuleren. Door goede ideeën te posten en de juiste discussies daarover te voeren.
Met veel ideeën kunnen burgers zelf aan de slag. Met andere ideeën kan een bedrijf als Eneco haar voordeel doen. De derde categorie zijn de ideeën die verandering van het overheidsbeleid vereisen. Met het oog op deze ideeën zijn de resultaten van de facebook campagne aangeboden aan de energie woordvoerders van de formerende partijen VVD en PvdA.
Daarnaast geven Eneco en enkele bekende personen en organisaties hun mening over de punten die Eneco graag mee wil geven aan de politiek om te verwerken in het regeerakkoord. Het ‘Voor duurzaam’ is te bezoeken op www.facebook.com/eneconederland en via www.eneco.nl/voorduurzaam en www.voorduurzaam.nl.

Mens droeg al in Romeinse tijd bij aan uitstoot broeikasgassen

De invloed van de mens op de uitstoot van het broeikasgas methaan dateert al uit de Romeinse tijd. Dat is veel eerder dan tot nu toe bekend was. Deze conclusies van onderzoekers van de Universiteit Utrecht, SRON Netherlands Institute for Space Research en internationale collega-onderzoekers zijn 4 oktober gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift Nature.
Lang werd gedacht dat de mens pas sinds de industriële revolutie een belangrijke bijdrage levert aan de uitstoot van methaan. Tien jaar geleden suggereerde de beroemde Amerikaanse klimatoloog William Ruddiman echter dat de mens het klimaat al veel eerder beïnvloedde, maar zijn hypothese werd bekritiseerd.
‘Onderzoek in de afgelopen tien jaar leverde wel aanwijzingen op dat de verbranding van biomassa door mensen mogelijk al in de Middeleeuwen voor verhoogde methaanuitstoot zorgde. Met ons onderzoek laten wij nu zien dat de uitstoot van methaan zeker al tweeduizend jaar is beïnvloed door verschillende menselijke activiteiten’, aldus dr. Célia J. Sapart van de Universiteit Utrecht.
Minuscule hoeveelheden oude atmosfeer zitten gevangen in luchtbelletjes diep in het poolijs (zie foto). Sapart en haar collega’s ontwikkelden een techniek waarmee zij uit deze luchtbelletjes met ongekende nauwkeurigheid de herkomst van het methaan konden bepalen.
Methaan komt op verschillende manieren in de atmosfeer. Het ontstaat in natte grond, zoals moerassen en rijstvelden, het wordt gevormd bij de verbranding van biomassa en fossiele grondstoffen en het kan vrijkomen uit zogenaamde moddervulkanen. De gebruikte techniek maakt het mogelijk onderscheid te maken tussen deze verschillende bronnen.
‘Iedere bron verraadt zichzelf door zijn eigen unieke vingerafdruk’, legt Sapart uit. ‘Daarbij is de verhouding tussen gewoon methaan en zijn stabiele koolstofisotoop (methaan waarin het koolstofatoom één neutron meer heeft en dus een fractie zwaarder is) uniek. Met onze techniek kunnen wij de isotoopverhouding veel nauwkeuriger bepalen dan tot nu toe mogelijk was.’
De onderzoekers legden de uitstoot van methaan per bron naast andere gegevens over deze periode, zoals het klimaat, de omvang van de bevolking en het landgebruik. Daaruit komen duidelijk enkele perioden naar voren waarin de uitstoot van methaan door de verbranding van biomassa groter was.
Zo was bij het begin van de metingen het Romeinse Rijk op z’n hoogtepunt. De omvangrijke bevolking verbrandde het nodige hout. In de periode daarna zien de onderzoekers de uitstoot van methaan door de verbranding van biomassa afnemen, omdat het Romeinse Rijk in verval raakt. Als later in de Middeleeuwen de bevolking sterk toeneemt, zien zij weer een stijging van de hoeveelheid methaan afkomstig van deze bron.
Daarnaast legden de onderzoekers hun data naast gegevens over het gebruik van landbouwgrond. Ook hier vinden zij een verband tussen de uitstoot van methaan door het verbouwen van gewassen en de hoeveelheid gebruikte landbouwgrond. ‘Deze uitkomsten ondersteunen de hypothese van Ruddiman’, aldus Sapart.
‘Dit onderzoek is een goed voorbeeld van de meerwaarde die je bereikt wanneer je experimenteel onderzoek combineert met computermodellen’, concludeert SRON-onderzoeker dr. Sander Houweling.

maandag 8 oktober 2012

Atsma pleit voor energie uit zee

De Europese Unie moet steviger inzetten op energie uit zee. Dat betoogde staatssecretaris Joop Atsma vna Infrastructuur en Milieu op Cyprus op een bijeenkomst van Europese ministers.

Volgens Atsma is Nederland goed op weg met het opwekken van energie uit getijdenbeweging en uit de overgang van zoet naar zou water. De EU gaat het maritiem beleid met 400 miljoen euro stimuleren. Vooral de ontwikkeling van nieuwe technieken voor stroomopwekking uit zee kan volgens Atsma profiteren van deze financiële injectie, meldt BNR.

Liander, Siemens, KPN, TNO en TenneT bundelen krachten op Metering Europe in Amsterdam

Vijf vooraanstaande spelers in het Nederlandse energieveld, Liander, Siemens, KPN, TNO en TenneT, bundelen hun krachten op het smart energy evenement Metering, Billing/CRM Europe met een “Energy Experience” op de expositie. Hier wordt gedemonstreerd hoe intelligente elektriciteitsnetwerken industrie en maatschappij gaan veranderen.
Energy Experience is een interactieve expositie met een oppervlakte van 900 vierkante meter, waar bezoekers worden getrakteerd op een rit door Voltage City. Daarbij krijgen deelnemers uitleg over de uitdagingen, ontwikkelingen en oplossingen voor de energievoorziening in de toekomst. Ook kan men “Voltage Park” bezoeken, waar de laatste innovaties, nieuwe producten en projecten uit heel Europa worden tentoongesteld. Het park fungeert bovendien als forum voor discussies over “samenwerking bij de energietransitie”, met sprekers van netbeheerder Liander, mondiale technologie-gigant Siemens, toonaangevend telecom- en ICT-dienstverlener KPN, innovatieorganisatie voor wetenschappelijk advies & onderzoek TNO, en de eerste grensoverschrijdende elektriciteitstransporteur van Europa TenneT.
Volgens Erik van der Heijden, hoofd van de Smart Grid-divisie van Siemens Nederland, bevindt de wereld zich momenteel in een transitiefase. "Je ziet bijvoorbeeld een verschuiving naar duurzame en decentrale energieopwekking. Om dit mogelijk te maken, hebben we intelligentere infrastructuren nodig, de zogenaamde smart grids. In de toekomst zullen de netwerken complexer zijn, waarbij energie en informatie in twee richtingen gaan. Deze transitie vereist nauwe samenwerking tussen partijen, zowel bij distributiebedrijven als leveranciers. Siemens is klaar om de rol van leidende solution provider op zich te nemen en samen met onze klanten en andere belanghebbenden een en ander mogelijk te maken."
Ongeveer 6500 professionals uit de nutssector komen in oktober samen in Amsterdam voor het jaarlijkse evenement Metering, Billing/CRM Europe. Dit evenement is uitgegroeid tot de grootste brancheconferentie en -expositie op het Europese continent. Meer dan 320 solution providers exposeren hier de laatste technologie voor de nutssector.

vrijdag 5 oktober 2012

Geen iPhone, maar even sexy: Nest 2

De lerende thermostaat Nest heeft een opvolger gekregen: Nest 2. Geestelijk vader is niemand minder dan Tony Fadell, die bij Apple de iPod introduceerde. Het vorige product kreeg alleen al vanwege het mooie design wereldwijd aandacht, maar er vielen door zelflerende algoritmes ook forse energiebesparingen te realiseren. De thermostaat onthoudt op welke tijdstippen en dagen je je hem instelt en probeert aan de hand hiervan een patroon te ontdekken. Het product was nauw geïntegreerd met internet.

Raamovereenkomst DNV KEMA met Duitse windprojectontwikkelaar SoWiTec

De Duitse windprojectontwikkelaar SoWiTec Development GmbH & Co. KG (SoWiTec) heeft ter verdere ondersteuning van haar mondiale ambities een raamovereenkomst gegund aan energiekennisbedrijf DNV KEMA Energy & Sustainability.

