Windturbinepark Noordoostpolder bij Urk mag er komen
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft het
zogenoemde rijksinpassingsplan 'Windenergie langs de dijken van de
Noordoostpolder' in stand gelaten.
Dat blijkt uit een uitspraak van vandaag (8 februari 2012). De ministers van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie en van Infrastructuur en Milieu stelden het plan in december 2010 vast. Hiermee wordt de bouw van 86 windturbines langs de dijken van de Noordoostpolder mogelijk gemaakt. Ter uitvoering van het plan is ook een groot aantal vergunningen verleend. De stichting Erfgoed Urk, de colleges van burgemeester en wethouders van Urk en Lemsterland en een groot aantal particulieren en stichtingen hadden de Raad van State gevraagd het rijksinpassingsplan en de bijbehorende vergunningen te vernietigen. Tegen de uitspraak van de Raad van State is geen hoger beroep mogelijk.
De tegenstanders van het windturbinepark - dat bestaat uit vier aparte windparken - vinden dat de windturbines het beschermde dorpsgezicht en de cultuurhistorische waarden van Urk aantasten. Ze vrezen verder nadelige gevolgen voor beschermde vogelsoorten en vleermuizen omdat die in grote aantallen tegen de windturbines zouden kunnen vliegen. Veel tegenstanders zijn bovendien bang dat de windturbines de stabiliteit van de dijken aantasten. Ook betwisten ze het nut en de noodzaak van het park, zouden de windturbines leiden tot geluidsoverlast en had volgens hen gekeken moeten worden naar alternatieve locaties. De Raad van State heeft al deze bezwaren ongegrond verklaard.
Wel heeft de Raad van State geoordeeld dat het rijksinpassingsplan aanvankelijk niet helemaal in orde was. Zo ontbraken er voor twee van de vier windparken voorschriften om hinder door slagschaduw van rotorbladen te voorkomen. Naar het oordeel van de Raad van State is dit inmiddels niet meer nodig, omdat sinds januari 2011 algemene slagschaduwregels gelden waaraan de windparken moeten en kunnen voldoen. De Raad van State heeft verder geoordeeld dat de bouwvergunningen te vroeg waren verleend, namelijk vóórdat het plan definitief was vastgesteld.
Omdat echter inhoudelijk niets is aan te merken op de bouwvergunningen en het rijksinpassingsplan in stand blijft, heeft de Raad van State besloten ook de vergunningen in stand te laten.
De Raad van State heeft de beroepen van de gemeentebesturen van Urk en Lemsterland niet-ontvankelijk verklaard. In de Crisis- en herstelwet, waar dit project onder valt, is bepaald dat overheden onderling niet tegen elkaars besluiten kunnen procederen. Daarom was het voor de gemeenten Urk en Lemsterland niet mogelijk om beroep in te stellen tegen het rijksinpassingsplan en de vergunningen.
Dat blijkt uit een uitspraak van vandaag (8 februari 2012). De ministers van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie en van Infrastructuur en Milieu stelden het plan in december 2010 vast. Hiermee wordt de bouw van 86 windturbines langs de dijken van de Noordoostpolder mogelijk gemaakt. Ter uitvoering van het plan is ook een groot aantal vergunningen verleend. De stichting Erfgoed Urk, de colleges van burgemeester en wethouders van Urk en Lemsterland en een groot aantal particulieren en stichtingen hadden de Raad van State gevraagd het rijksinpassingsplan en de bijbehorende vergunningen te vernietigen. Tegen de uitspraak van de Raad van State is geen hoger beroep mogelijk.
De tegenstanders van het windturbinepark - dat bestaat uit vier aparte windparken - vinden dat de windturbines het beschermde dorpsgezicht en de cultuurhistorische waarden van Urk aantasten. Ze vrezen verder nadelige gevolgen voor beschermde vogelsoorten en vleermuizen omdat die in grote aantallen tegen de windturbines zouden kunnen vliegen. Veel tegenstanders zijn bovendien bang dat de windturbines de stabiliteit van de dijken aantasten. Ook betwisten ze het nut en de noodzaak van het park, zouden de windturbines leiden tot geluidsoverlast en had volgens hen gekeken moeten worden naar alternatieve locaties. De Raad van State heeft al deze bezwaren ongegrond verklaard.
Wel heeft de Raad van State geoordeeld dat het rijksinpassingsplan aanvankelijk niet helemaal in orde was. Zo ontbraken er voor twee van de vier windparken voorschriften om hinder door slagschaduw van rotorbladen te voorkomen. Naar het oordeel van de Raad van State is dit inmiddels niet meer nodig, omdat sinds januari 2011 algemene slagschaduwregels gelden waaraan de windparken moeten en kunnen voldoen. De Raad van State heeft verder geoordeeld dat de bouwvergunningen te vroeg waren verleend, namelijk vóórdat het plan definitief was vastgesteld.
Omdat echter inhoudelijk niets is aan te merken op de bouwvergunningen en het rijksinpassingsplan in stand blijft, heeft de Raad van State besloten ook de vergunningen in stand te laten.
De Raad van State heeft de beroepen van de gemeentebesturen van Urk en Lemsterland niet-ontvankelijk verklaard. In de Crisis- en herstelwet, waar dit project onder valt, is bepaald dat overheden onderling niet tegen elkaars besluiten kunnen procederen. Daarom was het voor de gemeenten Urk en Lemsterland niet mogelijk om beroep in te stellen tegen het rijksinpassingsplan en de vergunningen.
Geen opmerkingen: