Ads Top

Er is een nieuwe visie nodig op de toekomst van gas

De beslissing van Minister Kamp om de gasproductie in Groningen terug te schroeven zet druk op de status van Nederland als ‘gasland’. Het besluit zorgt voor stevige onzekerheid voor de toekomst van de Nederlandse energievoorziening, en vooral voor de toekomst van de Gasrotonde. We kunnen sneller vergroenen maar haast werkt ontwrichtend.

De Gasrotondestrategie was jaren lang een ijzeren uitgangspunt van het Nederlandse energiebeleid; door een combinatie van LNG terminals, gaspijpleidingen en gasopslag moest ons land de spil worden in de Europese gashandel. Nu door de aardbevingen in Groningen de winning omstreden is geworden, is de vraag of de handel in gas ook nog wel kan rekenen op draagvlak. De gas-koers die Nederland zonder al te grote maatschappelijke problemen in de afgelopen decennia heeft gevaren heeft daarom een nieuw maatschappelijk fundament nodig. Dat kan alleen door een sterke koppeling te maken met verduurzaming, de discussie over koolstofafvang en opslag te heropenen, gasbaten daadwerkelijk aan te wenden voor vergroening en inhoud te geven aan het bijbehorende tijdspad. Het is nu aan de overheid om die duidelijkheid te geven.

Verschillende scenario’s laten zien dat een snelle uitstap uit fossiel technisch mogelijk is. Daarvoor moet flink worden ingezet op energiebesparing, plus op zon, wind, biomassa en warmte-koude opslag. Dat kan ook nieuwe, groene en high-tech banen opleveren in een op te bouwen hernieuwbare-energie industrie. Alleen zijn de risico’s van een dergelijke strategie groot. Kunnen we wel voldoende duurzame biomassa importeren zonder dat dat ten koste gaat van ontbossing elders? Kunnen we snel overschakelen op een groeiend aandeel zon en wind in de elektriciteitsvoorziening zonder dat dat ten koste gaat van de betrouwbaarheid? En hoe zeker zijn de groene banen? De ervaringen met de zonne-energie industrie in Duitsland zijn wat dat betreft ontnuchterend: de met veel subsidies opgebouwde industrie ging deels in een paar jaar tijd failliet, omdat importen vanuit China uiteindelijk veel goedkoper bleken.

De aardgasbaten bedroegen de laatste jaren rond de € 12 miljard per jaar; ongeveer 8-10% van de totale Rijksinkomsten. De inkomsten uit de Gasrotonde zouden volgens berekeningen van Brattle Group tot 2020 daarbij nog € 2,1 miljard per jaar kunnen bedragen. Hoewel die bedragen niet in steen gebeiteld zijn, is duidelijk dat een snelle reductie van gaswinning – ook bij sterkere gashandel – een flink gat in de begroting slaat. Inkomsten uit de, nog op te bouwen, hernieuwbare energie-industrie kunnen deze bedragen zeker in de komende jaren niet opvangen. Er is bovendien in de afgelopen jaren al voor ongeveer € 8 miljard geïnvesteerd in de Gasrotonde, onder andere in gasopslag maar ook in strategische gasleidingen zoals de Nordstream pijpleiding van Rusland naar Duitsland. Dat is deels gedaan door private investeerders, maar ook de overheid heeft hier bewust in mee geïnvesteerd. Dat geld gaat pas renderen op langere termijn. Daar komt bij dat uitstappen uit gas niet mag betekenen dat het relatief schone gas vervangen wordt door meer vervuilende kolen en olie, zodat een groeiend aandeel gas in de Europese energievoorziening ten koste van de andere twee fossiele brandstoffen vanuit milieuoptiek juist een pré is.

Eind dit jaar komt het Ministerie van Economische Zaken met een nieuw Energierapport, waarin een aanzet wordt gegeven voor het energiebeleid voor de komende jaren. In deze onzekere tijden voor de energievoorziening zal dat een belangrijk stuk worden. Daarom moet hierin ook een visie komen op de toekomst van gas in Nederland. Het simpelweg voortzetten van de gasrotondestrategie zal door de publieke opinie waarschijnlijk niet worden gepikt, maar een overhaaste vergroening lijkt eveneens onverstandig. Een duidelijke visie op op- én afbouw van de gasrotonde kan dan een brug slaan tussen de twee extremen. Gashandel wordt daarbij zoals eerder gepland de komende jaren opgebouwd, maar dat mag niet als excuus dienen om dan maar onbeperkt door te gaan met gas. Immers, als we serieus zijn over onze klimaatdoelstellingen dan is er in de toekomst ook voor gas alleen nog plaats indien gekoppeld aan koolstofafvang en opslag, hoe gevoelig deze discussie ook ligt.

De opbouw in de komende jaren moet samengaan met een heldere exit-strategie waarin duidelijk wordt gemaakt hoe en wanneer gas op de langere termijn plaats gaat maken voor groenere alternatieven. Ook moet er tekst en uitleg komen over de reikwijdte van de beslissing van Kamp eerder dit jaar: is alleen sprake van uitstel van winning in Groningen, of blijft ook een deel van het gas in de grond zitten? En wat gebeurt er met de kleine velden onder de Noordzee? Belangrijkste echter is dat de intentie om te vergroenen duidelijk wordt gemaakt naar de samenleving door de inkomsten uit gas verplicht aan te wenden voor investeringen die een transitie naar duurzaam teweegbrengen. Het is vooral te hopen dat de overheid duidelijkheid geeft in het stuk dat nu wordt geschreven. Vergroening van de Nederlandse energievoorziening is immers te belangrijk om alleen aan de grillen van de markt over te laten.

Geen opmerkingen:

Mogelijk gemaakt door Blogger.