De overeenkomst voorziet in de levering van diverse windenergiediensten door DNV KEMA ten behoeve van twintig tot vijftig voorgestelde windenergieprojecten in Brazilië, Argentinië, Chili, Mexico, Peru, Uruguay en Rusland – onder meer op het gebied van projectontwikkeling, technische ondersteuning, third party expertise en projectmanagementondersteuning. Het hoofdkantoor van SoWiTec is gevestigd in Sonnenbűhl in de Duitse deelstaat Baden-Württemberg. Het bedrijf is actief in diverse markten over de hele wereld.

De diensten van DNV KEMA aan SoWiTec bieden ondersteuning bij de projectfinanciering. Ze omvatten onder meer de verificatie en rapportage van windmetingen, verificatie van wind- en energieopbrengsten, en technische due diligence. "Kort gezegd gaan we op diverse fronten met SoWiTec samenwerken. DNV KEMA zal verschillende elementen beoordelen zoals de ontwerpbasis van de windturbines, de windturbinetorens, het elektrische distributiesysteem en onderstation, aanvullende elektriciteitstransmissienetten en elektriciteitsverbindingen met energiebedrijven. Daarnaast zullen we de funderingen bekijken om vast te stellen of het ontwerp is uitgevoerd conform de geldende normen, standaarden en geaccepteerde praktijken binnen de windenergiesector," voegt Jens Goesswein eraan toe.

De raamovereenkomst is formeel bekendgemaakt tijdens het Husum Wind Event[1] in Duitsland, een vakbeurs voor de mondiale windenergiesector.

donderdag 4 oktober 2012

Eneco: 'Geen dreigend stroomtekort'

In Het Financieele Dagblad is aandacht besteed aan dreigend stroomtekort waarbij GDF Suez en E.ON stellen dat dit dreigt door de opkomst van duurzame energie. Black outs zouden mogelijk zijn. Dientengevolge zou er voor de burger een extra heffing kunnen volgen op de energierekening omdat er meer back-up capaciteit moet worden gebouwd.

Energiebedrijf Eneco distantieert zich hiervan:

1. Het risico dat er binnenkort black-outs plaats zullen vinden in Nederland ziet het bedrijf niet. Er is in Nederland de afgelopen jaren een groot aantal nieuwe centrales gebouwd, een aantal daarvan zijn nu nog in aanbouw. Daarmee wordt een overcapaciteit gecreëerd in NL van 50 procent. Daarmee zijn we wel heel ver verwijderd van black-outs.

2. Volgens EON en GdF/Suez zou een extra energieheffing nodig zijn om buffercapaciteit aan te leggen. Dat zouden wij een onnodige besteding van belastinggeld vinden; die buffercapaciteit is er immers al (in de vorm van de 50 procent overcapaciteit). Vóór de crisis groeide het elektriciteitsverbruik in NL met een paar procent per jaar, in dat tempo duurt het nog erg lang voor de huidige overcapaciteit is weggewerkt. Als het al een probleem is, betreft het een lange termijn probleem. Wellicht gaan tegen die tijd lokale opslag/smart grids ook zorgen voor buffering, of is er meer vraagsturing. Het is nu veel te vroeg om al een buffercapaciteit te gaan subsidiëren.

3. Bovendien heeft HS-netbeheerder Tennet al een prima functionerend mechanisme voor snel beschikbare back-up capaciteit, genaamd Regel- en Reserve vermogen. Dat systeem is zo opgezet dat capaciteit stand-by wordt gehouden tegen de laagste maatschappelijke kosten. Daardoor neemt de kans op black-outs nog verder af. Dit systeem kan meegroeien met het toenemend aandeel duurzame energie in de energievoorziening en de balancering die dat vereist.

4. In het artikel wordt duurzame energie neergezet als een probleem; Eneco ziet het juist als de oplossing. We gaan sowieso naar een duurzame energievoorziening, linksom of rechtsom. Vanuit economisch oogpunt maar ook vanuit klimaatoogpunt;

5. De combinatie van duurzame energie met aardgas heeft de beste perspectieven. Gas is de ideale partner voor duurzame energie: betrouwbaar, schoon, flexibel. Nederland verkeert in de gelukkige omstandigheid dat ze beschikt over een uitstekende infrastructuur voor gas (door het zgn. “gasrotonde” beleid): gasvelden, gasopslag, transportleidingen, LNG terminal, flexibele gascentrales, warmte/kracht centrales, enz

6. Bij een goed energiebeleid hoort ook het versterken van ETS. De huidige prijs van CO2 emissierechten is veel te laag. De EC heeft onlangs plannen gelanceerd om het ETS te versterken. De NL-regering heeft tot nog toe die plannen nog niet omarmd. Dat zou wel moeten. Versterking van ETS leidt tot een structureel hogere CO2 prijs, conform het principe “de vervuiler betaalt”. Dat is goed voor de winnende combinatie van duurzame energie en gas; subsidie voor duurzaam is dan niet meer nodig.

