Ads Top

'Energiebedrijf ENGIE geeft vertekend beeld van gaswinning in Groningen'

Het Franse energiebedrijf ENGIE wil minder gas van GasTerra afnemen en claimt dat GasTerra hieraan niet mee wil werken. Het bedrijf stelt dat een lager contractvolume tot een lager benodigd productieplafond leidt. Deze redenering klopt niet, zegt GasTerra.

De totale behoefte aan Groningengas in de Noordwest-Europese markt wordt bepaald door het feitelijk verbruik van gas, niet door gecontracteerde volumes. Gastransportonderneming Gasunie Transport Services (GTS) heeft berekend dat om de leveringszekerheid te garanderen in een gemiddeld jaar 24 miljard kubieke meter gas moet worden gewonnen. Wat GasTerra verhandelt, verandert niets aan dit cijfer. Door anders te suggereren geeft ENGIE een vertekend beeld van de manier waarop de behoefte aan het laagcalorische Groningengas wordt bepaald.

GasTerra meent dat ENGIE misbruik maakt van de aardbevingsproblematiek in Groningen om er financieel beter van te worden. Deze gang van zaken heeft veel vragen opgeroepen, in het bijzonder in Groningen. We beantwoorden de belangrijkste hieronder.

GasTerra en ENGIE onderhandelen al geruime tijd over aanpassing van het langetermijncontract voor de levering van aardgas aan het Franse energiebedrijf. Bij het sluiten van het contract in 2009 heeft ENGIE op eigen verzoek meer gas gecontracteerd dan het nu zegt nodig te hebben, tegen een prijs die het momenteel te hoog vindt. Over aanpassing van het contract valt met GasTerra best te praten, maar in de reguliere heronderhandelingen zijn GasTerra en ENGIE het niet eens geworden over de voorwaarden. Momenteel probeert het bedrijf alsnog zijn zin te krijgen door gebruik te maken van de maatschappelijke discussie over de winning van gas uit Groningen.

De behoefte aan het laagcalorische Groningengas (L-gas) wordt uiteindelijk alleen bepaald door de afname van eindgebruikers zoals huishoudens in binnen- en buitenland, niet door afspraken tussen marktpartijen. De eindgebruikers bepalen de totale vraag naar dit product en daarmee de benodigde productie uit Groningen. Commerciële contracten tussen marktpartijen, zoals het exportcontract tussen GasTerra en ENGIE, zijn voor de vraag van L-gas dus niet relevant.

De minister van Economische Zaken bepaalt hoeveel L-gas uit Groningen mag worden geproduceerd. Hij baseert zich daarbij op de veiligheidseisen en de leveringszekerheid, die bepaald wordt door de fysieke vraag van L-gasgebruikers. Het recente ontwerpbesluit is daarop geen uitzondering. De huidige fysieke behoefte van L-gasgebruikers is berekend door GTS op basis van een uitgebreide studie. Uit deze studie volgt een benodigd productievolume van 24 miljard kubieke meter in een gemiddeld jaar om in de behoefte te voorzien. Alleen de netbeheerders in binnen- en buitenland, zoals GTS, beschikken over het totale overzicht van de vraag naar L-gas. De marktpartijen, zoals GasTerra en ENGIE, hebben alleen zicht op hun eigen verkopen.

Geen opmerkingen:

Mogelijk gemaakt door Blogger.