7. De opkomst van duurzame energie zal wel zorgen voor lagere elektriciteitsprijzen op de uren dat er veel zon- en windenergie beschikbaar is; de variabele kosten daarvan zijn nul, dus die stroom gaat altijd voor. Consequentie is dat de fossiele centrales (kolen en gas) minder draaiuren gaan maken, en dat stroom in piekuren wellicht juist duurder zal zijn. Je hebt dus behoefte aan flexibele, snel op- en afregelbare centrales, zoals de nieuwe schone gascentrale Enecogen die wij onlangs hebben gebouwd.

Vlot doorrijden en schone lucht kan wél samen

Luc Wismans promoveerde 27 september aan de Universiteit Twente op een studie naar het optimaliseren van verkeerstromen. Zijn conclusies: het op strategische plaatsen tegenhouden van verkeer is in de regel een effectieve strategie voor meerdere beleidsdoelstellingen. Werken aan bereikbaarheid, luchtkwaliteit en klimaat gaat prima samen, maar wel ten koste van verkeersveiligheid en geluidhinder. Ten opzichte van de huidige praktijk zijn er nog zeker verbeteringen mogelijk. Politici zullen dan wel keuzen moeten durven maken.
Luc Wismans, onderzoeker bij mobiliteitsadviseur Goudappel Coffeng en promovendus aan de Universiteit Twente, onderzocht optimalisatiestrategieën voor dynamisch verkeersmanagement: het verdelen van verkeer over verschillende wegen door de afstelling van verkeerslichten en variabele maximumsnelheden. Daarbij ging het specifiek om het vraagstuk hoe verschillende beleidsdoelstellingen in relatie tot duurzaamheid met elkaar samenhingen. Oftewel is het zo dat wat goed is voor bijvoorbeeld de doorstroming, slecht kan zijn voor de verkeersveiligheid? Is een hogere maximumsnelheid op een traject altijd slecht voor het milieu? Wismans keek naar reistijden, fijnstof, geluidhinder, CO2-uitstoot en verkeersongevallen.
Uit het onderzoek van Wismans blijkt dat er altijd een bepaalde mate van conflict bestaat tussen de verschillende doelstellingen. Voor geluid wil je de snelheid zoveel mogelijk temperen en voor verkeersveiligheid wil je het verkeer zo lang mogelijk op de relatief veilige snelwegen houden. Wismans: “Dan moet er dus echt een politieke afweging gemaakt worden. Wat vinden we belangrijker? In de huidige praktijk wordt er nog hoofdzakelijk geoptimaliseerd op reistijden en wordt hooguit getoetst of de uitkomst past binnen de gestelde milieunormen. Ik heb een instrumentarium ontwikkeld waarmee je alle beleidsdoelstellingen in de optimalisatie mee kunt nemen. Dan blijkt bijvoorbeeld dat reistijden en emissies minder elkaars tegenpolen zijn dan vaak gedacht. Als zoveel mogelijk mensen gestaag kunnen doorrijden dient dat zowel de gemiddelde reistijd als de doelstellingen op het gebied van verminderde uitstoot aan schadelijke gassen."
Een tweede conclusie van Wismans is de effectiviteit van ‘doseren’. Dat is het tegenhouden van verkeer omwille van de doorstroming of het stimuleren van een bepaalde routekeuze. Met slim gekozen doseerpunten is volgens Wismans nog een wereld te winnen in Nederland. Wismans: “Doseren blijkt een generiek toepasbare strategie voor het verminderen van de negatieve neveneffecten van verkeer. Daarbij is het niet noodzakelijkerwijs waar dat het verlagen van de snelheidslimiet beter is voor bijvoorbeeld de luchtkwaliteit. Ik kijk dan naar het effect op het hele gebied. Als op een rondweg langzamer gereden gaat worden, kun je meer sluipverkeer door de stad krijgen. Hierdoor wordt de milieuwinst op de rondweg eigenlijk een milieuverlies. In de huidige praktijk wordt helaas nog vaak partieel gekeken.”